Een krantenkop uit het Algemeen Handelsblad van 1949 over landgoed Eerde en zijn bewoner(s).
Eerder Achterbroek, met de mooie houtwallen van hoog opgaand loofhout, is door de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten aangekocht van baron van Pallandt van Eerde. De foto is anno 2021 gemaakt op de Eerder Achterbroekweg.
Foto: Harry Woertink
Kasteel Eerde, landgoed Eerde en Philip Dirk baron van Pallandt van Eerde waren geliefde onderwerpen in de Nederlandse bladen. “Baron van Pallandt zocht en vond een bestemming voor zijn landgoed zonder dat het in karakterloze brokken uiteenviel” en “Oord van mooie bomen” kopt de krant verder. De roemrijke geschiedenis van Eerde wordt als volgt beschreven.
“Stormen zijn over Eerde heengegaan. Tweemaal kleurden kasteelbranden de lucht boven de bossen heiden rood. In 1377 brandde het kasteel volgens de overlevering een achtereen. In 1500 ging het kasteel in vlammen op. Het zag zijn feodale bezitters gaan en komen. In 1705 kwam het in bezit van een Van Pallandt en in 1715 werd het nieuwe kasteel gebouwd, dat niet langer een martiaal karakter droeg. Kostbare gobelins sierden de kamers, uit de grote ruiten zag men op tuinen, gazons en waterpartijen. Maar wellicht is er nooit méér geschiedenis geschreven in en rondom Eerde als in de afgelopen dertig, veertig jaar.
Een van de mooiste landgoederen in het oosten van het land
Het begon omstreeks 37 jaar geleden. De jeugdige Philip D. baron van Pallandt uit Wassenaar logeerde bij zijn neef op kasteel Eerde, daar midden tussen het hoog opgaande loofhout en de twee eeuwen oude coniferen. De neef vatte een grote bewondering op voor de jongeman, die een volleerd schutter was. De neef zelf trouwens wist ook het geweer te hanteren. Zo had hij in 1908 het wereldkampioenschap duivenschieten behaald. In 1913 overleed de neef plotseling, 43 jaar oud. Toen het testament werd geopend, bleek dat het enige weken tevoren was gewijzigd. De jeugdige Philip van Pallandt kwam in het bezit van een van de mooiste landgoederen in het oosten des lands, een bezit van niet minder dan 1700 hectare, de driehoek tussen Regge en Vecht beslaand ten zuiden van Ommen. Hij werd de bewoner van Eerde, een huls, dat beroemd was om zijn hangende trap — de enige die thans nog in Nederland bestaat. Op de bezittingen van Eerde was een prachtige wildstand. De reeën droegen er zwaardere geweien dan elders, en baron Van Pallandt heeft er prijzen mee kunnen behalen. Maar na 1919 heeft hij geen schot meer gelost, het jagen louter om het genot van het doden van wild boezemde hem weerzin in. Wanneer hij dat nu vertelt, in de kleine woning met een open haard, naar Zweeds voorbeeld in de hoek, die hij voor zich liet bouwen op het landgoed, voegt hij eraan toe, dat hij geen bezwaar heeft de konijnen te vervolgen. Er waren er 5000 op het landgoed, zoveel, dat ze alles bij de boeren opaten, zodat sommigen hunner van de pacht moesten worden vrijgesteld. Gevolg van verstoord evenwicht. Vos, das, bunzing, hermelijn en wezel zijn òf zeldzaam geworden, òf — zoals bij de dassen het geval is, — geheel verdwenen. Lees verder “In steppe, die onze cultuur schept, blijft Eerde bij Ommen een groene oase”