“Boerenzondag” werd de wekelijkse markt op dinsdag ook wel genoemd. Naast een warenmarkt was er in Ommen ook wekelijks een varkensmarkt.
Ca. 1900. Met een kleedwagen worden de biggen aangevoerd voor de Varkensmarkt; op de achtergrond het Kantongerecht.
Foto: OudOmmen
Zie ook het album “Varkensmarkt”.
Elke boer uit de omgeving bezocht de markt om niet alleen te handelen maar ook om elkaar te ontmoeten. De klompen werden voor die boerenzondag schoon geschuurd en men hees zich in het beste pak.
Een van de grootste veemarkten in Overijssel
In de dertiger jaren tot aan de oorlog behoorde de varkensmarkt in Ommen tot een van de grootste varkensmarkten in Overijssel. Behalve handel werd de markt later ook een groot toeristisch trekpleister. Marktkraampjes met (boeren)gereedschap, touwen, werkkleding en klompen maar ook kramen met (gebakken) vis of leverworst complementeerden de varkensmarkt.
Handjeklap
De varkensmarkt werd gefaciliteerd door de gemeente, die ook zorgden voor korven en bakken, later houten hekken om de levende dieren bij elkaar te houden. Bij het betreden van de markt door de handelaren werden de dieren geteld en later ook het gewicht vastgesteld. Een dierenarts hield toezicht op het welzijn van de varkens en biggen. De handel was altijd spectaculair om te zien. Volgens een vast ritueel van loven en bieden werd uiteindelijk via handjeklap een prijs afgesproken. De boeren betaalden meestal contant. De betaling vond onder het genot van een stevige borrel plaats in een van de vele cafés rondom de markt. Terwijl de mannen zakendeden, gingen de boerinnen inkopen doen in de binnenstad. Met name op dinsdag wemelde het daar van de boerinnen in klederdracht. De Ommer winkeliers deden dan ook goeie zaken op marktdag.
Familie krulstaart voerde boventoon
Vanaf het midden van de negentiende eeuw vulden varkens, koeien, paarden, schapen, boter en eieren wekelijks de markt. De varkensmarkt bevond zich vroeger op het middenstuk van het met veldkeitjes plaveide Marktplein. De boerenkleedwagens waarmee de varkens werden aangevoerd stonden geparkeerd bij het Kantongerecht. De paarden konden op stal gezet staan bij café Steen of café Stegeman. Aan de kant van het toenmalige gemeentehuis maakten rijen ijzeren stangen het mogelijk om koeien en pinken daaraan vast te binden om ze op de beestenmarkt te kunnen verhandelen en iets verderop brachten de paardenhandelaren hun viervoeters aan de man. Schapen vulden het Vrijthof. Van alle zijden werd vee de stad binnen gevoerd, maar de familie krulstaart voerde de boventoon.
Einde varkensmarkt
Op 18 december 1990 werd de laatste de varkensmarkt gehouden. Deze werd na zo’n 150 jaar door de gemeente beëindigd omdat er verlies werd geleden. De laatste jaren werd deze alleen nog in stand gehouden uit folkloristische overwegingen. De veehandel concentreerde zich steeds meer op grote markten als in Zwolle, Utrecht en Den Bosch. Bovendien werd toen steeds meer het vee per contract verkocht en rechtstreeks aan slachterijen geleverd. Later, in 2001 gingen ook de grote veemarkten dicht. Overheidsmaatregelen maakten een voortzetting van de handel onmogelijk na ernstige uitbraken van varkenspest en mond- en klauwzeer. Vee werd voortaan via internet of rechtstreeks tussen handelaren gekocht en verkocht.
Herinnering
Op initiatief van de Junior Kamer Ommen werd in 1991 als herinnering aan de varkensmarkt een bronzen varkensbeeld geplaatst op de Markt van kunstenares Kiny Copinga aangeboden door de varkenshandelaren Kouwen uit Nieuwleusen, Möllen uit Hardenberg, Neppelenbroek uit Lemelerveld en Schuttert uit Ommen.
Bron: Harry Woertink – 28 mei 2022