Het is 11 juni 1904 als “De Vereeniging tot beoefening van Overijselsch Regt en Geschiedenis” voor Ommen heeft uitgekozen als vergaderlocatie voor haar Zomervergadering.
1904 – Huize Het Laar met Orangerie. Geheel rechts de woning van de beheerder Tokvoort.
Afbeelding: OudOmmen
Al sinds 1858 houdt deze Overijsselse historische vereniging zich bezig met de geschiedenis van Overijssel. Leden van de Vereeniging komen twee keer per jaar bijeen, op de Zomervergadering en Wintervergadering. Beide keren worden hiervoor bijzondere plekken in de provincie bezocht, gecombineerd met interessante lezingen. Dit keer dus Ommen waar het familiehotel Het Laar van de familie Lokin onderdak biedt. Uit de archieven een verslag van de vergadering van toen en de historische rijtoer.
Uit historisch oogpunt belangrijk
“In de laatste jaren viel vrijwel als regel de keus op Kampen, Deventer of een der grootere Twentsche plaatsen als het ging om de Zomervakantie. Men wilde nu eens beproeven of het niet mogelijk zou zijn in den zomer bijeen te komen ook op kleinere plaatsen, die zelf of wel wier omstreken uit historisch of oudheidkundig oogpunt belangrijk zijn. Nu de spoorlijn Zwolle – Ommen gereed was, kon men zonder groot bezwaar naar Ommen de schreden richten. Er waren een 20-tal leden aanwezig, een cijfer dat voor een proef bemoedigend mag heten. De samenkomst was belegd in ’t familiehotel het Laar, nabij ’t station Ommen, ’t welk bijzonder geschikt daartoe bleek te zijn. De voorzitter, mr. R. E. Hattink, opende kort na half elf de vergadering. Na mededeeling der namen van enkele leden, die de vereeniging door overlijden of bedanken had verloren, werden een viertal nieuwe leden benoemd: de heeren Mr. P. Wildervanck de Blécourt, griffier bij het kantongerecht te Ommen; F. E. baron Mulert, kapitein-luitenant ter zee te Hellevoetsluis; J. W. Doffegnies, burgemeester van Diepenveen en A. A. Beekman, leeraar aan de Hoogere Burgerschool te ’s-Gravenhage.
Stukje historie over Ommen
Het bezoek aan de gemeente Ommen en de voorgenomen rijtoer door de omstreken hadden den heer Hoefer aanleiding gegeven een en ander over de plaats en de omgeving bijeen te zamelen, om op deze wijze de samenkomst voor de leden nog meer vruchtdragend te maken. Wij kregen een stukje historie over Ommen als plaats. De naam komt ’t eerst voor in 1133 als geslachtsnaam, terwijl hij in 1227 als plaatsnaam en in 1319 als naam van het kerspel wordt aangetroffen. In 1248 kreeg Ommen van den Bisschop stadsrechten. De historie van Ommen is, zooals het met de meeste steden het geval is geweest, een aaneenschakeling van gevechten, brandschattingen, van rampen door ’t vuur of door stroopende benden veroorzaakt, van herstel door de energie van de ingezetenen of door de hulp van machtige bondgenooten. In 1332 werd het door de heer Van Voorst en Van Rechteren verbrand terwijl de overwinnaars zorgden, dat de wallen werden opgeruimd. In 1386 waren de vestingwerken hersteld.
Vier poorten
Er waren vier poorten, onder andere de Bruggepoort, wier plaats, met ’t oog op de rivier de Vecht natuurlijk, is aan te wijzen. Over de brug, de rechten daar geheven en wat daarmede in verband stond, deelde spreker onderscheidene bijzonderheden mede. De jaren 1516 en 1517 brachten voor Ommen weder harde tijden. Vijandelijke strooptochten teisterden de stad, terwijl een hevige brand een groote verwoesting veroorzaakte. Ook de groote kerk werd vernield. Later werd bevel gegeven tot ontmanteling van de stad, een bevel waaraan niet dadelijk werd voldaan, maar op ’t einde der 16e eeuw was Ommen een open plaats. Toen in 1622 de stad weder door plunderende benden was bezocht, werd de Ommerschans opgericht, maar veel profijt bracht dat verdedigingswerk, blijkens de ervaring, niet aan. De heer Hoefer deed daarna verschillende mededeelingen over Ommen zelf, over ’t wapen der stad, over de groote kerk, die vóór de Hervorming aan de Heilige Brigitta was gewijd en wier bouw en samenstelling spreker nauwkeurig had nagegaan, over de klokken, waarvan hij de opschriften gaf, over de klokkentoren, die niet naast maar in de kerk was gebouwd, over de wapens van de Pallandt’s en van de Haersolte’s, die men vond in den lezenaar van den predikstoel en dien van den voorlezer en nog veel meer. Van het Heilige-Geestgasthuis, dat al in 1485 voorkomt, is niets meer te vinden en evenmin van het oude stadhuis.
Rooms Katholieke kerk van Schokland
De Rooms Katholieke kerk is niet door oudheid merkwaardig, maar wel ter wille van het feit, dat zij daar is overgebracht uit Emmeloord, het noordelijk gedeelte van Schokland. Schokland — thans door de bevolking verlaten en alleen door een opzichter en eenige beambten van den Waterstaat bewoond — bestond vroeger uit de eilanden Ens en Emmeloord. ’t Zuidelijk deel behoorde aan Overijssel, het was overwegend protestant, terwijl de Emmeloorders bijna allen katholiek waren. Toen de regeering in 1858 tot ontvolking van Schokland moest besluiten, werd de R. K. kerk op Emmeloord, die nog zoogoed als nieuw was, afgebroken en weder opgericht te Ommen; wat aan de kerk behoorde werd mede overgebracht, zoodat men er nog veel vindt dat uit een historisch oogpunt belangrijk is: een steenen doopvont (uit de 14e eeuw), mooie koperen kandelaars, een miskelk, etc.
De Ommerschans
De Ommerschans, die slechts een enkele maal dienstgedaan heeft in den krijg, is in 1824 aangekocht voor de Maatschappij van Weldadigheid. ’t Rijk nam de inrichting in 1859 over en veranderde ze in een strafkolonie. Later, in 1891, is de kolonie opgeheven en in Veldzicht, tot opvoedingsgesticht voor jongens, hervormd. De kerk die er stond is opgeruimd. Het gebouw dat er nu als kerk dienst doet, wordt aan de eene zijde voor den eeredienst der Ned. Hervormden, aan den anderen kant voor dien der R. K. gebruikt, zoodat de predikant van den stoel het altaar in de R. K. kerk kan zien.
Nieuwebrug
Daarop kwam Ambt Ommen aan de beurt. De heer Hoefer gaf eenige bijzonderheden over het Huis Eerde, over ’t Laar en over Nieuwebrug. Eerde komt reeds in 947 voor. Het is sedert 1705 in het bezit van de familie v. Pallandt. ’t Huis het Laar is eerst later op de tegenwoordige plaats gebouwd. Vroeger stond het iets verder van Ommen verwijderd, meer nabij het punt waar de Regge in de Vecht valt.
Nieuwebrug is nooit door gebouwen merkwaardig geweest maar wel door ’t feit dat daar ter plaatse de Staten en de Ridderschap vergaderden. Een gebouw was er niet voor hen opgericht. Naar alle schijn werd het punt alleen gekozen omdat het als ’t ware in het midden der provincie was gelegen. Er waren een paar herbergen waar de leden zich zoo goed als ’t ging moesten behelpen. De Bisschop heeft ze daar onder meer bijeen geroepen om de besluiten op den Rijksdag te Worms genomen, te bemiddelen.
Ommen belangrijke plaats
Uit een en ander blijkt dat Ommen een belangrijke plaats is. De korte tijd die ditmaal — met het oog op den rijtoer — slechts beschikbaar gesteld kon worden, dwong spreker zich te beperken en slechts aan te stippen waar hij gaarne wat breeder de herinneringen zou hebben geschetst, die deze historische plek tevoorschijn roept.
Rijtour
Een dankbaar applaus en een zich daarbij aansluitend woord van den Voorzitter was spreker ‘t bewijs dat zijn studie werd gewaardeerd. Nadat men eenigen tijd aan de koffietafel was samen geweest, kon de rijtoer worden begonnen. Een 6-tal rijtuigen — allen flink bespannen — kwamen voor en met Ommen’s burgemeester, den heer jhr. J. L. van Nahuys, als leidsman, ging het voorwaarts”.
Tot zover het verslag van de vergadering van 11 juni 1904 in de spelling van toen. In het volgende deel een verslag van de rijtoer door Ommen en omgeving.
Bron: Harry Woertink – 13 november 2020