Houtsnijkunst van Jan Damman nu te zien in het Ommer museum

In het Historisch Museum in Ommen is een tijdelijke expositie te zien van houtsnijkunst van de hand van Jan Damman (1898-1980).

Het Ommer boertje, een houten beeldje als souvenir van de hand van beeldsnijder Jan Damman.

Liefhebberij
In de tijdelijke expositie gaat het om kleine uit de handgesneden houten beeldjes als souvenirs, engeltjes met bazuinen en Atlassen voor hang- en staartklokken. Een en ander is bewaard en verzameld door familieleden van de ambachtelijke houtsnijder. Uit liefhebberij sneed Damman in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw, met de hand verschillende voorwerpen uit hout. Zijn hobby zorgde uiteindelijke een grote afzet van de snijkunst, want bijna niemand anders kon zo uit de hand engelen en Atlassen snijden. De vraag was dan ook groot, met name bij antiquairs. “Ze komen per auto en laden de beeldjes in. Als ik aan de verzoeken wilde voldoen zou ik dag en nacht engeltjes moeten maken maar dan zou ik er zelf waarschijnlijk spoedig ook een zijn”, liet beeldsnijder Damman zich ooit eens ontvallen. Voor Damman dan ook geen auto die buiten stond waarmee hij zo nodig snel door het land kon razen. Ook hoefde hij niet uit te breiden, geen personeel aan te trekken en geen balans op te maken in december. Damman had alle tijd en vond met zijn beeldjes een mooie dekking van de kosten voor sigaren.

Afvalhout
Damman was met zijn houtsnijwerk een uniek persoon. Uiterst secuur wist hij met mesjes bazuinengelen en Atlassen voor ouderwetse hang- en staartklokken te maken. Hij begon morgensvroeg in het schuurtje van de door zijn gezin bewoonde rijtjeswoning aan de Cortenaerstraat in Ommen. Daar werkte hij door tot 3 uur in de middag om vervolgens in de tuin te gaan werken of van een fijne sigaar te genieten.

Lees verder Houtsnijkunst van Jan Damman nu te zien in het Ommer museum

Jan Friesendorp stelde orde op zaken toen Ommen diep in de schulden geraakte

Het geslacht Friesendorp heeft in de 17e en 18e eeuw een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Ommen.

1977. Links burgemeester Carel Knoppers en midden Paulus Wildervanck de Blécourt uit Ommen. Het aangeboden schilderij van Jan Friesendorp wordt onthuld.

Maatregelen
De stadsfinanciën raakte begin 1700 hoe langer hoe meer in verval. De gemeentekas was leeg en Ommen zat diep in de schulden. Met name Jan Friesendorp wist het tij te keren met drastische (belasting)maatregelen. De naam Friesendorp rolt nog steeds voort in de historie van Ommen. Er is in Ommen een straat vernoemd naar de Friesendorpen. Andere tastbare herinnering van de familie Friesendorp is de gevelsteen met het alliantiewapen Friesendorp-Walraven, die eerder dit jaar terug geplaatst is in de nieuwbouw van de oude Hema-locatie in de Brugstraat.

Scherpe bezuinigingen
Er kon dan ook niet meer door de gemeente op rekening gekocht worden omdat leveranciers bang waren dat betaling uit zou blijven. Op het stadhuis lukte het niemand om orde op zaken te stellen. Tot 1713, toen Jan Friesendorp werd aangesteld als ontvanger van de gemeentelijke belastingen. Hij ontwierp allereerst regels voor het gemeentebestuur zelf. Met de nodige moeite legde hij het declaratiegedrag van zijn medebestuurders tijdens dienstreizen aan banden. Ook bezuinigde hij scherp op het consumptiegedrag tijdens vergaderingen. De bestuurders vergaderden onder het genot van wijn, bier en tabak, ja soms zelfs pepernoten. Een bestelling van drank bij de waard moest voortaan op naam gebeuren in plaats van op de stadsrekening. Verder mochten werklieden bij reparatiewerkzaamheden aan publieke gebouwen of bruggen geen materialen meer verspillen. Bovendien werden de belastingregels aangescherpt.

Weer geld in het laatje
De inspanningen van Friesendorp wierpen hun vruchten af. Er kwam weer geld in het laatje, waarvan zelfs een nieuwe brug van meer dan 2000 gulden betaald kon worden. Maar het geld moest wel grotendeels opgehoest worden door de gewone Ommenaren. Zij betaalden maar liefst 7 tot 10% van hun veelal karig inkomen aan belastingen op onder meer grondbezit, vuursteden, gemaal, geslacht vlees en hoornbeesten.

Vooraanstaande functies
Deze Jan Friesendorp was een zoon van Hendrik Friesendorp, die in 1680 schepen van Ommen was en vanaf 1694 burgemeester. Ook Gerrit was een zoon van Hendrik. Gerrit Friesendorp had negen kinderen waarvan de meesten ook vooraanstaande functies hadden waaronder Lubbertus, die in Ommen schatbewaarder en gemeentsman is geweest. De derde zoon Egbert Friesendorp was eveneens een periode burgemeester van Ommen. Egbert was gehuwd met Anna Lucretia Walraven en zij bewoonden samen het pand in de Brugstraat met het familiewapen Friesendorp/Walraven in de gevel. Dit pand moest in 1969 afgebroken worden in verband met de aanleg van de nieuwe weg over de Markt.

Schilderij
Eerdergenoemde Jan Friesendorp had twee kinderen: Berent Friesendorp en Anna Catrijna Friesendorp. De laatste trouwde op 25 augustus 1757 met Jan de Blécourt, waaruit onder andere het geslacht Wildervanck de Blécourt is voortgekomen. Een schilderij van Jan Friesendorp, in het bezit van de familie, werd in 1977 aangeboden aan de gemeente Ommen. 

Tekst: Harry Woertink – Foto: collectie OudOmmen.nl

Beleid cultuur en erfgoed onder de loep: toekomst musea, start cultuurcafé

Ommen stond dit jaar op de tweede plek in de Top 30 van de via Google meest gezochte kleinere toeristische gemeenten in Nederland.

Een kijkje in het Historisch Rijwiel Museum aan het Kerkplein in Ommen.

Verlenging toeristisch seizoen
“Dat is niet voor niets, want vrijwel nergens is er zoveel variatie en schoonheid te vinden in landschap en natuur” zo laten B en W van Ommen weten in de nieuw gepresenteerde uitvoeringsagenda van de cultuur en erfgoednota. “We willen dit rijtje graag aanvullen met erfgoed en cultuur. Dit kan de recreatiesector in onze gemeente een positieve boost geven in de vorm van een jaarrond aanbod van activiteiten en daarmee een bijdrage leveren aan de verlenging van het toeristische seizoen”, zo valt in de nota te lezen.

Lees verder Beleid cultuur en erfgoed onder de loep: toekomst musea, start cultuurcafé

In memoriam Henk Dooijes (1946-2025)

Op 79-jarige leeftijd is vorige week maandag Henk Dooijes overleden.

‘Een betrokken bestuurslid met kennis van zaken; een groot verlies voor het museum’, zo typeren bestuur en vrijwilligers van het Nationaal Tinnen Figuren Museum in Ommen het overlijden van hun secretaris en conservator Henk Dooijes.

Henk Dooijes was zo’n twintig jaar secretaris en ook actief als vrijwilliger van het Ommer museum. De ruim 120.000 tinnen figuren van het museum zijn ooit eens beschreven door Dooijes als cultuurhistorische figuren die historische gebeurtenissen uitbeelden, en hedendaagse die door minutieuze fijnschilders beschilderd zijn met als pronkstuk van de collectie een monumentale wandschildering van Matthijs Röling.

Handbeschilderde tinnen figuurtjes was een grote passie voor Dooijes, zo was hij bestuurslid van de Nederlandse stichting voor modelfiguren.

Bron: Nationaal Tinnen Figuren Museum Ommen

Nieuw boek “Bevrijding rond de Lemelerberg, deel 5” gepresenteerd – 80 jaar Vrijheid

“Bevrijding rond de Lemelerberg” is een nieuw boek met herinneringen over de bevrijding van Lemele op 10 april 1945.

Eerste exemplaar van het nieuwe boek ‘Bevrijding rond de Lemelerberg’ voor de 99-jarige Hanna Dijk-Wunnink.

Bevrijdingsverhalen
Vrijdagmorgen werd het boekwerk gepresenteerd in het gebouw De Schakel in Lemele in aanwezigheid van de verhalenvertellers van toen waar Anna Dijk-Wunnink en burgemeester Hans Vroomen als eersten het nieuwe boek kregen uitgereikt uit handen van Adri Pouw, voorzitter van “Stichting ‘t Lemels Arfgoed”. De herdenkingsuitgave met verhalen uit Lemele, Archem en Dalmsholte – de vijfde op rij – is een initiatief van ‘t Lemels Arfgoed in het kader van de herdenking en viering van 80 jaar Vrijheid.

Chocola
“Wat kun jij je nog herinneren van de Bevrijdingsdag van Lemele 10 april 1945?”, luidde de vraag die de toen nog jonge oorlogsgetuigen uit Lemele, Archem en Dalmsholte kregen voorgelegd.

Lees verder Nieuw boek “Bevrijding rond de Lemelerberg, deel 5” gepresenteerd – 80 jaar Vrijheid

Cantinewagen voor soldaten in Indië met de groeten uit Ommen: “’t Giet ow goed, bi’j al wa’j doet”

De tekst “Het gaat je goed bij alles wat je doet” maar dan in het Ommer dialect is een unieke Ommer groet die al meer dan 75 jaar lang wordt gebezigd. Hoe komt Ommen aan deze tekst?

1947. De door de inwoners van de gemeente Ommen geschonken cantine-wagen in gebruik bij het Regiment Jagers in Ned. Indië.
Zie voor meer foto’s het album “Nederlands-Indië”.

Tussen 1945 tot 1949 werden tienduizenden dienstplichtige Nederlandse soldaten (en vrijwilligers) naar ‘Indië’ – het huidige Indonesië – gestuurd om daar ‘orde en vrede’ te brengen. Ruim zesduizend mannen zijn helaas nooit van hun missie teruggekomen. Zij sneuvelden, verongelukten of overleden aan ziektes. Uit de gemeente Ommen zijn 132 mannen uitgezonden geweest.

Lees verder Cantinewagen voor soldaten in Indië met de groeten uit Ommen: “’t Giet ow goed, bi’j al wa’j doet”

’80 jaar Vrijheid’ het thema in nieuwste uitgave De Darde Klokke

Het Ommer historisch tijdschrift De Darde Klokke staat dit jaar vier edities lang in het teken van 80 jaar Vrijheid.

April 1945. Een door explosies beschadigde Vechtbrug. Niet alle bommen deden hun werk voor de Duitsers. Ze liggen hier nu verzameld om afgevoerd te worden.

Dagelijks leven
In het nieuwste nummer (216), de derde uitgave van het jaar 2025 gaat de aandacht uit naar de bevrijding van Ommen. In het voorjaar van 1945 hervatten de geallieerden hun opmars in Nederland. De bevrijding was vooral het werk van de grote geallieerde mogendheden. Na vijf jaar oorlog gaf Duitsland zich uiteindelijk over op 4 mei 1945. Na de bevrijding wordt het dagelijkse leven weer opgepakt. De deels provisorisch herstelde Vechtbrug wordt nog eens onderhandengenomen door de Engelse Royal Engineers (genie). Deze militairen bivakkeerden in de school op het Vrijthof en hebben onderdak in hotel De Zon.

Lees verder ’80 jaar Vrijheid’ het thema in nieuwste uitgave De Darde Klokke

Houtsnijden was voor Jan Damman (1898-1980) meer dan kunst

Uit liefhebberij sneed Damman in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw, met de hand verschillende voorwerpen uit hout.

Jan Damman met sigaar bezig met zijn geliefde hobby.

Elektricien
Johannes Marinus (Jan) Damman werd in 1898 geboren in Zwollekerspel als het vierde kind van in totaal negen kinderen. Zijn ouders waren de eigenaren van Hotel Café Het Wapen van Deventer in Olst. Hij trouwde met Theodora Jacoba Maria van Rossum op 6 mei 1925 in Ommen. Samen kregen zij veertien kinderen. In 1913 was hij leerling timmerman en maakte hij al zijn eerste houtsnijwerken. In het begin sneed hij allerlei figuren uit het zachte hout van de vroegere sigarenkistjes. Als jongen kon hij uren zoet zijn met een stuk hout en een mes om daar iets uit te snijden. Een groot deel van zijn leven heeft Jan gewerkt als elektricien. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog had hij zijn eigen zaak en was de enige elektricien in Ommen.

Tweede Wereldoorlog (40-45)
In 1943 werd Jan samen met vijf andere Ommenaren uit zijn bed gehaald door de Duitsers en als gijzelaar vastgehouden. Hij werd eerst naar concentratiekamp Erika in Ommen gebracht en later naar Kamp Vught. Hij heeft ook in Het Huis van Bewaring aan het Walburgplein in Arnhem gezeten. Op 22 mei 1943 kreeg hij een ‘Entlassungsschein’ van Kamp Vught. Hij was toen 45 jaar oud. Het kampleven was hard. Hij kwam haast onherkenbaar terug met ernstige rugklachten. Hij leek een oude man en had geen haar meer. Nadat hij uit het kamp kwam, dook hij onder bij een Nederlandse familie in Glanerbrug. Hij kreeg daar een baan als nachtwaker in een meubelfabriek. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog zat hij zelfs nog even ondergedoken bij zijn eigen gezin in Ommen. De familie Damman woonde toen in de oude pastorie van de gereformeerde kerk in Ommen, maar zij moesten deze delen met de bezetters. Een deel van de begane grond werd bewoond door ongeveer acht Duitsers. Het gezin mocht nog een gedeelte van de benedenverdieping gebruiken (de keuken en drie kamers beneden) evenals twee slaapkamers boven. Jan bleef in de slaapkamer van zijn vrouw op de begane grond en hij verstopte zich daar onder de vloerplanken wanneer er iemand op bezoek kwam.

Lees verder Houtsnijden was voor Jan Damman (1898-1980) meer dan kunst

Lees hier ‘Overijssel Toen en Nu’

Het digitale historisch tijdschrift ‘Overijssel Toen en Nu’ is ook te lezen via de website OudOmmen.nl.

Noaberschap
Dit jaar zijn inmiddels drie edities verschenen. ‘Overijssel toen en nu’ zorgt altijd voor interessante historische verhalen uit de provincie. Zo is er aandacht voor het noaberschap. In de laatst uitgekomen digitale editie een verhaal over oude kaarten van de gemeente Hellendoorn.
Het noaberschap is in Overijssel waarschijnlijk ontstaan in de middeleeuwen, binnen de context van buurschappen en marken op het platteland. Relatief geïsoleerde dorpsgemeenschappen functioneerden grotendeels zelfstandig en regelden gezamenlijk belangrijke zaken zoals het beheer van wegen, waterlopen en landbouwgrond. Binnen deze structuren ontwikkelde zich een systeem van onderlinge hulp, waarbij buren elkaar hielpen met agrarische taken, geboorten, huwelijken, ziekten en sterfgevallen. De eerste concrete verwijzing naar noaberschap in Overijssel is te vinden in de zogeheten markeceduul van de marke Harculo bij Zwolle uit 1474. Hierin werd vastgelegd dat buren verplicht waren elkaar ‘nae older gewoonte’ te helpen bij begrafenissen. Dit wijst op een gebruik dat waarschijnlijk al langer bestond. Noaberschap was gebaseerd op wederkerigheid: wie hulp gaf, kon op een later moment zelf ook hulp verwachten.

De in 2025 reeds verschenen edities zijn te lezen met een handige pageflip door op deze link te klikken:

Redactie OudOmmen.nl

Noabers komen niet met lege handen op feest van Wim en Janny

Wim en Janny van der Heide vierden deze week hun 50-jarig huwelijksfeest. En zoals goede noabers verstaan, kun je op een feest niet met legen handen komen.

Wim & Janny 50 jaar getrouwd.

Bankje
De noabers van het gouden bruidspaar zorgden voor een mooie ereboog boven de voordeur en de noabers met wie de familie Van der Heide eerder samen een bedrijf hadden of nog hebben, te weten Dik Wermink, Marcel Grondman en Harold Pasman, boden het jubilerende echtpaar als cadeau een houten zitbankje aan met de tekst “Wim & Janny – 50 jaar”. Het bankje zal ze goed van pas komen op hun landgoed.

Lees verder Noabers komen niet met lege handen op feest van Wim en Janny