Op 10 april 1946 – één jaar na de bevrijding van de gevangenen van het concentratiekamp “Erika” – organiseerden de oud-gevangenen een reünie.
10 april 1946. Burgemeester C.E.W. Nering Bögel legt een krans bij het zojuist onthuld gedenkmonument op de Besthmenerberg ter herinnering aan de slachtoffers van kamp Erika.
Zie ook het album “2e Wereldoorlog”
Het hoogtepunt van deze reünie was de onthulling van het gedenkteken, dat ter nagedachtenis aan de gevallen makkers werd opgericht bij de toegangsweg naar het kamp op de Besthmenerberg, vlak bij de bekende ”Steile Oever” aan de weg Ommen-Den Ham. Ruim 600 oud-gevangenen kwamen af op deze bijeenkomst om de nagedachtenis van hun gevallen lotgenoten te eren en een monument te onthullen. De burgemeester van Ommen, de heer C.E.W. Nering Bögel, plaatste een krans bij de voet van het gedenkteken met de tekst: “Ter nagedachtenis aan onze gevallen kameraden”. Na de sobere plechtigheid werd langs het monument gedefileerd.
De Knackers
Door hun bewakers werden deze gevangenen ook “De Knackers” genoemd een scheldnaam voor luis of parasiet. Gedachtig het voorbeeld van de geuzen die een even benarde tijd hebben doorstaan hebben de oud-gevangenen dezen naam als erenaam gekozen. Na een mars door het vriendelijke stadje trokken de reünisten naar kamp Erika. Hier wachtte echter een grote teleurstelling. Hun kamp waarin thans de handlangers verbleven om te peinzen over hun verraad moest op last van hogerhand gesloten blijven. Zij werden nu verzameld in een grote tent nabij de ingang waar zij werden verwelkomd door de heren Nering Bögel en K. Seinen uit De Krim de ziel van het Erika-trio, die het initiatief nam. Als eerste werd onder algemene instemming besloten een telegram van hulde en trouw te zenden aan H. M. de Koningin.
Ter nagedachtenis van onze gevallen makkers 1940—1945
De heer K. Seinen sprak een kort openingswoord, waarna korte bevelen weerklonken. De soldaten presenteerden het geweer, terwijl de burgemeester van Ommen het monument onthulde en een krans legde. Ook door ex-gevangenen werden kransen gelegd aan de voet van een eenvoudig monument dat het opschrift draagt: „Ter nagedachtenis van onze gevallen makkers 1940—1945. De oud-gevangenen van Erika. 10 april 1946.”
Ommen, het veel bezochte toeristenoord, had in die dagen geen bijster goede naam. Het werd te zeer vereenzelvigd met de aanwezigheid van het concentratiekamp op de Besthmenerberg. Burgemeester Nering Bögel wees daarop, toen hij de reünisten, van wie verscheidene vergezeld waren van hun dames, namens het gemeentebestuur welkom heette. Er volgde een minuut eerbiedige stilte, waarna plechtig het Wilhelmus weerklonk. Nadat een vendelgroet was gebracht voerden achtereenvolgens de heren Van Arkel, burgemeester van Neede – mr. dr. Wytema, burgemeester van Beilen het woord. „Zij die hun leven lieten in de strijd tegen de gehate dwingeland zijn gevallen voor de hoogste idealen die hier vertrapt werden, doch die wij onvermoeid zullen hebben uit te dragen”, aldus besloot Wytema zijn rede. De schoonheid van de natuurlijke omgeving gaf de kracht aan de aanwezigen om op de moeilijke ogenblikken rust te vinden en ook de kracht om vol te houden tot het einde.
Verplaatsing Kamp Erika naar Westerbork
Het is voorjaar 1945 als vanuit het zuiden onder andere Engelse, Canadese en Amerikaanse soldaten Nederland binnenkomen om ons land te bevrijden. Het Duitse leger geeft zich niet zomaar over. De opmars van de geallieerden is ook de gewapende bewakers van het gevangenenkamp Erika niet ontgaan. Twente is al bevrijd en soldaten van het Canadese leger rukken verder op. In de nacht van 4 op 5 april wordt op kamp Erika groot alarm geslagen. Er zijn berichten dat de geallieerden op korte afstand zijn genaderd. “Alles inpakken en klaarmaken voor de afmars” klinkt het vanaf de appelplaats waar de gevangenen plotsklaps bij elkaar zijn geroepen. De groep krijgt te horen dat Westerbork hun nieuwe bestemming wordt, maar wel lopend. In colonne gaat het kort daarna in alle vroegte richting Balkbrug. Zij die nog even achterom kijken zien een vuurgloed boven het kamp uitstijgen. Het blijkt dat een munitieopslag in de buurt van het kamp is opgeblazen. Iedereen is bang onderweg. Nu ontsnappen betekent zondermeer de kogel van een van de gewapende bewakers. Als vliegtuigen over de groep scheren wordt gebruik gemaakt van dekkingsgaten langs de weg. In Hoogeveen wordt de nacht van 5 en 6 april doorgebracht in een door de Duitser leeggeroofd winkelpand. Op 6 april komt de colonne druppelsgewijze aan in het arbeidskamp de Pieterberg bij Westerbork (niet te verwarren met het noordelijker gelegen Kamp Westerbork). Het is bijna avond als de laatste gevangenen komen binnenstrompelen. In de barakken slapen de gevangenen op stro. Zaterdag 7 april is het een dag van niks doen. Op zondag 8 april wordt rondom het kamp heftig geschoten. Een bevrijdingspoging van Westerbork mislukt. Vervolgens is het wachten tot 10 april. Die dag slaan alle bewakers en Duitse soldaten op de vlucht als bekend is dat de geallieerden niet ver weg zijn. Er komen pantserauto’s en tanks bemand met Poole soldaten het kampterrein oprijden. Voor de gevangenen is het duidelijk dat dit betekent dat er een einde is gekomen aan vijf verschrikkelijke jaren. “Vrij!”, “Vrij!”, “Wij zijn weer vrij!” schreeuwen ze het uit van blijdschap.
Erika en Erica
Het gevangenenkamp Erika was van 1941 – 1945 een plek van ontberingen, pijn, vernederingen en veel leed. Van 1924-1938 werden hier de Sterkampen gehouden. Tot 1929 was Krishnamurti jaarlijks aanwezig. In 1940 viel het terrein in Duitse handen en deed eerst dienst als gevangenenkamp. Vanaf mei 1943 is Kamp Erika in gebruik geweest als doorvoerkamp voor Duitse werkkampen. Na de oorlog kreeg het kamp de naam Erica (met een c) en deed het dienst als interneringskamp voor opgepakte Nederlanders. Op 31 december 1946 werd Kamp Erica gesloten.
In deel 2 meer over Ommen en de Tweede Wereldoorlog.
Tekst: Harry Woertink – Foto: collectie OudOmmen.nl
Indrukwekkend verhaal-ik ben benieuwd naar het vervolg
LikeLike