OMMERSCHANS – De Koloniën van Weldadigheid waaronder de Ommerschans, worden dit jaar geen UNESCO Werelderfgoed. Dit heeft zaterdag het Werelderfgoedcomité besloten in Bahrein.
Het hoofdgebouw van de Ommerschans rond 1900.
Afb.: OudOmmen
UNESCO erkent de Werelderfgoedwaardigheid van de Koloniën, maar heeft aan Nederland en België gevraagd het nominatiedossier aan te passen en opnieuw in te dienen. Mogelijk kan dat al in 2019. De initiatiefnemers van het streven naar de werelderfgoedstatus gaan de komende tijd hard aan de slag om dan wel erkend te worden als werelderfgoed.
Unieke waarde
Dat de inschrijving geen sinecure was bleek na het rapport van het internationale adviesorgaan van UNESCO. Die stelde namelijk voor om alleen Frederiksoord en Wilhelminaoord de status van werelderfgoed te geven, met als reden dat daar het meeste is te zien van de geschiedenis van de voormalige landbouwkoloniën. Maar vertegenwoordigers van andere koloniën wilden daar niets van weten. Achter de schermen is vanaf het advies veel gebeurd. In Bahrein heeft de stuurgroep achter de nominatie veel landen kunnen overtuigen van de unieke waarde van de Koloniën. Daarmee is een belangrijke stap gezet. Er is begrip voor het hele verhaal van de vrije én onvrije Koloniën. Het is nu zaak om de gevonden steun een volgende keer te verzilveren zodat de Koloniën werelderfgoed worden. Dit is nu precies 200 jaar na de oprichting van de eerste Kolonie in Nederland en 25 jaar na de afschaffing van de wet op de landloperij in België. De Koloniën van Weldadigheid zijn ’s werelds eerste, meest grootschalige en langst functionerende voorbeelden van landbouwkoloniën om armoede te bestrijden. Ze zijn voorlopers van onze verzorgingsstaat. Ruim een miljoen Nederlanders en Belgen hebben voorouders in de Koloniën van Weldadigheid.
Ommerschans
De Ommerschans, op de grens van de gemeenten Ommen en Hardenberg is oorspronkelijk gebouwd als militaristisch bolwerk: een aarden schans met vier bastions, een gracht en lunetten. Om tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) de noordelijke provincies te beschermen tegen aanvallen van Spaanse soldaten werd in 1628 de Ommerschans in gebruik genomen. De Ommerschans had echter als verdedigingsbolwerk weinig betekenis: de vijand kwam niet en als ze er wel waren namen de soldaten van schrik de benen. In 1742 is de Vesting Ommerschans ingericht als ’s Lands Magazijn: een grote opslagplaats van munitie. Daarbij is een extra stervormige ring aangelegd om de oorspronkelijke vierkante schans. Vanaf die tijd tot circa 1809 heeft de schans als zodanig dienst gedaan.
Bedelaarskolonie
De Maatschappij van Weldadigheid werd in 1818 opgericht onder leiding van de oud-officier Johannes van den Bosch. Hij stichtte in totaal zeven ‘koloniën’. Drie van deze koloniën waren onvrij, de zogeheten strafkoloniën. Van den Bosch verkreeg de inmiddels vervallen Ommerschans met omliggende velden, venen en moerassen om er een strafkolonie te beginnen. In het westen waren de armenhuizen overvol en leefde een groot deel van de bevolking van de bedeling en armenzorg. Bedacht werd om de woeste gronden in het oosten van het land te laten ontginnen om zo de mensen die in armoede leefden een bestaan te laten opbouwen. In 1819 kwam de Ommerschans als bedelaarskolonie gereed. Binnen de gracht deed een twee verdiepingen tellend kloosterachtig gebouw dienst als verblijfplaats voor de 1000 tot 1200 opgepakte bedelaars, landlopers, dronkaards en ander gespuis uit de grote steden. Ze werden onder zwaar toezicht aan het werk gezet. Ze moesten helpen met de ontginning, turf steken of landarbeid verrichten op de buiten de gracht gelegen twintigtal boerderijen. Binnen de grachten werden in de werkplaatsen allerlei karweitjes verricht.
Als in 1889 de kolonie wordt opgeheven zijn er 21 boerderijen gebouwd en is duizend hectare grond in cultuur gebracht. De koloniegronden en boerderijen zijn toen geleidelijk verkocht aan particulieren. Vanaf 1908 werden de gebouwen behorende tot de kolonie afgebroken. Van de twintig zogeheten limiethuisjes is die aan de Boslaan/Dronkemanslaantje in Balkbrug nog in originele staat. Deze huisjes stonden op de kop van de lanen, bedoeld om vluchtelingen uit de schans direct in de kraag te vatten. Binnen de schans en kort daarbij zijn nog aanwezig de NH-kerk (1845) met pastorie uit 1832. De ijs- en voorraadkelder, de dokterswoning (1865), de onderwijzerswoning(1903), die bij het tot de school omgebouwde hospitaal stond en de boerenhoeve nummer 4 uit 1835. Uit de tijd van het bedelaarsgesticht stamt ook de begraafplaats. In het bedelaarsgesticht was de medische toestand slecht en het eten schaars. Mede door besmettelijke ziekten stierven er dan ook veel mensen. Er liggen maar liefst 5448 mensen begraven uit de periode van 1821-1889.
Bron: Harry Woertink – 1 juli 2018