Ommen ligt aan de Vecht, in de streek Salland of specifieker het Vechtdal.

1939. Prins Bernhard (midden) op bezoek in Ommen bij het Buitencentrum van de Ned. Padvindersvereniging. Naast de prins met zilveren spelsel Ph. D. Baron van Pallandt van Eerde; geheel rechts burgemeester C.E.W. Nering Bögel.
De plaats Ommen wordt al rond het jaar 1100 genoemd als doorwaadbare plaats langs de Vecht. In 1248 kreeg Ommen stadsrechten.
Vreemdelingen
De natuurlijke rijkdom van het stadje aan de Vecht werd al heel vroeg ontdekt door vakantiegangers, toen nog aangeduid als ‘vreemdelingen’. Het begon met de nationale padvinderij en de Sterkampen, die beiden Ommen als basis hadden. Zij zorgden ervoor dat jaarlijks horden mensen naar Ommen kwamen. De in 1903 geopende spoorlijn heeft daar ook een hele positieve bijdrage aan geleverd.
Het uitgebreide gebied rondom Ommen kent een verscheidenheid aan landschappelijk schoon. Weilanden, bossen, heidevelden en zandverstuivingen worden afgewisseld met schilderachtige landgoederen en buurtschappen. Kenners van het Nederlandse natuurschoon beschouwen het Ommer landschap dan ook als het mooiste en veelzijdigste, wat Overijssel te bieden heeft. Ommen is sinds jaar en dag een toeristische trekpleister van formaat.Orde van de Ster van het Oosten
In de dertiger jaren van de vorige eeuw kende Ommen de Sterkampen. De Indische Jiddu Krishnamurti (1895-1986) kwam naar Ommen en was goed voor duizenden bezoekers afkomstig uit de hele wereld. Ze werden met speciale treinen naar Ommen vervoerd. Ommen werd op de spirituele wereldkaart gezet. Philip Dirk Baron van Pallandt (1889-1979), opgegroeid op het landgoed Duinrell in Wassenaar erfde in 1913 het bezit van zijn oom Rudolf Theodorus van Pallandt. Het ging om 1700 hectare grond, 23 boerderijen en huizen, gelegen tussen Vecht en Regge waaronder kasteel Eerde.
In 1921 bracht Krishnamurti op uitnodiging van baron van Pallandt een bezoek aan het landgoed Eerde. Bij deze gelegenheid bood Van Pallandt hem het landgoed Eerde aan met ook de Besthmenerberg. Na aarzelen besloot Krishnamurti (die geen persoonlijke eigendommen wilde hebben) op het aanbod in te gaan met dien verstande dat de bezittingen ondergebracht werden in de “Eerde Stichting”. Van Pallandt was inmiddels toegetreden tot de Theosofische Vereniging en de Orde van de Ster van het Oosten. In 1923 werd door baron van Pallandt het kasteel met de bijbehorende bossen, heide en akkers overgedragen aan de Orde van de Ster in het Oosten met Krishnamurti als voorzitter van de in het leven geroepen Eerde Stichting.
Besthmenerberg
In augustus 1925 werd voor het eerst een Sterkamp gehouden op de Besthmenerberg. In de bossen en op de heide werd het nieuw geestelijk wereldcentrum gesticht compleet met kampeerterrein, een winkel, een postkantoor, een bank, een kantine, een conferentiecentrum, radiofaciliteiten en nog veel meer om een comfortabel verblijf van enkele weken mogelijk te maken. De meeste bouwwerken waren in hout uitgevoerd. Ook werd een klein openluchttheater aangelegd voor de dagelijkse kampvuren. In augustus 1939 vond in Ommen het vijftiende en ook laatste Sterkamp plaats. In 1940 werd wegens de oorlogsdreiging de bijeenkomst uitgesteld en vervolgens niet meer gehouden. De Orde van de Ster van het Oosten hield zich behalve het organiseren van de jaarlijkse Sterkampen ook met andere zaken bezig. Daarbij werd samengewerkt met de ‘Edith-stichting’, genoemd naar Van Pallandt’s moeder. De stichting richtte zich op projecten voor de bevolking in Ommen. Als eerste was dat de oprichting van de Edithschool aan de Koesteeg 1, een kleuterschool voor Montessori-onderwijs met een woonhuis voor de leerkracht en een badhuis voor de Ommer bevolking. Met de bouw van tien rietgedekte woningen aan het Edith-Hof, toen bestemd voor gezinnen met lage inkomens, zorgde Van Pallandt voor de eerste sociale woningbouw in Ommen. De Edithhof en de Edithschool waren een vertaling van de ideeën uit de Sterwereld naar de Ommer situatie.
Scouting
Ommen is onverbrekelijk verbonden met de padvinderij, de tegenwoordige scouting. Was er niet zo’n nauwe betrekking geweest tussen één der eerste Haagse padvindersgroepen en baron van Pallandt, dan zouden de scoutingactiviteiten op elke andere plaats in Nederland zich hebben kunnen afgespeeld. In de loop van de jaren is de geschiedenis van de Nederlandse padvindersbeweging als het ware vergroeid met Ommen. De padvinderij kan beschouwd worden als de bakermat van het toerisme in Ommen. Dankzij Baron Philip Dirk van Pallandt zijn er al een eeuw scoutingactiviteiten in Ommen. Op Landgoed Eerde sinds 1913 en op het aan de Zwolseweg 17 gelegen Gilwell Ada’s Hoeve sinds 1923, dit jaar dus exact 100 jaar.
Tot zover deel 11 van deze vervolgserie. In deel 12 meer over stadsrechten Ommen 1248-2023.
Tekst: Harry Woertink – Foto’s: collectie OudOmmen.nl

1928. Station Ommen. Duizenden volgelingen van Krishnamurti van over heel de wereld vervoerden zich per trein naar de Sterkampen in Ommen