De strategische ligging van Ommen ten opzichte van de Vecht en de Regge zal ongetwijfeld de doorslaggevende stem van de bisschop Otto III zijn geweest om in 1248 Ommen stadsrechten te verlenen. Dit is deel 3 van een vervolgserie.

1948. Bij de viering van 700 jaar stadsrechten hebben bewoners van de Bouwstraat/Bouweinde de Arriërpoort nagebouwd op de plek waar deze ooit heeft gestaan.
De bisschop had grote belangen bij de beveiliging van een zijner grenssteden Ommen. In Ommen, gelegen aan een zo belangrijke rivier de Vecht kon immers tol geheven worden om zo de steeds ledige bodem van de schatkist te kunnen vullen. Daags na Bartholomeusdag (24 augustus) op 25 augustus van het jaar 1248 besloot Bisschop Otto III Ommen dan ook stadsrechten te schenken. Daardoor kreeg Ommen dezelfde rechten als Deventer, Kampen en Zwolle.
Originele stadsbrief verloren
De originele stadsbrief waaruit blijkt dat Ommen op 25 augustus 1248 stadsrechten kreeg is verloren. Wel zijn later meerdere keren de stadsrechten van Ommen bevestigd. Toch is er wel eens discussie of de Ommer stadsrechten echt zijn.
Echter, een 17e-eeuws afschrift van de stadsbrief uit 1248 bevestigd nog eens klip en klaar dat ze wel echt zijn. Weliswaar is ze overgeschreven, zo kan bevestigd worden uit het handschrift, waarbij ook een schrijffoutje is gemaakt in het jaartal door de 4 aan te zien voor een 0: 1208 moest 1248 zijn. Maar niettemin doet de inhoud authentiek aan!Vertaling inhoud brief stadsrechten
De vertaling van het in het Latijns opgestelde afschrift uit de 17e-eeuws luidt als volgt: “Otto, door de genade Gods Bisschop van Utrecht. Aan allen die dit zullen lezen maken wij bekend, dat wij aan alle tegenwoordige en toekomstige inwoners van onze stad Ommen goedgunstig dezelfde vrijheid hebben verleend als de inwoners van onze steden Deventer, Zwolle en Kampen van ons genieten en van onze voorgangers gewoon waren te ondervinden, tot welzijn en nut van onze Utrechtse kerk, tot heil van onze gelovigen; en wij bepalen dat de stad Ommen zelf vrij zal zijn. Wij gelasten aan eenieder en aan allen, dat zij niets ondernemen tegen de vrijheid welke wij aan voornoemde mensen en plaats hebben geschonken, maar wij willen dat deze ten opzichte van ieder inwoner der plaats worde uitgeoefend en in goede trouw worde bevorderd, en wij schrijven voor, dat dit alles onverkort zal worden nagekomen.
Gegeven en gedaan in Vollenhove in het jaar des Heeren twaalfhonderd en acht, op den derde der week daags na Bartholomeus, in tegenwoordigheid van Gerard van Deister, proost van Deventer, H. onzen kapelaan, I. van Vorste, P. van Putten, Stephanus, Kasteelbewaarder van Coevorden, S. van Gerner, Schout van Salland, Siger schout van Vollenhove, W. Raarding en S. van Gerner, ridders en zeer veel anderen”. Tot zover de 17e-eeuwse vertaling.
Getuigen
De naam van de bisschop wordt vermeld met een achttal getuigen, onder wie ridders en de toenmalige schouten van Salland en Vollenhove. Andere bewijzen voor de oude papieren van Ommen als stad zijn de brieven uit 1343 en 1346, waarin bisschop Jan van Arkel de stadsrechten heeft bevestigd. Aan een charter uit 1336 hangt het stadszegel van Ommen, waarvan het huidige gemeentewapen is afgeleid.
Dankzij de stadsrechten werd Ommen voorzien van muren en poorten ter beveiliging van de inwoners. De poorten waren de Arriërpoort, de Bruggepoort en de Varsenerpoort.
In deel 4 meer over stadsrechten Ommen 1248-2023.
Tekst: Harry Woertink – Foto’s: collectie OudOmmen.nl

De zeventiende-eeuwse kopie van de uitvaardiging stadsrechten van Ommen.
ik kan mij die poort nog herinneren
LikeLike