Ei gelegd in de Ommermars

In de Ommermars is een ei gelegd. Het gaat om een kolossaal roestig stalen ei dat als uitkijkpunt dient.

Een kolossale ei als uitkijkpost op de Ommermars

Uitkijkgaten in vogelvorm geven zicht op het landschap zoals het er vroeger uitzag: glooiend met zandduinen. Boerengrond heeft plaats gemaakt voor nieuwe natuur, een vogelplas en speelnatuur voor kinderen. Initiatiefnemer van de nieuwe vormgeving is de Stichting Burgerinitiatief Ommermars.

De gronden waren provinciaal eigendom en deels in gebruik als landbouwgrond. Inmiddels zijn Stichting Landgoed Heidehof (noordelijk deel) en Staatsbosbeheer (zuidelijk deel) de nieuwe eigenaren en is het beheer overgegeven aan de Stichting Burgerinitiatief Ommermars. Aan de kant van Ommen is ruimte ingericht voor spelen op een strandje met water en modder en natuurlijke attributen die uitlokken tot spelen. Het zuidelijke stuk aan de Vecht is teruggebracht in de staat zoals die vroeger was, een glooiend terrein met zandduinen. Een aftakking van de Vecht zorgt voor de afwisseling van water en land. Ten noorden aan de rand van de waterplas bevindt zich het uitkijkpunt om (water)vogels te spotten. In de lengterichting loopt het fietspad Zuidermarsweg. Ook zijn er wandelpaden aangelegd.

Vroeger

Het gebied Ommermars ligt aan de rand van de kern van Ommen en wordt begrensd door de Vecht, het Ommerkanaal en de Varsenerdijk. Het kanaal is begin zestiger jaren van de vorige eeuw gegraven als alternatief van het gedempte Ommerkanaal die eerder vanaf de Balkerweg richting Ommen liep. In 1858 bestond de Ommermars voor de helft uit heide met doorschietend gras en voor de helft uit grasland. Bij natte jaren kon slechts een deel van de mars gebruikt worden. Door de Marsgronden liep de weg naar Varsen, die bij overstroming van de Vecht steeds onderwater stond. Daarom is de weg op de scheiding met Stad-Ommen en Varsen verhoogd.

Weiden van vee

De Ommermars behoorde ooit toe aan de Marke Stad-Ommen en was gemeenschappelijk bezit. Voor een vergoeding kon men hier hun vee weiden. Voor een paard moest 1,50 gulden betaald worden, voor een koe een gulden en voor een kalf vijftig cent. Was je geen deelgenoot van de Marke Stad Ommen dan betaalde je aanzienlijk meer voor het laten grazen. Kwam je later in Ommen wonen en je had vee dan kon je voor een bepaald bedrag het recht van inweiding kopen, onder toekenning van het Burgerrecht. Dat noemde men “Het recht van Heyden en Weyden”.

Koewacht

Omdat het nogal eens voorkwam dat het vee door de slechte afrasteringen doorbrak om zich aan de oogst van de Varsener boeren te verlekkeren werd in 1840 voor de Ommermars een koewacht aangesteld. Het vee dat ingeweid werd, brandmerkte men met een nummer in de hoef, zodat ieder zijn beest terug kende.

Op de Ommermars, aan het begin van de huidige Varsenerdijk, werd in 1818 aan de Vecht een oliemolen gebouwd door Hendrik Warsen, die zelf aan de Brugstraat woonde. In de nacht van 17 en 18 december 1823 werd de molen door brand verwoest. Op de plek werd een Pottenbakkerij herbouwd.

Tekst en foto: Harry Woertink

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s