Het bruist telkens in Vilsteren als op de derde zaterdag van de maand de boerenmarkt wordt gehouden op het grasveldje tegenover de kerk.
21 mei 2022. Onder muzikale klanken wordt de boerenmarkt in Vilsteren officieel geopend met het aansnijden van de eerste graskaas van kaasmaker Heileuver.
Foto: Alfons van Kesteren
Zie ook het album “Boerenmarkt”
Een markt met ambachtelijk brood, dagverse zuivel, groente, worst, kruiden, koek, kaas, hartige taart, wijn, bier, chutney, meel, vlees en jam maar bovenal gezelligheid. De boerenmarkt werd officieel geopend met het aansnijden van de eerste graskaas van kaasmaker Heileuver. De boerenmarkt in Vilsteren geeft ons aanleiding een krantenartikel uit 1953 aan te halen met de geschiedenis van dit Ommer kerkdorp. “Ongeveer vijf kilometer ten Westen van Ommen ligt het fraaie en uitgestrekte landgoed Vilsteren, dat volgens de archieven dateert uit de 15e eeuw. Op grote afstand is de spitse toren van de stijlvolle St. Willibrorduskerk reeds zichtbaar. Deze kerk werd omstreeks 1890 gebouwd, een geschenk van de vroegere landheer”, aldus het krantenartikel van bijna 70 jaar geleden en vervolgt met:
Rust
“Kenmerkend is de grote rust die in het vriendelijke Vilsteren heerst, slechts verstoord door ’n enkele voorbijsnellende auto. Het artistieke pleintje met de oude herberg en uitspanning is een gezocht object voor kunstschilders. Naast de herberg staat de dorpswinkel waar men letterlijk alles kan kopen en waarop de bevolking voor de voornaamste levensbehoeften is aangewezen.
Huize Vilsteren
In het centrum ligt Huize Vilsteren, een schepping van de grote bouwmeester Cuypers. Hier is thans de afdeling Lager Onderwijs van de Quakerschool gevestigd. Vroeger stond op deze historische plek het befaamde Spijker, waar de jagers zich verzamelden. Want het landgoed was vooral vroeger een uniek jachtterrein, waar jaarlijks wel 4000 konijnen werden geschoten. Thans is dit beduidend minder.
Rentmeester
Rechts van de lommerrijke weg naar Hessum huist in een vrij primitief kantoor, rentmeester Esper de Conne, die hier sinds 1948 de scepter zwaait. Hij heeft een buitengewoon avontuurlijk leven achter de rug, een verhaal op zichzelf. Als zoon van een professor werd hij in 1905 te Wenen geboren. Zijn moeder was een Russin, zodat hij als kleine jongen reeds vloeiend Duits en Russisch sprak. In de eerste wereldoorlog kwam hij naar Nederland, waar zijn opvoeding voltooid werd. Na zijn studie als bosbouwkundige en landbouweconoom kreeg hij het beheer overeen groot landgoed in Polen, waarvan hij later eigenaar werd. Voorts was hij rentmeester van een 8000 ha. groot bedrijf in Hongarije van prins Esterhazy. Na de bevrijding kwam hij in dienst van de Nederlandse diplomatieke dienst en vertoefde in 1947 in Rusland. In Vilsteren heeft de heer De Conne thans een taak gevonden die hem aantrekt en waaraan hij zijn hart heeft verpand.
Geschiedenis van Vilsteren
De vorige rentmeester, de heer H. A. G. M. Cremers, was begonnen met het rangschikken van het uitgebreide archief, maar heeft deze taak niet kunnen voltooien. Als eerste eigenaar wordt vermeld in 1609 Engelbert van Vilsteren, baron van Learne. Door overerving kwam het landgoed in 1904 in handen van mr. G. P. M. Pathuis Cremers. Deze maakte de bezitting niet productief en gebruikte het als jachtterrein. Om geen ongenoegen te krijgen met de pachters, betaalden deze slechts f 5. tot f 10.— pacht per ha. met gratis wonen. Wel moesten zij een klein deel van hun opbrengsten afstaan, zoals boter, eieren, enz.
Er wordt wel eens smalend gesproken over de feodale verhoudingen in Vilsteren. In principe moge dit misschien juist zijn. maar in de praktijk bemerkt men hier niets van. De verhouding tussen, landheer en pachters is altijd goed geweest. Men moet de bevolking van Vilsteren zien als één grote familie met de rentmeester als raadsman. De pachters zijn hier sinds onheuglijke tijden woonachtig, hun namen komen in de 15e eeuw al voor. De oudste pachter, de heer Jutten. is thans 94 jaar en bezoekt nog wekelijks per fiets de markt in Ommen. De voormalige werkbaas Hendriks (91) was 55 jaar in deze functie werkzaam en werkt ook nu nog mee wanneer het nodig is. Het is nog nooit voorgekomen dat pachters vertrekken.
Windmolen
De in 1858 gebouwde windmolen is nog steeds in handen van de familie Klomp. Het honderdjarig bestaan zal straks feestelijk gevierd worden, waarvoor men nu reeds wekelijks een klein bedrag terzijde legt. De bevolking is uiteraard sterk aan traditie gehecht. Aan de zgn. burenplicht wordt streng de hand gehouden en de offerbereidheid is groot. Voor het Nat. Rampenfonds offerde men per gezin ruim ƒ 40,-. Voor het enige jaren geleden gebouwde Verenigingshuis brachten de inwoners ƒ 10.000.- bijeen.
Een nieuwe koers
Onder het beheer van rentmeester. H. A. G. M. Cremers werd in 1940 een geheel nieuwe koers ingeslagen. Deze begon met de zeer verwaarloosde boerderijen en gebouwen op te knappen en nam voorts de interne ruilverkaveling ter hand. Ook de bebossing had zijn aandacht. De pachten werden verhoogd tot ƒ 30 à ƒ 35,- per HA. Verder liet hij het landgoed door de Ned. Heide Mij in kaart brengen, waarvan men nu nog profijt trekt. De bezetting belemmerde zijn activiteit in hoge mate. Onder het beheer van de heer De Conne werd de ruilverkaveling beëindigd en de bebossing alsmede de aanleg van wegen voortgezet. Bij de ontginningen en het in cultuur brengen van de grond wordt terdege rekening gehouden met het natuurschoon.
Vilsteren trekt des zomers vele vreemdelingen, die gaarne door de prachtige bossen dwalen en o.m. een bezoek brengen aan de Kluizenaarshut, waarvan de legende verhaalt, dat tijdens de kerkvervolging de pastoor van Ommen zich hier verborgen hield. Vilsteren behoort tot de weinige landgoederen waar men overal vrij kan wandelen. Er staan wel bordjes „Verboden toegang”, maar deze maatregel moest men nemen om ongewenste personen van de terreinen te kunnen verwijderen. Het ontbreken van een klein in deze omgeving passend hotel, wordt echter als een gemis gevoeld.
Vilsteren heeft een oppervlakte van 1558 HA, waarvan 1100 HA aan de Erven Mr Pathuis Cremers behoort. De rest werd vermaakt aan vier andere families. Met het beheer van de eigen, geheel gemoderniseerde boerderij mede. zijn er zeven boekhoudingen. Er zijn 41 verpachte boerderijen en 6 gebouwen in erfpacht. Alleen aan baatbelasting moet ƒ 38.000,- betaald worden, terwijl met het onderhoud van boerderijen en gebouwen jaarlijks enorme bedragen gemoeid zijn. Verhoging van de pacht kon dan ook niet uitblijven, al ligt deze nog steeds beduidend beneden het Overijsels gemiddelde.” Tot zover de krant van 22 april 1953 over Vilsteren.
Bron: Harry Woertink – 21 mei 2022