Yad Vashem onderscheiding voor Frits Iordens en Anna Maclaine Pont – Wie waren zij?

Voor hun inzet voor hulp aan Joden ten tijde van de Holocaust is aan Frits Iordens en Anna Maclaine Pont door Israel de Yad Vashem onderscheiding uitgereikt.

Behalve een medaille en oorkonde worden hun namen in Jeruzalem in een muur gebeiteld, in een park gewiechtvaardige onder de Volkeren”. Wie waren Frits Iordens en Anna Maclaine Pont?

 Frits Iordens en Anna Maclaine Pont.
Foto: Hetty Stomps

Frits Herbert Iordens (1919-1944)
Frits Herbert (Frits) Iordens (ook wel geschreven als Jordens) werd geboren op 12 juni 1919 in Arnhem. In 1938 begon hij als student aan de Universiteit Utrecht. In de Tweede Wereldoorlog zette hij zich onder meer in voor de hulp aan Joodse kinderen. Daarvoor was op 14 juli 1942 het Utrechts Kindercomité in het leven geroepen. Dat werkte vanuit Utrecht en heeft verschillende Joodse kinderen kunnen laten onderduiken. Frits was een belangrijk lid van het Kindercomité. Zijn onderduikadressen bevonden zich vooral in de omgeving van Arnhem, zijn geboorteplaats. Ook had hij adressen in en rond Utrecht.

Administratie studenten uit handen van de Duitsers
In 1942 eisten de machthebbers de namenregisters van alle studenten op van de Universiteit Utrecht. Deze registers dreigden gebruikt te worden voor tewerkstellingen in Duitsland en daarop stak Iordens met enkele anderen in de nacht van 12 op 13 december 1942 de administratie in het Academiegebouw in brand. Het is vier uur ’s ochtends en vijf schimmen schieten vanuit de voordeur het Domplein op. Ze verdwijnen ieder een andere kant op, de onverlichte straten in van het stille Utrechtse centrum. De schimmen zijn vijf studenten. Ze hebben de Duitse bezetter zojuist een bijzonder onplezierige dienst bewezen. Die waren namelijk van plan de helft van alle Utrechtse studenten af te voeren naar Duitsland en ze daar aan het werk te zetten in de Arbeitseinsatz. Maar nu de kaarten met namen en adressen van studenten in het vuur liggen te knisperen, zal het nooit tot het systematisch afvoeren van studenten komen. Na de oorlog werd op de universiteit van Utrecht zijn naam toegevoegd aan een lijst van studenten die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Vanaf midden 1943 ging Frits Iordens zich ook bezighouden met het redden van geallieerde piloten. Geprobeerd werd die via België, Frankrijk en Spanje naar de thuisbasis terug te krijgen. Op 2 maart 1944 werd Iordens in het Belgische Hasselt aangehouden, vluchtte, maar werd op de vlucht doodgeschoten.

Landgoed Eerde
Iordens was korte tijd voor dit fatale moment verloofd met Anne Maclaine-Pont. Ook zij hielp met het onderduiken van Joodse kinderen. Tweeëneenhalf jaar na zijn dood is Iordens op verzoek van zijn geliefde herbegraven op landgoed Eerde langs de Regge. Beiden hadden namelijk gelukkige uren doorgebracht in de bossen langs de rivier. Waar nu het graf ligt, zaten ze samen vaak te dromen over hun leven na de oorlog. Op de steen werd door Titus Leeser de tekst gebeiteld van een deel van hun Frans lievelingsgedicht dat begint met: “Le dormeur du val” (De slaper in het dal).

Anna Maclaine Pont (1916-1969)
Anna Maclaine Pont, geboren op 28 augustus 1916) is een dochter van Willem Pieter Maclaine Pont en Anna Wilhelmina Stork. In de Tweede Wereldoorlog redde zij samen met Frits Iordens vele Joodse kinderen maar ook anderen door ze onder meer Amsterdam uit te smokkelen en onder te brengen bij gastgezinnen in het oosten van ons land. Aan het begin van de oorlog studeerde ze kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Utrecht. Daar leerde zij haar latere echtgenoot Frits Iordens kennen, en samen zouden zij veel verzetswerk gaan doen. Beiden werden lid van het Utrechts Kindercomité, dat Joodse kinderen uit Amsterdam hielp ontvluchten en onderbracht bij gezinnen elders in het land. Op 2 augustus 1943, trouwden ze in Arnhem.

Dat Anna avontuurlijk was, blijkt uit het verhaal dat zij samen met Iordens (in SS-uniform) drie kinderen terug haalde die waren opgepakt op een adres in Utrecht waar het kindercomité ze had ondergebracht. Om de activiteiten van het Kindercomité te financieren, bracht Anna eind 1942 een kopie van het “Het lied der achttien dooden” van Jan Campert naar Geert Lubberhuizen, die het clandestien uitgaf en verspreidde. Nog tijdens de oorlog werden van het gedicht vijftienduizend exemplaren verkocht voor vijf gulden per stuk. Anna Maclaine Pont vroeg onder meer haar nicht Ankie Stork om het gedicht te verkopen, en ook zij raakte daarop bij het Kindercomité betrokken. Na de oorlog werkte Anna Maclaine Pont als vertaler. Zij hertrouwde met Henri Isaac Geurt Eykman (1896-1956). Op 26 mei 1969 overleed Anna Maclaine Pont op 52-jarige leeftijd als gevolg van een auto-ongeluk.

Utrechts Kindercomité
In de periode 1942-1945 doken in Nederland naar schatting 3500 Joodse kinderen onder om aan deportatie te ontsnappen. De meesten konden een onderduikadres vinden met behulp van niet-joodse kennissen van hun ouders. Een groot deel, ongeveer 1100 Joodse kinderen, kwam op duikadressen die waren verzorgd door een viertal verzetsgroepen waaronder het Utrechts Kindercomité. Het Utrechts Kindercomité werd in de zomer van 1942 opgericht. Het Kindercomité regelde onderdak voor Joodse kinderen en sommige volwassenen. Het Kindercomité groeide enorm en om alles goed bij te kunnen houden, hadden ze een speciaal codeboek. Uit veiligheidsoverwegingen werd het bewaard op een speciale plaats, de kluis van aartsbisschop de Jong aan de Maliebaan. Het Utrechts Kindercomité wist uiteindelijk zo’n 400 Joodse kinderen te redden.

Bron: Harry Woertink – 2 september 2021

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s