Rudolph Theodorus baron van Pallandt van Eerde (landgoed bij Ommen) werd in 1868 geboren. Dat was het jaar dat in Deventer de smid Burgers zijn eerste vélocipède bouwde en een jaar later de eerste Nederlandse rijwielfabriek begon.
De Zwolse vélocipèdeclub Celeritas in 1886. Van links naar rechts: Mr. J.W.N. van Royen, griffier bij het kantongerecht te Doesburg; W. Baron Bentinck, burgemeester van Olst; Mr. J van Riemsdijk, advocaat; Dr. W.A.C. van Laer, contr. geneesheer van de Rijksverzekeringsbank, Zwolle; Mr. A.H. Büchler, advocaat te Assen; Mr. J. De Raaydt, Den Haag; R.Th. Baron van Pallandt, lid eerste Kamer der S-G; mr. C.H. Thiebout, kassier en schoolopziener, Zwolle; Dr. W. Thiebout (trompetter), dokter te Maassluis; J.A. Wilkens, notaris te Haarlem; A. Schaepman, directeur levensverz. mij. Den Haag; Jhr. H.W.A. Sandberg tot Essenburg, burgemeester van Zevenhuizen; Mr. Dr. J.H. van Royen, H.M. gezant te Madrid; Mr. L.J. Rietman, gouverneur secr. van Suriname; H.J.H. Modderman, burgemeester van Naaldwijk.
Foto: ANWB / Theo de Kogel
Een aantal jaren eerder, in 1862, had de Fransman Michaux de eerste met trappers voortbewogen vélocipède gebouwd. Het wielrijden werd in de jaren daarna snel populair, vooral onder de jongeren uit de meer gegoede klasse. Ook Van Pallandt werd enthousiast voor deze nieuwe sport en werd lid van de op 11 maart 1882 in Zwolle opgerichte wielerclub ‘Celeritas’. Op de foto van deze club uit 1886 is te zien dat vooral jongeren uit de hogere sociale klasse lid waren van deze club. In 1888, toen hij ging studeren in Leiden, werd Van Pallandt ook lid van de Leidse studenten-wielerclub.
Van Pallandt werd een verdienstelijk wielrijder die aan veel landelijke wedstrijden meedeed en ook regelmatig in de prijzen viel. Hogenkamp schrijft over hem in het standaardwerk over het begin van de wielersport Een halve eeuw wielersport “Sterk amateur op den weg, die o.a. in 1886, 1887, 1888 het kampioenschap van Nederland op den weg behaalde op driewielertandem met C.H. Thiebout” Carel Hendrik Thiebout was een clubgenoot van hem uit Zwolle.
Wielerwedstrijden
Na de uitvinding van de vélocipède in 1862 werden al rond 1866 de eerste wielerwedstrijden in ons land gehouden. Deze werden vaak gehouden tijdens de kermis. De organisatoren waren volgens Hogenkamp’s Een halve eeuw wielersport (1916) vaak de kastelein van het plaatselijke café en enkele liefhebbers. Het ging in die tijd zeker niet alleen maar om de hardrijwedstrijd. Veel mensen hadden nog nooit een fiets gezien en vergaapten zich aan deze vreemde machines. In de jaren 70 van de 19e eeuw werden de eerste wielerclubs opgericht. Een van de eerste was de Deventer Vélocipède Club ‘Immer Weiter’, die op 22 oktober 1871 werd opgericht. De wielerclubs organiseerden wielerwedstrijden, waar vaak veel publiek op afkwam. De wedstrijden werden vaak van tevoren aangekondigd in de kranten. De prijswinnaars kregen vaak een medaille, maar soms ook een luxe artikel dat paste bij de smaak van de welgestelde deelnemers. Een mooi voorbeeld zijn de prijzen die werden uitgereikt bij een wielerwedstrijd georganiseerd door de Utrechtsche Vélocipède-Club ‘Seniores’ op 30 augustus 1886 op het Vreeburg in Utrecht: o.a. “een rookservies in brons, een zilveren vischmes en vork, een gouden zegelring, twee Majolica vazen, een verguld zilveren theelepel en suikertang en twee in zilver gemonteerde portkannen”. Niet bepaald spullen waar een gemiddelde burger behoefte aan had. Van Pallandt deed in deze wedstrijd mee op twee afstanden: de 2000 meter voor drie- of meerwielers voor twee personen samen met C.H. Thiebout en de wedstrijd langzaam rijden 50 meter.
Het wedstrijdwezen kreeg een enorme impuls na de oprichting van de ANWB in 1883. Van Pallandt was uiteraard ook lid van deze club, zo blijkt uit de lidmaatschapspenning die in de verzameling medailles van de familie Van Pallandt aanwezig is. Er werden in het hele land wielerbanen aangelegd waar een deel van de wedstrijden werden gehouden. De ANWB stelde een reglement op, op basis waarvan de wedstrijden werden georganiseerd. Er waren wedstrijden in allerlei categorieën en afstanden, o.a. voor tweewielers, driewielers, tweewielers met hindernissen (een soort horden, waar met de fiets overheen moest worden geklommen) en langzaam rijden. Zoals nu nog in de golfsport gebruikelijk is werd ook het fenomeen ‘handicap’ of ‘voorgift’ ingevoerd. Op grond van hun eerdere prestaties kregen renners dan een afstandshandicap bij de start.
Van Pallandt tegen Du Moulin
Een voorbeeld van zo’n wedstrijd met handicap of voorgift is de wedstrijd die in Maastricht op het Vrijthof op zondag 26 augustus 1888 werd gehouden. In deze wedstrijd op safety’s of veiligheidswielen ging Van Pallandt vooral de strijd aan met Paul du Moulin (geen aantoonbare familie van Tom Dumoulin, zoals is gebleken uit stamboomonderzoek). In de ANWB Kampioen van 1 september 1888 is daarvan het volgende verslag te lezen:
“De wedstrijd voor veiligheidswielers met voorgift, die nu volgt, over een afstand van 2000 m, belooft zeer belangwekkend te worden. L. Leestenmaker stond op meet, terwijl verder aan den afrit verschenen W.H. Meursing Jr. (2Om), Th. van Pallandt (25m), C.G.A. Drucker (45m), A. Op de Coul (55m), P. du Moulin (60m), M. du Moulin (65m) en H. van Banning (85m voorgift). Leestemaker rijdt zeer hard en heeft na vier rondten den geheelen voorgift ingehaald; op het oogenblik, dat hij de leiding wil nemen, slipt echter zijn wiel weder en dient zijn val om de juist opgedane wonde weder te vergooien. Drucker, M. du Moulin en Op de Coul hebben langzamerhand de baan verlaten. Een verwoede strijd volgt nu tusschen Meursing, van Pallandt en P. du Moulin, toen er geschil ontstaat of het aantal rondten en het bord aanwijzende 1 twee maal was blijven hangen. Toen van Pallandt dit de eerste keer zag hangen, begon hij te spurten en nu kwamen Meursing, van Pallandt en P du Moulin na elkander over de eindstreep, terwijl de bel aankondigde dat nog een rondte moest gereden worden. P du Moulin die weder op de bel gewacht had, maakt van de uitputting van van Pallandt gebruik om nu met een spurt hem voorbij te rijden. Thans kwamen over de eindstreep Meursing eerste in 4 m. 28 s., P. du Moulin tweede in 4 m 28 1/5 s. en van Pallandt derde in 4 m. 30 2/5 s. De jury besliste echter in dit bijzonder geval, dat het bewezen was, dat een rondte te veel was gereden, zooals bleek uit de gehouden lijsten, dat de vergissing van den heer van Pallandt zeer natuurlijk was, dat de heer van Pallandt de voorgeschreven afstand van 2000 m. in korter tijd had afgelegd dan de heer P du Moulin en besloot dus den tweeden prijs toe te kennen aan den heer Ph. van Pallandt en den derden prijs aan den heer P. du Moulin. Deze weigerde echter den prijs aan te nemen.”
De eerste veldrijder
In Nederland waren de wielerbanen over het algemeen van prima kwaliteit, maar in België deed Van Pallandt op 15 augustus 1888 mee aan een wedstrijd op een baan die zo slecht was dat mede door de zware regenval de wedstrijd eindigde in een wedstrijd veldrijden in de modder. In de Kampioen van 1 september 1888 staat een mooi door Van Pallandt geschreven verslag van deze wedstrijd:
“Wielerwedstrijd te Charleroi 15 augustus 1888.
Wanneer ik hier een kort verslag geef van dezen wedstrijd, kan ik beginnen met te verklaren dat ik nooit zulk ongunstig weer op een wielerwedstrijd heb bijgewoond. Toen wij om 11 uur ’s morgens uit Antwerpen aldaar aankwamen liet het weer zich nog vrij goed aanzien. Na een zeer beleefde ontvangst door het bestuur der Veloce Club Gantois, die de races had georganiseerd, werd mij onmiddellijk medegedeeld dat de baan afschuwelijk was. Wanneer dit in België gezegd wordt dan kan iemand, gewoon aan de Hollandse wedstrijdbanen, er zich gerust op voorbereiden om een fraai exemplaar van wedstrijdbaan te zullen zien. Erg nieuwsgierig begaven de Beukelaer en ik er ons onmiddellijk heen en ziet een ronde van ongeveer 1000 m, naar binnen opgehoogd, op een harden kleiachtigen grond, die eenige weken te voren had gediend voor paardenwedrennen en waar de gaten door de hoeven dezer dieren gemaakt nog in waren. De klei was hard geworden zoodat het er veel van had alsof men over een straat reed. Na een middagmaal, waaraan de buitenlanders door het bestuur der Union Veloc. Belge en dat der VC. Gantois allervriendelijkst werden ontvangen, begaf men zich in optocht naar de baan. Kerkhoven en Couvée, die intusschen gearriveerd waren, keerden onmiddellijk na bezichtiging der baan naar Brussel terug, daar zij het rijden als onmogelijk beschouwden. Het eerste nummer, nieuwelingen, werd intusschen gereden en gewonnen door den heer A. de Maarschalk van Antwerpen, die met bewonderenswaardige kracht een racing safety met 68 inch gearing over de hobbels heentrapte. 2e prijs Wallens van Mechelen op een hooge bicycle. Daarop volgde de race voor de grand prix de Charleroi, 5000 m. Zes mededingers kwamen aan den afrit. De meesten durfden geen volle kracht rijden uit vrees voor hun machine, alleen de Beukelaer vloog op een lichte racing-safety over alles heen. Hoe de machine niet brak is mij een raadsel. Toen er een 2000 tal m. gereden was kwam er een onweersbui met hevige plasregens, de kleigrond werd modder en in een oogenblik zaten onze machines zoo vol dat ze niet goed meer wilden loopen. D e Beukelaer won intusschen de race en Dawson en ik waren niet ver meer van de eindstreep, toen plotseling mijn safety stilstaat en het achterwiel blijft draaien in de klei. Ik zie Dawson zijn bicycle, die ook niet vooruit wilde, opnemen en hem op een draf over de eindstreep dragen. Had ik dit ook gedaan, misschien had ik hem in ’t hard loopen kunnen overwinnen. Ik sukkelde voort en kwam no. 3 aan. Theobald van Mechelen 4 een honderdtal meters achter. Ten spoedigste snelden wij naar de schuilplaats onder de tribune, maar deze lekte overal, zoodat wij in de plasregen stonden, terwijl wij onze kleeren aantrokken. De races konden natuurlijk geen voortgang hebben. Doornat begaven wij ons naar de prijsuitdeeling in een café in ’t midden der stad. De prijzen waren prachtig en werden met eenige vriendelijke woorden door den president van het comité des fétes van Charleroi en den president der Union V.B. den heer Soetens van Antwerpen uitgereikt. Er werd ons meegedeeld dat er op 9 september wederom een race zal plaats hebben. De baan zal dan veel verbeterd zijn. Te oordeelen naar de prijzen die ik nog zag staan en die nu 9 september zullen worden uitgeloofd, zou ik iedereen der Hollandsche racingmen aanraden, dan Charleroi eens te gaan bezoeken. Tot besluit breng ik gaarne een woord van hulde aan het bestuur der Gentsche Club, dat al het mogelijke gedaan heeft om de uren, die wij nog in Charleroi doorbrachten, aangenaam te maken. Th. VAN PALLANDT.”
Kleiduivenschieten
Van Palland was t/m 1888 actief als wielrenner. Daarna hield hij zich vooral bezig met de schietsport. Al in zijn studententijd was hij lid van de Leidse studenten schietvereniging Pro Patria. Hij won een aantal belangrijke internationale wedstrijden. In 1908 was hij namens Nederland deelnemer aan de Olympische Spelen in Londen op het onderdeel kleiduivenschieten, weinig succesvol want hij eindigde als laatste. Van Pallandt was van 1901 tot 1910 lid van de Provinciale Staten van Overijssel. In 1910 nam hij afscheid en nam voor de CHU zitting in de Eerste Kamer. Opvallend is dat Van Pallandt als Eerste Kamerlid streed tegen de invoering van de eerste Vogelwet in 1912. Deze wet legde het verbod op het doden en verstoren van vogels vast. Als fanatiek sportschutter en jager kon hij niet met deze wet instemmen. Zijn vroegere fietsmaatje Carel Thiebout was uit een heel ander hout gesneden. Die was juist een fervent vogelliefhebber. Samen met zijn vriend Piet van Tienhoven richtte hij Vogelbescherming Nederland op. Erg lang heeft hij niet in de Eerste Kamer gezeten. Op 15 maart 1913 werd de 44-jarige, ongehuwde Van Pallandt dood gevonden in zijn hotelkamer in Londen. Hij was overleden aan een hartverlamming. Hij werd in de familiegrafkelder op het landgoed Eerde bijgezet. Het Landgoed liet hij na aan zijn achterneef Philip Dirk baron van Pallandt van Eerde (1889 – 1979).
Zie voor het volledige artikel het pdf-document QA0026.
Bron: Theo de Kogel – 28 september 2020