OMMEN – Het Nationaal Tinnen Figuren Museum opent haar deuren weer op dinsdag 30 juni 2020 voor het publiek.
Opstelling van tinnen figuren bij de start van het Tinnen Figuren Museum in Ommen in 1985.
Foto: OudOmmen
Zie voor meer foto’s het album “Markt 1 – Nationaal Tinnen Figuren Museum”.
Het spreekt voor zich dat het museum er alles aan doet om iedereen een veilig en aangenaam bezoek aan te bieden. In lijn met de landelijke maatregelen om het coronavirus te bestrijden, is het museum alleen na een online reservering te bezoeken. De openingsuren zijn tijdelijk gewijzigd: dinsdag t/m zondag van 13.00 tot 17.00 uur. De bijzondere jubileumexpositie ‘Miniatuurschilders’ staat centraal. Op zaterdag 27 juni om 11.00 uur geeft wethouder Ko Scheele een speciaal accent aan de heropening, in het bijzijn van vrijwilligers en donateurs.
Jubileumexpositie ‘Miniatuurschilders’
Het museum bestaat dit jaar 35 jaar. De geplande opening van de jubileumexpositie Miniatuurschilders moest door de carona geannuleerd worden. Het museumbestuur is blij dat deze expositie alsnog getoond kan worden. De tentoonstelling zelf, met bijdragen van een keur aan internationale kunstenaars, is echt een feest. Een wel heel bijzondere bijdrage aan de jubileumexpositie is het vignet ‘de verjaardag van Groot Moghul Aurangzeb‘. Dieter Blanke, een begenadigd schilder en aarts verzamelaar met een collectie van 30.000 historische tinnen figuren, is de maker van dit vignet. Hij gebruikte figuren die worden uitgegeven door: Zinnstübel Gabriela Donner, Schliebener Weg 2, 04939 Lebusa, Duitsland.
Het bijzondere aan deze tinnen figurenserie is dat ze is gemaakt naar het voorbeeld van een zeer kostbare 132-delige serie miniatuur figuren uit 1708. En kostbaar is een understatement. Deze serie bestaat uit geëmailleerd zilveren en gouden miniatuur figuren, ingelegd met 4.909 diamanten, 160 robijnen, 164 smaragden, 1 saffier, 16 parels en 2 cameeën. In de loop der jaren raakten 391 stenen kwijt. Al deze figuren staan op een 1 m2 groot podium van goud en zilver.
Johann Melchior Dinglingers (1664-1731) maakte dit kunstwerk tussen 1701 en 1708, samen met zijn broer, met de emailleer-kunstenaar Georg Friedrich (1666-1720) en met goudwerker Georg Christoph (1668-1746). Dinglingers verkocht zijn sprookjesachtige kunstwerk in 1709 voor 60.000 Reichstaler aan zijn belangrijkste opdrachtgever: Friedrich August I van Sachsen, August de Sterke (1670-1733), keurvorst van Sachsen, koning van Polen en grootvorst van Litouwen. Deze August en zijn maîtresse Gravin Cosel, waren pas echt gepassioneerde verzamelaars. Daarover kunnen wij ons slechts verwonderen.
Om al zijn kostbare verzamelingen uit te stallen liet de koning tussen 1723 en 1730 het eerste museum ooit aanleggen: “das Grüne Gewölbe” in Dresden, één van de top tien musea ter wereld. Hier pronkt dit 1 m2 grote tafelstuk nog steeds, zij het zonder de 391 zoekgeraakte stenen. Dinglinger zelf was ook een verzamelaar, hij had vijf vrouwen en drie en twintig kinderen.
Bron: Harry Woertink – 13 juni 2020