De naam Mulert is historisch nauw verbonden met Ommen. In 1305 kwam ridder Hessel Mulert met een bende ruiters naar het Oversticht om namens de Bisschop van Utrecht in deze regio orde op zaken te stellen.
Mevr. Mulert van Pienbroek, zij woonde in de villa “Benvenuta” aan de Voorbrug” (nu parkeerplaats van Ekkelenkamp).
Fotograaf: Herman Wigbels
In het jaar (1492) dat Columbus Amerika ontdekte was het de met Jonkvrouw Niesse van Ruyterborg gehuwde nazaat die voor de eerste oeververbinding in Ommen zorgde. De nakomelingen van Hessel Mulert hebben op verschillende kastelen en havezaten in de omgeving gewoond, zoals de Cranenburg en de Leemcule bij Dalfsen. De familie Mulert evolueerde overigens in de loop van de tijd van roofridder tot notaris en kantonrechter. Het geslacht Mulert wordt nog steeds in herinnering gehouden met de naamgeving van de brug over de Vecht bij Ommen: Hessel Mulertbrug.
Twee takken
Het geslacht Mulert verdeelde zich in twee takken. Een tak trouwden met de Spaanse adel en de laatste afstammeling, waarmede deze tak uitstierf, was Don Mulardo, graaf van Auterippe. De andere tak bleef Overijssel bewonen en is door huwelijk aan nagenoeg alle riddergeslachten van Overijssel en Gelderland verbonden. Uit dezen tak zijn mannen voortgekomen, die op den loop van ’s lands zaken hun stempel hebben gedrukt zoals onder andere Gerard Mulert, vermaard door rechtsgeleerdheid en kunde van krijgs- en staatszaken. Hij was rentmeester van Salland, had zitting in de Geheimen Raad van Keizer Karel V en was stadhouder ad interim onder George Schenk van Toutenburg in Groningen. Sommige van de Mulerts waren Drost en Schout te Lingen (in Westfalen), dat toen een bezit was van de Nassau’s.
Leemcule
In 1640 kwam de Leemcule bij Dalfsen (toen nog een havezate) in het bezit van de familie Mulert. De laatste havezatebewoner was Joachim Ernst Baron Mulert tot de Leemcule, gehuwd met Anna Petronella Gravin van Nassau Woudenberg. De havezate werd in 1812 afgebroken om in 1823 op dezelfde plaats te worden vervangen door het huidige landhuis. Uit het huwelijk Mulert/Woudenberg zijn vier zonen geboren. Twee zonen bleven in Overijssel wonen. De oudste, Jacob Adriaan Mulert tot de Leemcule, was de vader van Frederik Willem Nicolaas Baron Mulert die in Ommen notaris zou worden. De jongste zoon, Frederik Christiaan baron Mulert tot de Leemcule, werd burgemeester in Dalfsen. Uit zijn huwelijk met H.M.D.R. van Omphal is ondermeer geboren Frederik Hendrik Baron Mulert, die zijn vader, sinds 1811 burgemeester van Dalfsen, in 1844 opvolgde als burgemeester en in dat ambt bleef tot 1903.
Notaris
Frederik Willem Nicolaas Baron Mulert (25-2-1821) wordt in 1852 benoemd tot notaris in Ommen en blijft dat tot zijn overlijden in 1895. Hij laat Huize Olde Vechte aan de Zeesserweg bouwen om er vervolgens te gaan wonen met zijn gezin met er naast zijn kantoor. In de voorgevel van dit herenhuis bevindt zich een gedenksteen met de naam van zijn oudste zoon A.J.A. Mulert. De notaris kon rechtstreeks van zijn huis over ‘Mulertsdiekie’ richting de molen aan Den Oordt wandelen. De rivier de Vecht doorsneed toen nog niet het beukenlaantje, zoals dat na de ‘verbetering’ van de Vecht wel het geval was. In 1895 overlijdt notaris F.W.N. Baron Mulert en in 1910 overlijdt ook zijn vrouw Elisabeth Cornelia Overgauw Pennis. De in leven zijnde kinderen zijn: 1. Anne Jacob Adriaan Baron Mulert; 2. Maria Johanna Elisabeth Baronesse Mulert; 3. Frederik Eliza Baron Mulert; 4. Geertruidis Pieter Christiaan Baron Mulert; 5. Johan Petrus Antoine Baron Mulert; 6. Otteline Nicole Baronesse Mulert en 7. Adriaan Marinus Leopold Baron Mulert. Huize Olde Vechte, toen bekend als Zeesseroever, komt in het bezit van de zoon Johan Petrus Antoine Baron Mulert, kantonrechter in Ommen, om het in 1921 vervolgens te ruilen met Jonkheer Adriaan Stoop voor het pand ‘Benvenuta’ aan de Voorbrug 9 .
Piet Hein
Een andere zoon van de inmiddels overleden notaris is de zeeofficier Frederik Eliza Baron Mulert, geboren op 9 december 1858. Deze heeft carrière gemaakt bij de Koninklijke Marine. De H.M. Torpedoboot ‘Piet Hein’ was de laatste boot waarop hij gediend heeft als commanderend officier. Hij heeft zijn huis aan de Zeesserweg vernoemd naar de ‘Piet Hein’. Deze Baron Mulert was begaan met het welzijn van de mensen in Ommen. Zo stichtte hij een ‘Koffiehuis van den Volksbond’ om het alcoholmisbruik tegen te gaan. Het koffiehuis was gevestigd op de hoek Kruisstraat – Brugstraat. Zijn betrokkenheid bij het welzijn van de mensen in de gemeente Ommen blijkt ook als hij op 26 februari 1933 overlijdt en bij zijn testament bepaald dat de gemeente Ommen enig erfgenaam is. De gemeente Ommen wordt hierdoor eigenaresse van het landhuis “Piet Hein” alsmede van zijn overige bezittingen. De ‘F.E. Baron Mulert Stichting’ wordt in het leven geroepen met als doel het landhuis “Piet Hein” te exploiteren als inrichting voor verpleging van zieken.
Laatste mannelijke telg
Op 18 maart 1955 komt de laatste uit het gezin van de oud notaris F.W.N. Baron Mulert en E.C. Overgauw Pennis te overlijden. Hij is ook tevens de laatste telg van het geslacht Mulert en woont aan de Voorbrug 9, genaamd ‘Benvenuta’. Het gaat om Adriaan Marinus Leopold Baron Mulert, in leven getrouwd met Clara Helena van Pienbroek. Laatstgenoemde is dan sinds 4 januari 1936 douairière van Anne Jacob Adriaan Baron Mulert, de broer van A.M.L Baron Mulert. De weduwe Mulert-Pienbroek is zonder kinderen en blijft hier wonen tot het pand wordt afgebroken om als parkeerplaats te dienen. De plaatselijke krant van 21 maart 1955 bericht als volgt over het overlijden van de laatste Mulert telg:
OMMEN – Vrijdag is alhier op ruim 83-jarige leeftijd overleden A. M. L. baron Mulert, een zeer bekende en geziene figuur in onze gemeente. De overledene was de laatste mannelijke telg van het geslacht Mulert, dat in de Overijselse geschiedenis een grote rol heeft gespeeld. De stamreeks vangt aan in 1398 met Egbert Mulert, stichter van het Agnietenklooster bij Zwolle. Vooral in Ommen heeft de naam Mulert een bijzondere klank, omdat in 1492 Hessel Mulert met de stad en het kerspel Ommen een overeenkomst sloot en de eerste brug over de Vecht legde. Voorts hebben we hier de Mulert Stichting (waarin sinds enige jaren het kraamcentrum gevestigd is) dat door een broer van de overledene aan de gemeente geschonken werd. Door het huwelijk van jhr. J. E. Mulert in 1777 met A. P. Rijksgravin Van Nassau kreeg het geslacht Mulert verbintenis met het Koninklijk Huis. De overledene was een bescheiden figuur met een warm voelend hart voor hen die in nood verkeerden.
Bron: Harry Woertink – 28 maart 2020