Genieten van je oude dag. Dat kon vroeger in het Hervormd Oude Mannen- en Vrouwenhuis aan de Achterstraat in Ommen.
Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis der Ned. Hervormde Kerk werd in 1941 deze foto gemaakt van het verzorgende personeel. Van links naar rechts: Hendrikje Kothuis, Bets Martens, Margje Martens, Alie Martens, Frederika Schuurman en Willemien Schuurman.
Zie voor meer afbeeldingen bij dit artikel.
Kwam je er wonen dan moest je wel je eventuele bezittingen afstaan om iedereen even rijk te maken. Maar dan werd ook in alle opzichten voor je gezorgd. Bovendien kregen de oudjes nog een klein bedrag aan zakgeld, terwijl eveneens aan het pijpje tabak voor de mannelijke bewoners was gedacht.
Gasthuisstraat
De naam van de Achterstraat werd later door de aanwezigheid van het rusthuis gewijzigd in Gasthuisstraat. In 1901 werd het huis geopend op initiatief van de diaconie van de Hervormde Kerk, die dan staat onder leiding van ds. H.G. Ubbink. Hij hield zich vooral bezig met armenzorg. Het Oude Mannen- en Vrouwenhuis heeft dienst gedaan tot 1958. In het begin werd het ook wel “’t Armenhuis” genoemd. In 1947 wordt de naam gewijzigd in “‘Rusthuis”.
Vader en moeder
Gestart werd met zeven personen: twee mannen en vijf vrouwen. Aan de leiding stond ‘den Vader en Moeder’. De eerste vader en moeder waren Evert Karel en zijn vrouw Dolfina Kampman (Dolfina was de dochter van Zwier Kampman en Hendrika Soetebier). Daarna was er opeenvolgende leiding met als laatsten vader en moeder Groenendijk. De vader en moeder van het huis kregen een jaarlijkse vergoeding van 150 gulden en tevens vrije kost en inwoning, vuur en licht. Door de bouw van bejaardencentrum Oldenhaghen werd het rusthuis in 1958 overbodig.
Taken Vader en moeder
De taken van de vader en moeder werden omschreven als volgt:
Lees verder Oude Mannen- en Vrouwenhuis in Ommen: ouderenzorg van vroeger →