OMMEN – Dankzij een extra financiële bijdrage van 133.500 euro kan de restauratie van de molen ‘Makkinga’s mölle’ weer worden hervat.
Donderdag 18 december 2025. Het terugplaatsten van de molenkap van ‘Makkinga mölle’.
Stilleggen De gemeenteraad stelde donderdagavond extra geld beschikbaar aangezien de kosten van het zaagvaardig maken van de gemeentelijke molen aan Den Oordt hoger uitvallen dan oorspronkelijk was begroot. Dit was dan ook de reden dat de stichting Ommer Molens de restauratie begin oktober moest stilleggen. Vooruitlopend op de extra bijdrage van de gemeente is donderdag door een hoogwerker de molenkap teruggeplaatst.
Behalve de 133.500 euro krijgt de molenstichting een tijdelijke lening van 52.035 euro voor het afronden van de restauratie. De stichting Ommer Molens is als opdrachtgever van de restauratie in afwachting van een teruggave BTW (24.000 euro) en ook de slottermijn van de provinciale subsidie (28.035 euro) laat op zich wachten. Daarom worden deze bedragen tijdelijk door de gemeente uitgeleend.
Zaagmolen In 2023 trok de gemeenteraad van Ommen 100.000 euro uit om de oorspronkelijke gemeentelijke korenmolen aan Den Oordt om te bouwen tot zaagmolen. De provincie zegde voor de restauratie een subsidie toe van bijna 300.000 euro. Begin 2024 werd een aanvang gemaakt met de restauratiewerkzaamheden. De bedoeling is dat ‘Makkinga’s mölle’ in augustus 2026 zaagvaardig is.
OMMEN – Een nieuw appartementencomplex met 30 woningen aan de Julianastraat en een multifunctioneel kerkgebouw aan de Trompstraat. Deze plannen zijn op dit moment in de maak.
Het Baken aan de Trompstraat.
Hervormd Centrum Vechtdal Wonen wil het voormalig Hervormd Centrum slopen en op deze plek een ‘nultreden’ appartementencomplex met 30 sociale huurappartementen voor senioren en een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte realiseren. Het huidige omgevingsplan biedt hiervoor geen passende bouw- en gebruiksregels. Om de ontwikkeling mogelijk te maken, is een wijziging van het omgevingsplan noodzakelijk. Met de wijziging van het omgevingsplan krijgt het gebied een nieuw planologisch kader met de functie wonen en bijbehorende bouw- en gebruiksmogelijkheden.
Religieus erfgoed Het is de naam van Joannes Bosch (1794-1842). Het doopvont zelf dateert van ruim zevenhonderd jaar geleden en kan gezien worden als een tastbare herinnering aan Schokland. Als eeuwenoud religieus erfgoed heeft het doopvont gestaan in een kerkje op Schokland en eeuwen daarvoor in een kerkje van een eerder in de Zuiderzee verdronken dorp. Het achthoekige doopvont is gemaakt van Bentheimer zandsteen en afkomstig uit de RK kerk op Schokland die in 1859 hield op te bestaan.
Pastoor Bosch Geboren in Raalte, begon Johannes Bosch zijn opleiding in 1812 in ‘s-Heerenberg en werd acht jaar later in Munster gewijd. Hij was pastoor op Schokland. Eerst van 1821 tot 1833 om vervolgens ‘tot zijn verbetering’ geplaatst te worden in het kruisheren-klooster in St. Agatha. Op Schokland werd Bosch in 1838 voor de tweede maal pastoor en stierf er op 14 mei 1842.
Kerkje Schokland in Ommen weer opgebouwd In 1860 na de overstromingsramp waardoor Schokland verdronk in de zee, werd het Schokker kerkje gesloopt en in Ommen weer opgebouwd. Ommen was echter niet de plek waar de Schokkers ook naar heen trokken, maar omdat het bisdom daar een nieuwe parochie wilde oprichten. Met de bakstenen uit Schokland onderging de in Ommen herbouwde kerk wel enkele kleine veranderingen. De kerk in Ommen was goed voor 140 zitplaatsen en werd ingewijd op 15 september 1861, toen ook een parochiebestuur in Ommen werd geïnstalleerd.
Vervanging in 1938 Vanwege de groeiende Ommer parochie werd de ‘Schokker kerk’ in Ommen in 1938 vervangen voor een nieuwe kerk, de huidige kerk. In juni 1939 werd de kerk gewijd door de aartsbisschop van Utrecht. De kerk werd toegewijd aan de Heilige Brigitta. Deze uit Ierland afkomstige heilige is ook de patrones van de gemeente Ommen. Haar beeltenis staat naast de preekstoel.
Zuiderzee slokt Schokland op Het leven op Schokland was niet gemakkelijk. Eeuwenlang leverden de Schokkers een moeizame strijd tegen het water. Het was in de strenge winter van 1840-1841 dat pastoor Bosch in een noodbrief aan de regering schreef dat een grote schare van zijn geloofsgenoten op het punt stond om van honger en ellende om te komen. Al eerder was vastgesteld dat Schokland een ramp stond te wachten als geen maatregelen werden genomen. “Drassig land, meer voor eenden en ganzen dan voor mensen bewoonbaar”, zo luidde de conclusie. De Zuiderzee kende geen genade voor het eiland Schokland. Ondanks dijken en palen moest het eiland steeds meer prijsgeven aan de golven van de zee.
Ommen kreeg meer dan alleen doopvont In 1859 vond de overheid het genoeg: het eiland werd ontruimd. Als een van de laatsten verliet pastoor H.F.J. ter Schouw het eiland Schokker. Op 1 augustus 1859 celebreerde hij nog een mis in de parochiekerk sloot daarna het gebouw en vertrok naar de vaste wal. Op 20 oktober 1859 ondertekende de aartsbisschop van Utrecht, Mgr. J. Zwijsen het besluit waarmee de parochie van de Heilige Michael ophield te bestaan. Hij schonk de kerk met inventaris aan de nieuwe parochie in Ommen. Zodoende kreeg Ommen enkele waardevolle voorwerpen in bezit: behalve het genoemde doopvont zes koperen kandelaars, twee kroonluchters uit de 16e eeuw en een kelk uit 1700. Verder nog een ciborie, een monstrans, een zilveren schaal, ampullen en een hostiedoosje. De kerk werd afgebroken en de bouwmaterialen werden samen met het meubilair naar Ommen overgebracht. De resterende schamele bezittingen van de voormalige Schokker kerk werden voor twee/derde toegewezen aan de parochie van Onze Lieve Vrouw Hemelvaart te Kampen en voor een/derde aan de Nicolaasparochie te Vollenhove.
Doopvont uit Zuiderzee gevist De ontruiming van Schokland heeft pastoor Bosch niet zelf mee kunnen maken. Als blijvende herinnering is zijn naam gegrift in het doopvont en de datum waarop de pastoor het doopvont heeft aangekocht. Het doopvont is echter veel ouder dan 1826. Het heeft ooit toebehoort aan een eerder in de Zuiderzee vergane kerk. De geschiedenis leert dat op een lijst van de kapellen behalve Urk en Emmeloord ook de naam Nagele voor komt. Men meent deze naam terug te vinden in de jaren 966 en 1118. Hier heeft een kerk gestaan, bij de schippers bekend als Urker kerkhof met als plaatsaanduiding: ‘tusschen Urk en Schokland, op ½ van den afstand van Urk verwijderd’. Een plek ook die door de vissers werd vermeden omdat de netten er vastraken. Deze plaats noemden zij ‘Nagel’, en een oude overlevering voegde eraan toe dat de zeebodem hier een oude stad met stukken muur bedekt. Omstreeks 1772 is het een zekere Bruin Visser die op deze plaats een kandelaar weet op te vissen en later haalt visser Cock met een haringnet een doopvont uit de Zuiderzee. In 1922 kon de toen vijfennegentig jarige Jacob Visser, een oud Schokker uit Kampen nog met trots vertellen dat het zijn grootvader was, die indertijd de zo even genoemde kandelaar uit de zee ophaalde en wist ook dat op de Nagel, op dertien voet diepte nog blauwe zerkstenen liggen.
Curiositeit Het doopvont is niet direct in de kerk op Schokland geplaatst maar was eerst als curiositeit op het eiland te bezichtigen. Door de grote watersnoodramp van 1825 werd ook de kerk verwoest die Lodewijk Napoleon had laten bouwen. Het stenen doopvont werd in 1826 aangekocht door pastoor Joannes Bosch om deze vervolgens te plaatsen in de met overheidssteun heropgebouwde kerk op Schokland.
Waar verhuisden de Schokkers naar toe? Zoals al is gesteld zijn er met de verplaatsing van de kerk geen Schokkers naar Ommen mee verhuisd. In 1858 is besloten Schokland voor 30 juni 1859 te ontruimen. Alle bewoners moesten naar een andere plaats verhuizen. Schokland werd op dat moment onderdeel van de gemeente Kampen. Kampen was bereid om de eilandbewoners op te vangen. Buiten de stad werd een nieuwe woonwijk gebouwd: Brunepe, nu is dat onderdeel van een bedrijventerrein geworden. Van de oorspronkelijke woonwijk is niets bewaard gebleven. Van de 650 bewoners is niet helemaal goed vast te stellen, waar ze allemaal heen zijn gegaan. Het bevolkingsregister van Schokland vertoont op dit punt hiaten.
Kampen en Vollenhove Er vertrokken Schokkers naar Volendam, echter een belangrijk deel ging inderdaad naar de stad Kampen (Brunepe). Voor de Rooms-Katholieke bevolking lag dat anders. Zij hadden weinig keuze, niet in iedere plaats langs de Zuiderzee was een parochie met een eigen kerk. In stad Vollenhove was wel een RK-kerk en uit het bevolkingsregister wordt zichtbaar dat er ruim tweehonderd Schokkers naar Stad Vollenhove zijn gegaan. Op de begraafplaats die naast de weg naar Rollecate ligt staan enkele grafzuilen met namen van Schokkers die daar begraven zijn. De grootste stroom katholieken is naar Stad Vollenhove gegaan een veel kleiner deel ging naar Volendam. Niet alle Schokkers hebben weer een nieuw bestaan in Stad Vollenhove gevonden. Enkele tientallen zijn tussen 1880 en 1920 verder getrokken vooral naar de gemeenten Enschede, Hellendoorn, Lonneker en Losser en net over de grens Gronau om daar in één van de nieuwe textielfabrieken te gaan werken. Verder zal het van de houding van Schokkers hebben afgehangen, of zij een nieuw bestaan op hebben weten te bouwen, waar zij de kost mee konden verdienen. Ook vanuit Vollenhove werd op de Zuiderzee gevist.
Tekst: Harry Woertink – Foto: collectie OudOmmen.nl
Aan de zuidkant van de Hammerweg op Landgoed Eerde heeft jarenlang een rentmeesterswoning gestaan, ook wel Boswachtershuis genoemd.
Deel van prentbriefkaart met daarop de rentmeesterswoning van Eerde, circa 1930. Zie voor meer foto’s het fotoalbum “Rentmeesterswoning Eerde”
Locatie herkenbaar De ruime woning met serre werd gebouwd in 1830 door de kasteelheer van Eerde, Baron van Pallandt. Oorspronkelijk bood de woning onderdak aan de rentmeester(s) van Landgoed Eerde. Door een brand in 1972 werd de woning geheel verwoest. De uitgebrande woning is helaas nimmer weer opgebouwd. De locatie waar de rentmeesterswoning heeft gestaan (tussen de Baron van Pallandtlaan en de Kasteellaan) is nog altijd goed herkenbaar.
Familie Frens Op 27 juni 1914 werd de woning betrokken door Jan Frens uit Apeldoorn en zijn gezin. Boswachter Frens werd door baron van Pallandt naar Ommen gehaald vanwege de contacten die de baron had met prins Hendrik en de jacht. Frens had wel interesse in de hem aangeboden nieuwe functie van rentmeester op landgoed Eerde; zo gezegd zo gedaan. Overigens kwam dat de toen nog jonge baron Philip Dirk van Pallandt (1889-1979) – die het landgoed in 1913 erfde – heel goed uit, aangezien hij geen ervaring had als eigenaar van een landgoed.
In het gezin van Jan Frens werden 5 kinderen geboren: Willem, Jan, Johan, Bertus en Anna. Na zijn pensionering is Jan Frens Senior blijven wonen in de rentmeesterswoning. Omdat het huis erg groot was werd in de vijftiger en zestiger jaren de woning dubbel bewoond. Zo kon aan onder andere de families ter Horst en Piet Lub onderdak worden verschaft. Woningnood in de kom van Ommen werd bij de familie Lub tussen 1950 en 1957 dan ook opgelost met het bewonen van het linker gedeelte van de ruime woning. Op 17 augustus 1952 werd hier hun eerste zoon Dirk geboren. Na het overlijden van Frens in 1961 werd de woning bewoond door Willem van Aalderen. Dit tot aan de brand in 1972 toen ook de gehele inboedel in rook opging en Van Aalderen en zijn gezin elders onderdak moesten zoeken.
OMMEN – Om de bouw van een hospice mogelijk te maken heeft de gemeenteraad aan de stichting Hospice Ommen een gemeentelijke lening van 2 miljoen euro toegezegd.
Het Piet Heinhuis aan de Zeesserweg in Ommen.
Motie Van de lening is 1,5 miljoen rentedragend en 500.000 euro renteloos. Daarnaast kan het Hospicebestuur jaarlijks rekenen op maximaal 50.000 euro in een eventueel exploitatietekort. De gemeenteraad nam hierover donderdagavond een motie aan tijdens de vaststelling van de gemeentelijke begroting 2026.
Sluitstuk Met de lening is invulling gegeven aan een langgekoesterde wens om een hospice op te richten. Van onderzoeken naar de haalbaarheid en locatie, tot nu de financiering van de bouw als sluitstuk. De voltallige gemeenteraad ziet een hospice als een waardevolle toevoeging aan het zorgaanbod binnen Ommen. Met een hospice kan in de behoefte worden voorzien van palliatieve terminale zorg aan inwoners. Deze zorg richt zich op het zo draaglijk mogelijk maken van de laatste levensmaanden voor de patiënt en diens naasten.
Binnenkort gaat een combinatie van Ommer aannemers starten met de (ver)bouw. Zoals bekend blijft het Piet Heinhuis intact en komt aan de achterzijde een nieuwe toegang naar zowel het Piet Heinhuis als naar de huis- en gastenkamers. In het midden van deze nieuwbouw komt een ontvangsthal. De oplevering van het hospice wordt verwacht in 2027.
Het college van B en W van Ommen trekt extra geld uit om de restauratie van Makkinga’s Mölle vlot te trekken. Het gaat om een bedrag van 133.500 euro als extra bijdrage en 52.035 euro als tijdelijke lening.
2017. Makkinga’s Mölle aan Den Oordt in wintersfeer.
Gemeenteraad De restauratiewerkzaamheden waren vorige maand voorlopig stil gelegd omdat het geld op is. Dit vanwege hogere kosten dan was voorzien, ondermeer als gevolg van prijsstijgingen en aanvullende noodzakelijke werkzaamheden. De gemeenteraad krijgt binnenkort het collegevoorstel op tafel om de aanvullende bijdragen beschikbaar te stellen.
De Stichting Ommer Molens heeft de restauratiewerkzaamheden aan ‘Makkings’s mölle’ stil gelegd vanwege een geldtekort.
Alle werkzaamheden aan het zaagvaardig maken van Makkinga’s mölle zijn voorlopig stil gelegd door geldgebrek.
Krediet Het geldtekort is ontstaan door hogere kosten dan was voorzien, ondermeer als gevolg van prijsstijgingen en aanvullende noodzakelijke werkzaamheden om de molen zaagvaardig te kunnen maken. Een aanvullend krediet en een tijdelijke lening van de gemeente Ommen moeten de werkzaamheden aan het herstel van Makkings’s Mölle (Makkinga’s molen) weer uit het slop trekken.
Op zaterdag 2 augustus openen de molens in Ommen en Vilsteren hun deuren voor publiek tijdens de Ommer Molendag.
Makkinga’s Mölle in restauratie hier nog zonder kap en wieken
Onderschatting Bij voldoende wind draaien ook de wieken van de molens. Echter, niet bij Makkinga’s Mölle aan Den Oordt. De molen uit 1824 is wel open maar de bezoekers kunnen hier nog geen draaiende molen zien aangezien de molen bij lange na niet klaar is. Dit als gevolg van onderschatting van de restauratiewerkzaamheden van deze unieke molen. Zoals bekend is Makkinga’s Molle in restauratie om te worden omgebouwd tot zaagmolen.
In het verre verleden van Ommen was de openbare tijdsaanduiding eerst nog alleen maar hoorbaar door de luidklokken van de kerk op het Kerkplein.
1933. Ned. Herv. Kerk in Ommen.
Breiklok Deze luidklokken werden geluid onder andere bij het sluiten van de poort en die traditie werd, ook zonder poort tot op heden ten dage voortgezet. Op het vaste tijd van 21.00 uur is de luidklok overal luid en duidelijk hoorbaar en schoven de inwoners dan achter de pap oftewel de brijpot. Het luiden van de klok werd dan ook wel aangeduid als de ”Brijklok” (rijstebrij). Ook om 12.00 uur worden de kerkklokken geluid als teken dat de middag is aangebroken.
Torenuurwerk Als aanvulling op de luidklok die maar zo af en toe een tijdsindicatie aangaf, werd er later een echte klok, een uurwerk geplaatst. In 1587 is er al sprake van een uurwerk in de kerkkoren. Na de grote stadsbrand van 1624 had de kerk geen toren meer en stond het uurwerk in de kerk, met een wijzerplaat op de voormuur.
Met een informatiebordje aan de muur van het pand aan de Brugstraat wordt sinds kort de eeuwenoude gevelsteen van de familie Friesendorp uitgelegd.
Boveninde gevel van het nieuwe appartement de oude gevelsteen van Friesendorp-Walraven.
Historisch Ommen Zoals bekend is op één van de nieuwgebouwde appartementen het zandstenen familiewapen teruggekeerd van weggeweest. Het wapen stond ooit op de gevel van het pand van het echtpaar Egbert Friesendorp en Anna Lucreatia Walraven, het zogeheten Friesendorphuis, gebouwd in 1694.