Categorie archief: Informatiebronnen

Langs Overijsselse Vecht nog onbedorven natuurschoon

1955. Iedere dinsdagmorgen verandert het rustige stadje Ommen aan de Overijsselse Vecht, dat reeds in 1248 zijn stadsrechten ontving, in een drukke gezellige markt, waar boeren tot ver uit de omgeving heentrekken om de noodzakelijke inkopen te doen.

er0102.max-1600x800-1Varkensmarkt te Ommen. Op de veemarkt bieden de boeren om het hardst om in het bezit te komen van een stevige koe of een mooi rosé biggetje.

Veemarkt
Het is dan goed toeven op de kleine pleintjes rond de oude kerk, tenminste wanneer men niet blind is voor de schilderachtige tafereeltjes, waarvan men hier kosteloos kan genieten. Op de veemarkt bieden de boeren om het hardst om in het bezit te komen van een stevige koe of een mooi rosé biggetje, die luid loeiend of schreeuwend hun lot aan de paal of in de grote veewagen afwachten. Af en toe wordt de aantrekkelijkheid van deze wekelijkse markt nog verhoogd door een paardenkeuring aan de oever van de door het stadje stromende Vecht. Eenmaal per jaar is het groot feest, nl. op de tweede dinsdag in juli, wanneer de alom bekende “Ommerbissing”, de drukke jaarmarkt, wordt gehouden.

Gewaardeerd vakantieoord
Aan gasten heeft Ommen ’s zomers geen gebrek, terwijl het ook bij vele kampeerders een gewaardeerd oord is. Padvinders treft men hier bij honderden aan, kamperend op hun prachtige terreinen langs Vecht en Regge. De schoonheid van deze Vecht schijnt echter bij de vakantiegangers volslagen onbekend te zijn. In grote groepen trekken ze naar de bossen ten zuiden van Ommen, maar slechts een enkeling komt op het idee eens langs de Vecht in de richting Dalfsen een wandeling te maken. Vrijwel nergens kan men zo goed kennis maken met het prachtige Overijsselse landschap, dat de wandelaar gedurende de ongeveer drie uur lange wandeling geheel onder z’n bekoring brengt door z’n afwisseling van weilanden, bossen en riviergezichten. Even buiten Ommen komen we door het gemeentelijk landgoed “Het Laar” met z’n oude bomen, waterpartijen en het uit 1200 daterende kasteel “Het Laar”, dat in 1745 tot jachtslot werd verbouwd.

Een wandeling
Een wandeling langs de uitgestrekte en afwisselende padvinderskampeerterreinen wandelt men dan via de asfaltweg, die jammer genoeg op het ogenblik tot grotere verkeersweg wordt omgebouwd, in de richting Vilsteren, in de omgeving waarvan de prachtige bosterreinen van Giethmen en de Hongerige Wolf al een ideale wandelgelegenheid op zichzelf vormen. Willen we echter onze Vechtwandeling vervolgen, dan gaan we even voorbij de brug over de Regge, rechtsaf en zoeken onze weg door de talrijke kleine weggetjes, die daar tussen de verharde weg en de rivier naar Vilsteren leiden. Lees verder Langs Overijsselse Vecht nog onbedorven natuurschoon

4 mei herdenking in Ommen op film

De 4 mei herdenking van 2022 is op film vastgelegd.

 Link naar het album “Dodenherdenking 2022” met o.a. de video.

Het gaat om een initiatief van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) en het Nationaal 4 mei comité. De film is gemaakt door de Amsterdamse Filmstichting. Hierbij waren rollen weggelegd voor plaatsgenoten Corine Aalvanger (visual artist), Marith Mellema (scholiere van het Vechtdal College), Klazien Wienen (4 mei comité) en Harry Woertink (historie).

Immaterieel erfgoed
De organisatie van de jaarlijkse 4 mei herdenking in Ommen is een aangelegenheid van het plaatselijke 4 mei comité. Het Nationaal Comité heeft het KIEN voorgedragen de herdenking in Ommen op film op te nemen. Het Kenniscentrum helpt beoefenaars van immaterieel erfgoed met het borgen (ontwikkeling, promoten, doorgeven) van hun immaterieel erfgoed, onder andere door de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Daarnaast werkt het Kenniscentrum aan kennisontwikkeling ten behoeve van de praktijk van borging van immaterieel erfgoed. Daaronder vallen ook de jaarlijkse activiteiten op 4 en 5 mei.

De in 2022 in Ommen gemaakte film betreft een reportage van 10 minuten. Zie voor de 4 mei herdenking 2022 ook: Dodenherdenking Ommen: “Veiligheid, vrede en vrijheid niet vanzelfsprekend

Redactie OudOmmen.nl

Ommen en de Tweede Wereldoorlog (3)

Engels vliegtuig stort neer in Arriërveld – “Zij gaven hun leven voor onze vrijheid”.

 De vier oorlogsgraven van de Engelse vliegers op de begraafplaats aan de Hardenbergerweg
Zie ook het album “2e Wereldoorlog” met diverse sub-albums (ca. 750 afbeeldingen en documenten).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog stortte op een weiland in het Arriërveld een Engels vliegtuig neer en kostte vier bemanningsleden het leven. Zij gaven hun leven voor onze vrijheid. De viermotorige Stirling-bommenwerper had zijn bombardement op Duitsland voltooid en was op weg naar huis toen het op 20 juni 1942 werd getroffen door een aanval van een Duitse nachtjager. Het vliegtuig kwam terecht in het weiland naast de boerderij van M. Kroese. De vier Engelse vliegers hebben hun laatste rustplaats gevonden op de begraafplaats in Ommen.
In het vliegtuig zaten de volgende acht RAF-bemanningsleden:
James Harold Bailey, 26 jaar, sergeant
Arthur Buckley, 23 jaar (gedood); sergeant
Peter Nixey, 22 jaar (gedood); squadron leader
Carman Douglas Noble, flying officer
Lewis Ross Burgin, 28 jaar, Robert McDonald, sergeant
Douglas Archer Melville (gedood); sergeant (Canadees)
Robert McDonald Mitchell; flying officer (Canadees)
Wilfred Ernest Pearson, (gedood); sergeant

Brandend neergestort
Zes bemanningsleden wisten eruit te springen voordat het vliegtuig neerstortte in het Ommer buitengebied Arriërveld. De 22-jarige piloot Peter Nixey en de 23-jarige Arthur Buckley schutter in de bovenste middelste toren stierven in het vliegtuig. Nog twee bemanningsleden overleven de crash niet. Toen het brandend vliegtuig was neergestort verzamelden omwonenden haastig de lichamen voordat de Duitsers ter plaatse kwamen. Een van hen die de vliegeniers hielp werd hiervoor later zelfs opgepakt en vastgezet op het Duitse gevangenkamp Erika, waar hij werd geslagen en al zijn tanden uitgeslagen. Vervolgens werd hij gedwongen een kuil te graven, waar hij als deel van zijn straf zes dagen lang gehurkt moest leven, met een rooster erop. Lees verder Ommen en de Tweede Wereldoorlog (3)

Ommen en de Tweede Wereldoorlog (2)

De bevrijding van Ommen kostte tijdens een schermutseling met de Duitse vijand twee Canadese militairen het leven.

 De Staghound die door een vijandelijke Pantzerfaust is getroffen, waarbij de inzittenden werden gedood.
Zie ook het album “2e Wereldoorlog” met diverse sub-albums (ca. 750 afbeeldingen en documenten).

Dat gebeurde op 6 april 1945, enkele dagen voordat Ommen echt werd bevrijd. Op de Stationsweg, ter hoogte van waar toen bakker Hengelaar was gevestigd, werd een Staghound door een vijandelijke Pantzerfaust getroffen, waarbij de inzittenden George Thomas Wilson en Gerald Wilfred Soanes werden gedood. Ommen werd uiteindelijk op 11 april 1945 bevrijd en Lemele een dag eerder.

Canadese legertroepen
In het voorjaar van 1945 waren het overwegend Canadese legertroepen die na vijf jaar van onderdrukking zorgden voor de bevrijding van Noord- en Oost-Nederland. Het D-squadron maakte vrijdag 6 april 1945 gebruik van de nog intact zijnde brug in Vroomshoop en bevrijdde in de loop van de voormiddag Den Ham. Vervolgens werden de bossen onder Eerde verkend. Er werd menigmaal slag geleverd met de vijand waarbij een Staghound verloren ging. Het Regiment zette zijn operaties voort in de richting van de Vechtbrug bij Ommen.

Vervolgens doet zich dan op de Stationsweg het gruwelijk drama voor waarbij de twee Canadese soldaten omkomen. Luitenant George Thomas Wilson (24) kwam uit Winnipeg Manitoba Canada en was ten tijde van zijn overlijden getrouwd met Shelia May Wilson. De 22-jarige Trooper Gerald Wilfred Soanes werd geboren op 2 juli 1922 als zoon van Simon en Helen Soanes. Hij werkte eerst als leerling galvaniseerder bij de Hudson Bay Mijn en Smelterij in Flin Flon, Manitoba voor hij zich op 26 juni 1941 als militair meldde. De overige inzittenden van de Staghound, de schutter Trooper D. D. Montgomery, bestuurder Trooper John E. Harkins en de boordschutter en ook tweede bestuurder Trooper H.B. Loker worden door Duitse militairen krijgsgevangen gemaakt. Bij deze aanval brandde ook hotel Paping af.

10 april 1945
Inmiddels wordt op 10 april Lemele bevrijd. Helaas moet hierbij de 32-jarige Hendrik Kleinlugtenbeld uit Dalmsholte het leven laten als hij dodelijk getroffen wordt door een kogel terwijl hij op het land aan het werk is. Om de geallieerde opmars te vertragen, plaatsen de Duitse soldaten bommen onder bruggen. Ook onder de Vechtbrug en onder de duiker van het Ommerkanaal bij de Hardenbergerweg worden bommen gelegd. Lees verder Ommen en de Tweede Wereldoorlog (2)

Ommen en de Tweede Wereldoorlog (1)

Op 10 april 1946 – één jaar na de bevrijding van de gevangenen van het concentratiekamp “Erika” – organiseerden de oud-gevangenen een reünie.

 10 april 1946. Burgemeester C.E.W. Nering Bögel legt een krans bij het zojuist onthuld gedenkmonument op de Besthmenerberg ter herinnering aan de slachtoffers van kamp Erika.
Zie ook het album “2e Wereldoorlog

Het hoogtepunt van deze reünie was de onthulling van het gedenkteken, dat ter nagedachtenis aan de gevallen makkers werd opgericht bij de toegangsweg naar het kamp op de Besthmenerberg, vlak bij de bekende ”Steile Oever” aan de weg Ommen-Den Ham. Ruim 600 oud-gevangenen kwamen af op deze bijeenkomst om de nagedachtenis van hun gevallen lotgenoten te eren en een monument te onthullen. De burgemeester van Ommen, de heer C.E.W. Nering Bögel, plaatste een krans bij de voet van het gedenkteken met de tekst: “Ter nagedachtenis aan onze gevallen kameraden”. Na de sobere plechtigheid werd langs het monument gedefileerd.

De Knackers
Door hun bewakers werden deze gevangenen ook “De Knackers” genoemd een scheldnaam voor luis of parasiet. Gedachtig het voorbeeld van de geuzen die een even benarde tijd hebben doorstaan hebben de oud-gevangenen dezen naam als erenaam gekozen. Na een mars door het vriendelijke stadje trokken de reünisten naar kamp Erika. Hier wachtte echter een grote teleurstelling. Hun kamp waarin thans de handlangers verbleven om te peinzen over hun verraad moest op last van hogerhand gesloten blijven. Zij werden nu verzameld in een grote tent nabij de ingang waar zij werden verwelkomd door de heren Nering Bögel en K. Seinen uit De Krim de ziel van het Erika-trio, die het initiatief nam. Als eerste werd onder algemene instemming besloten een telegram van hulde en trouw te zenden aan H. M. de Koningin.

Ter nagedachtenis van onze gevallen makkers 1940—1945
De heer K. Seinen sprak een kort openingswoord, waarna korte bevelen weerklonken. De soldaten presenteerden het geweer, terwijl de burgemeester van Ommen het monument onthulde en een krans legde. Ook door ex-gevangenen werden kransen gelegd aan de voet van een eenvoudig monument dat het opschrift draagt: „Ter nagedachtenis van onze gevallen makkers 1940—1945. De oud-gevangenen van Erika. 10 april 1946.” Lees verder Ommen en de Tweede Wereldoorlog (1)

Twisten op de Ommer Teenager Shows

In de voetsporen van de zestiger jaren. Was je toen jong dan zat je in Ommen goed als je van twistende, rockende en swingende muziek hield.

Foto: Herman van Keeken, alias Hank Hermans (met licht kostuum) en zijn manager Charles delen handtekeningen uit. Op de achtergrond de teenagers Ferdinand Kampman (met bril) Herman Hollak, Wim Woertink (midden) en achter Van Keeken Henk Woertink. Vooraan in witte jas Hennie Caspers.

Ommer Teenager Show

Het waren de Ommer teenagers Mieke, Jenny en Frouwke Makkinga die in de zestiger jaren vijf jaar achtereen groot succes oogsten met de ‘Ommer Teenager Show’. De jeugd kwam vroeger massaal op de Ommer teenagershows af. Jongens en meisjes, overal vandaan, veelal in leer en kleurige shirts genoten van rock en roll in Ommen. Het was dan ook stoelen opzij en twisten op de muziek.

In de organisatie werden de zusjes Makkinga gesteund door ‘manager’ en pa-lief Dieks Makkinga, toen allen wonende aan de Gasthuisstraat 25 in Ommen. In de beginjaren was het een soort van talentenjacht met veel muziekgroepjes. De zusjes Makkinga toonden dan tevens hun zangkwaliteiten. Volgens de zusjes Makkinga was er in Ommen nooit echt iets voor de teenagers te doen, daarom namen zij de organisatie van de Ommer Teenager Show op zich, telkens gehouden op Tweede Paasdag, voor het eerst in 1961. De eerste show speelde zich af in de kantine van de Sociale Werkplaats bij het NS-station, goed voor duizend bezoekers.

Uitverkochte zaal

Het succes was toen zo groot dat er een  uitverkochte zaal was en zo doende honderden tieners teleurgesteld moesten worden omdat er geen plek meer voor ze was. Voor de show in 1962 werd daarom gekozen voor een ruime tent aan de Zeesserweg, goed voor 1600 personen. Een jaar later werd het evenement gehouden in het openluchttheater Het Laar. In 1964 werd een tent op de Markt neergezet. Ook het laatste jaar was een grote tent op de Markt het onderkomen van de Ommer Teenagershow, door sceptici ook wel aangeduid als: de teennagelshow. Van natte en koude voeten was er geen last, want stilzitten was er niet bij. Het was twisten, binnen en buiten de tent op muziek van hun twist-idolen.

Beschermheer Baron van Pallandt

Baron Philip Dirk van Pallandt van Eerde was de beschermheer van de Teenager Show Ommen. Enige bescherming was nodig ook, want na het eerste daverend succes op Tweede Paasdag in 1961 kwam er kritiek uit onverwachte hoek: dominee J.L. Bloemsma van de Hervormde kerk hekelde dat de Teenagershow op een Tweede Paasdag werd gehouden. Een discussie barste toen los, in zowel de Hervormde kerkbode als in het Ommer Nieuwsblad. Alles goed, maar geen Teenagershow op Tweede Paasdag, was de teneur. De organisatie trok zich er echter niks van aan, want ook de volgende shows werden onder grote belangstelling op Tweede Paasdag gehouden. Elk jaar werd een speciale ‘Teenager-Expres’-krant huis-aan-huis verspreid met daarin het programma en een voorwoord van burgemeester C.P. van Reeuwijk of beschermheer baron Van Pallandt. Met de advertentieopbrengsten werden de kosten gedekt. Lees verder Twisten op de Ommer Teenager Shows

Reinier Paping uit Ommen winnaar in 1963 van zwaarste Elfstedentocht ooit

We gaan vandaag 60 jaar terug in de tijd: “Reinier Paping wint Elfstedentocht. Moordende tocht; honderden vielen uit, velen gewond” kopte de Leeuwarder Courant op vrijdag 18 januari 1963 in een speciale avondeditie als de krant verslag doet van de twaalfde Elfstedentocht. 

Onthulling van plaquette in januari 1989 ter gelegenheid van de winnaar van de Elfstedentocht in 1963 Reinier Paping. Reinier Paping in het midden geflankeerd door Jeen van den Berg links en Evert van Benthem, rechts.

Deze tocht werd op 18 januari 1963 verreden en is de geschiedenis ingegaan als de zwaarste Elfstedentocht ooit. Reinier Paping uit Ommen wist toen onder Siberische omstandigheden deze Elfstedentocht op zijn naam te schrijven.

Manufacturier-sportleraar uit Ommen

Reinier Paping, een 31-jarige manufacturier-sportleraar uit Ommen, heeft de Elfstedentocht 1963 gewonnen. In zijn eentje gewonnen, want al hij Witmarsum was hij uitgelopen en het gehele, moordende traject tussen Harlingen en Dokkum heeft hij met een voorsprong van rond tien minuten gereden op een groepje van drie: Jeen van den Berg van Heerenveen, Anton Verhoeven uit Dussen en Jan Uitham van de Noorderhogebrug hij Groningen. Reinier Paping ging om één minuut voor half vijf voor de ogen van koningin Juliana en prinses Beatrix door de finish bij de Grote Wielen: hij deed 10 uur en 59 minuten over de tocht, dat is aanmerkelijk meer dan de eersten van de vorige tocht noteerden (8 uur 46 minuten), terwijl het record van Jeen van den Berg in 1954 (7 uur en 35 minuten) bij lange na niet werd geëvenaard. Zijn tijd is er al het bewijs van, dat de Elfstedentocht 1963 een moordende tocht is geworden. Tienduizend rijders zijn vanmorgen gestart, waarschijnlijk zullen slechts enkele honderden de finish bereiken. Zeker wanneer het Elfstedenbestuur zal besluiten het dichtsneeuwende traject tussen Bolsward en Harlingen en Harlingen-Dokkum te sluiten, zoals het dat omstreeks één uur met de zuidroute deed voor degenen, die toen Woudsend nog niet waren gepasseerd. Legio zijn de uitvallers, talrijk zijn de gewonden. Alleen de zeer sterken hebben in deze Elfstedentocht een kans gehad”, aldus de Leeuwarder Courant.

Legioen van 10.000 verdween in ijswoestijn
De Elfstedentocht en de naam Reinier Paping zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vandaag, 18 januari 2023, is het zestig jaar geleden dat Paping zegevierend uit de strijd in Friesland tevoorschijn kwam. Een onwerkelijke strijd over tweehonderd bizarre kilometers, want de omstandigheden waarin de wedstrijd plaatsvond waren bar en boos. ’s Werelds grootste schaatswedstrijd heeft nog nooit zoveel slachtoffers geëist als in 1963. Een tocht die de geschiedenis in zou gaan als de zwaarste ooit verreden. Een record aantal uitvallers; een record aantal gewonden. Slechts 57 van de 378 wedstrijdrijders haalden de eindstreep. Van het legioen van bijna tienduizend toerrijders die aan de start verscheen behaalden slechts 126 de eindstreep. De meesten waren verdwenen in de ijswoestijn. De EHBO-posten werkten 18 uren op volle toeren.

Lees verder Reinier Paping uit Ommen winnaar in 1963 van zwaarste Elfstedentocht ooit

Familie Mulder eeuw lang bewoner de Arendshorst in Varsen

De ooit bekende havezate de Arendshorst is niet meer. Op de plek van de in 1836 afgebroken havezate in Varsen kwam een nieuwe boerderij met de naam Boschkamp, eigendom van de heer van Vilsteren, Petrus Franciscus Helmich. Die zag zijn eigendommen in Vilsteren en Varsen gescheiden door de rivier de Vecht.

Schaatsen op de binnengracht van havezate Arendshorst in 1978 met op de achtergrond de oude boerderij.
Foto: Wim Mulder
Zie ook het album “Arendhorsterweg 2 (Havezate Arendshorst)”.

Mulder
De boerderij Boschkamp is ongeveer een eeuw lang bewoond geweest door de familie Mulder. Deze familie kwam uit Wijthmen, onder de rook van Zwolle en bewoonden in Varsen eerst de boerderij de Hogenkamp. Jans Mulder kocht de Hogenkamp van de weduwe Mollink. Jans Mulder was weduwnaar van Willemina Zwaaftink. Uit dat huwelijk is Willem Mulder geboren. Jans Mulder is weer hertrouwd met Johanna Maria Tielbeke, weduwe van Hermanus Mollink. Jans Mulder is er dus bij in getrouwd op de Hogenkamp. Uit dat huwelijk zijn weer 6 kinderen geboren, waarvan 3 levenloos. Na het overlijden van Jans werd de boerderij overgenomen door de dochter Berendina (Diene) Mulder, die trouwde met Mans Kodden. Nog steeds is de Hogenkamp eigendom van de familie Kodden. Nadat Willem Mulder zijn jonge jaren gewoond heeft op de Hogenkamp samen met zijn zussen Johanna (Anna), Maria (Marie) en Diene, maakte Willem in 1916 de overstap naar de Boschkamp. Willem trouwde op 3 november 1916 met Maria Theodora Meulman en kon de boerderij Boschkamp met de bijbehorende gronden pachten van de heer van Vilsteren. Willem Mulder was in de buurt beter bekend met de bijnaam “Hogenkamps-Willem”.

De naam Boschkamp in relatie met de naam Arendshorst
Zowel in de aankondiging van de openbare verkoop in 1857 en 1878 is er sprake van erve Boschkamp, voormalige havezate Arendshorst. Dat had te maken dat ten tijde van de volkstelling de familie Boschkamp er woonde. Nadien kom je deze naam niet meer tegen. Ook op de kaarten en de topografische kaarten is de naam Arendshorst zo gebleven, echter tot 1980. Nadien is de naam op de topografische kaarten verplaatst naar de kampeerboerderij en de camping. Mulders zijn in de volksmond dan ook geboren op de havezate Arendshorst (compleet met een binnen gracht en een buiten gracht). Na de oorlog is het gebruik van “De Belten” gewijzigd in camping Arendshorst en werd de boerderij Hogenkamp, kampeerboerderij Arendshorst. Lees verder Familie Mulder eeuw lang bewoner de Arendshorst in Varsen

Ommen op weg naar 775 jaar stadsrechten (1)

In 2023 is het 775 jaar geleden dat de gemeente Ommen stadsrechten kreeg. Deze mijlpaal laat de gemeente niet ongemerkt voorbij gaan.

 De in brons gegoten beeld van bisschop Otto III. Het was deze bisschop van Utrecht die in 1248 Ommen stadrechten verleende.
Foto: Harry Woertink
Zie link voor de foto in groot formaat met een beschrijving van de betekenis van het beeld.

Op weg naar dit jubileum zal de website OudOmmen.nl aandacht besteden aan de festiviteiten zoals die 25 jaar geleden werden georganiseerd in het kader van Ommen 750 jaar stadsrechten.

Thema Middeleeuwen
Ommen vierde op 25 augustus 1998 op uitbundige wijze dat het stadje 750 jaar geleden stadsrechten kreeg. Thema van het jubileumfeest was de Middeleeuwen. Het werd een dag met volksvermaak, muziek en drama en middeleeuwse ambachten. De viering begon rond drie uur ’s middags met een bijeenkomst aan de Vecht, bijgewoond door honderden genodigden, waaronder vertegenwoordigers van buurgemeenten, het voltallig bestuur van de provincie Overijssel en vertegenwoordigers van partner gemeente Recke en het Poolse Znin.

Ommer lied
Als eerste brachten schoolkinderen het speciaal voor de gelegenheid gecomponeerde “Ommer Lied” ten gehore. Met een kanonschot werd een zomp verwelkomd, waarmee monseigneur dr. J.A. de Kok als vertegenwoordiger van de bisschop van Utrecht Ommen werd binnengevaren. Vervolgens waren er verschillende toespraken om vervolgens richting Vrijthof te gaan. Hier werd de in brons gegoten beeld van bisschop Otto III onthuld. Het was deze bisschop van Utrecht die in 1248 Ommen stadrechten verleende. Het beeldje was een cadeau van de 100-jarige plaatselijke Rabobank en vervaardigd door beeldhouwster Kiny Copinga.

Bedelaar
Het Ommer centrum was helemaal in middeleeuwse sferen. Ommenaren hadden massaal gehoor gegeven aan de oproep om in middeleeuwse kleding op het feest te komen. De meest originele klederdracht kwam in aanmerking voor een prijs. Aan het eind van de middag kwam een tiental genomineerden op de muziektent zodat het publiek mee mocht beslissen. Dat wees Gert Jan Bastiaans als winnaar aan. Hij was gekleed als een slonzige bedelaar. Behalve de eerste prijs wist hij deze dag ook nog eens 25 gulden te aalmoezen.

Os aan het spit
De hele middag traden middeleeuwse figuranten op in het Ommer centrum met dolle drama, zoals kluchten, rechtspraken, waarzeggers, vuurspuwers en middeleeuwse dans en muziek. Op de Markt waren demonstraties van oude ambachten. De middeleeuwse maaltijd aan het eind van de dag was goed voor een file eetlustigen, die zich tegoed deden aan onder andere vlees van een os aan het spit.
Het avondprogramma werd ingevuld met zang in de feesttent waar een achttal koren optraden op. De herdenkingsdag werd afgesloten met een groot vuurwerk. Lees verder Ommen op weg naar 775 jaar stadsrechten (1)

Jaarlijkse fietstocht Oll Ommer en het CCO viel prima in de smaak

De jaarlijkse fietstocht voor leden van de Gemienschop van Oll Ommer en het CCO kon voor het eerst na de pandemie weer worden gehouden.

 Enkele deelnemers van de gezamenlijke fietstocht van Oll Ommer en het CCO.
Foto: Harry Woertink
Zie ook het album “Jaarlijkse fietstocht

Vrijdagavond was het weer zover en iedereen had er ook zin in, zo bleek. Totaal melden zich maar liefst 100 deelnemers van beide historische verenigingen. Het Historisch Museum diende als vertrekpunt. De fietstocht van 25 kilometer ging door de omgeving van Ommen.

Samendoen
Oll Ommer en het CCO organiseren de fietstocht nu al jaren samen. “De één houdt zich bezig met folklore en de andere graaft diep in de plaatselijke geschiedenis. Maar eerder had ieder het zijne. Ongeveer twintig jaar geleden is besloten om het samen te doen. Vooral ook omdat de leden vaak lid zijn van beide verenigingen. En altijd met veel succes en belangstelling”, aldus Aldien Pasman, die samen met Alie Pot verantwoordelijk was voor het uitstippelen van de fietsroute.

Eindpunt
Het eindpunt was dit keer landgoed “Den Woeste Heide” van Wim en Janny van der Heide, waar halverwege de avond het vuur goed heet was opgestoken voor de afsluitende barbecue in de buitenlucht. Iedereen liet het eten prima smaken. Bovendien werkte het mooie weer ook aan het geslaagde evenement. “Het zijn altijd hele gemoedelijke en gezellige ontmoetingen. Iedereen maakt met elkaar een praatje, contacten worden onderhouden en nieuwtjes uitgewisseld”, weet Aldien Pasman. Lees verder Jaarlijkse fietstocht Oll Ommer en het CCO viel prima in de smaak