Stadsrechten Ommen 1248-2023 (7)

Het was vroeger niet altijd pais en vree in de stad Ommen. Aanvallen en branden kwamen er regelmatig voor.

1948. 700 jaar Ommen. De Arriërpoort (nagebouwd) op de hoek Bouwstraat-Gasthuisstraat. Dit is de tweede foto van de Arriërpoort met bewoners. Zie deel 3 van ‘Ommen Stadsrechten 1248-2023’ voor de eerste foto met andere personen.

Na 1248 kreeg Ommen muren en wallen en werd met een gracht omgeven. Het vissen in de gracht mocht alleen met verlof van schepenen en raad. Wie deze regel overtrad werd beboet met één pond. Over wallen of muren klimmen was goed voor een nog zwaardere boete: 20 pond.

De verdediging of bescherming van de stad was in het algemeen aan de hele burgerij opgedragen, maar in het bijzonder aan de stadsschutters. Ze oefenden op de Doelen en het daarbij gelegen Doelenbelt. Het boek der willekeuren meldt dat de stadsschutters armborsten of handbogen voerden. Voor de ingezetenen waren er speren, pieken en zwaarden als wapen om gespuis buiten de stad te houden.

Ommer Bissingh

De stad had het voorrecht van vele vrijmarkten, zoals die van de Ommer Bissingh. De markten werden druk bezocht door mensen uit alle windstreken. De stad bezat verscheidende herbergen of bierhuizen. Water, bier en ook wijn waren algemene dranken die op de kaart stonden. Van koffie of thee werd nog geen gebruik gemaakt.

De huizen waren van hout en met riet of stro gedekt. Brandspuiten waren er niet en brandwaarborg-maatschappijen evenmin. Alleen de kerk, het stadhuis, de Doelen en enkele aanzienlijke woningen waren van steen. Door de bemuurde stad stonden huizen dicht op elkaar. Daarom dat doelmatige bepalingen regelden dat de zindelijkheid op de straten in acht genomen moest worden. Op bepaalde plekken mocht men geen mesthopen maken. Wie zich er niet aan hield werd bekeurd. In het Pijeshues konden zekere natuurlijke behoeften gedaan worden.

Natuurlijk werd er vroeger gewandeld. Dat kon buiten of rondom de stadsmuren en wallen, de Stadshaghen, de Bijlenhaghen en de Kloosterhaghen. Het openen en sluiten van de stadspoorten werd bij zonsopgang en zonsondergang telkens door het Ave-Maria-kleppen aangekondigd.

Spiker

In 1465 kreeg Steven van den Clooster toestemming om een “Spiker” te bouwen tegen de buitenmuur van de stadsmuur. De spiker was eigenlijk een klein kasteeltje. De bewoner van de spiker moest in oorlogstijden de stad helpen verdedigen tegen aanvallen. Daarvoor moesten twee oorlogswerktuigen in de gebouwen voorhanden zijn: een laatbusse en een knijpbusse. De gracht rond het kasteeltje van Steven van den Clooster was de Burggraven.

Bisschoppelijk hof

Ommen had al een bisschoppelijk hof voordat ze stadsrechten kreeg. Een hof die gelegen was aan de westkant van de Bermerstraat, lange tijd ook aangeduid als “De Höfte”. Wanneer deze “Höfte” verdween is niet bekend. Verder stond een bisschoppelijk hof op de plek waar nu “Oldenhaghen” is gelegen. Op z’n vroegst in 1231 ontstaan, wellicht later, maar bewijsbaar in 1339 aanwezig. Eerder bekend als “Huis ten Hage” en ook “Huijs den Hagen” en later als “Erve Den Hof”. Hier ging het om een boerenplaats: een groot huis, een schuur en twee schaapskooien. Verhalen uit de overlevering vertellen dat de deel van het huis zo groot was dat een met twee paarden bespannen wagen op de deel kon omkeren.

Rechtdag eindigt op galgenbelt

Alle maandagen was er rechtdag op het raadhuis. De schepenen van de stad kwamen bij elkaar, nadat zij tevoren door het luiden van het stadsklokje waren samengeroepen. Zo ook in 1493 als een moord in Ommen is begaan. Het vonnis dat wordt uitgesproken is een ter dood veroordeling door ophanging. Het lijk wordt op een rad gelegd. De straf zelf is in het openbaar voltrokken door de “scherprechter” de beul.

De geschiedenis van Ommen leert dat de moordenaar opgehangen is aan een galg in een weide, genaamd het ‘galgenbelt’ even buiten Ommen. De naam “Galgen” is terug te vinden in de naam van een stromend beekje precies op de grens van de vroegere Marke Stad Ommen en de Marke Arriën, aan het eind van de Hardenbergerweg dat nog steeds als “Galgengraven” wordt aangeduid. De naam “Schaterbrugje” over de Galgengraven herinnert aan de voltrekking van het vonnis bedoeld ter afschrikking, maar ook voor het hoongelach dat de moordenaar ten deel viel als vergelding voor zijn laffe daad.

Tot zover deel 7 van deze vervolgserie. In deel 8 meer over stadsrechten Ommen 1248-2023.

Tekst: Harry Woertink – Foto: collectie OudOmmen.nl

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s