Hout uit bossen werd vroeger veel verkocht via publieke verkopingen.

In Ommen bijvoorbeeld op de verschillende landgoederen. De gemeente Ommen, eigenaar van verschillende bossen, verkocht ook jaarlijks hout als de jonge bomen uit de kluiten gewassen waren tot dikke bomen. Een verhaal uit 1962 als in het Ommerbos weer een publieke houtverkoop bij opbod gehouden wordt.
Jans van der Heide
Het geknerp van het zagen van bomen en het slaan van bijlen is voorbij. Ze zijn met man en macht aan het werk geweest om de bomen die voor de verkoop goed zijn om te leggen. Boswachter in gemeentedienst, Jans van der Heide – bij de meesten beter bekend als Jan van Rötger van Stokvis’s Evert Jan – is de baas in het Ommerbos. Hij heeft al ver van tevoren de bomen gemerkt die omgezaagd moeten worden. Ze zijn of krom gegroeid of staan een andere boom in de weg of ze moeten plaatsmaken voor jong plantgoed.
Want een bos in de snelheid om te slaan of te verkopen is geen kunst. Je moet ook zorgen dat door jonge aanplant bos blijft. Onze kinderen en kleinkinderen moeten ook nog een Ommerbos hebben. Als de takken van de gevallen bomen eraf zijn worden de stammen buiten het bos gebracht en zo nodig in lengte gezaagd en aan percelen gelegd.Publieke verkoop van hout
En dan kun je er op aan dat omtrent de Kerstdagen een advertentie in de krant staat: “Publieke verkoop van alle soorten hout in het Ommerbos”. Van alle kanten komen de liefhebbers voor een mooi perceel hout opdraven, want hout uit het Ommerbos heeft een goede naam. Op de fiets, tegenwoordig ook al met de auto, en wie kortbij woont te voet, trekken de mensen al een paar uur van de voren op het bos aan. De een heeft een sliet nodig voor het dak, de andere rikken voor het afvreden van het grasland, een derde wil brandhout hebben. En iedereen denkt voor weinig geld aan een mooi perceel hout te komen.
Afslager, notaris en klerk
Weinig zeggend en bedachtzaam aan de rookpijp trekkend, kuiert men met een kennersoog langs de percelen. Het is winter en dan heeft de boer geen haast. Geen mens laat merken waar hij belangstelling in heeft. Want dan kon je er een zijn die de boel op gang jaagt. Als men in de verte notaris Geerlings aan ziet komen, sukkelt iedereen naar het begin van het bos weerom. In een grote kring staan ze dan om perceel 1, dat Jans van de Heide met blauw krijt op een kop van een dikke den heeft geschreven.
Berend Jan Jonink, al jaren klerk bij de notaris, leest de voorwaarden voor: beneden zoveel contant betalen en anders twee borgen die voor de betaling van de koopsom goed zijn en vóór het voorjaar weghalen. Gerhard Stegeman, de afslager gaat boven op het hout staan. En dan wordt er geboden, net zo lang tot het hoogste bod is gedaan. Dan: éénmaal, andermaal, de derde maal en het perceel hout is naar een nieuwe eigenaar overgegaan. Jonink schrijft de naam op van de koper en borgen. Of ze goed zijn voor het geld hoeft hij niet te vragen. Hij kent door jarenlange ervaring de boeren tot wijd in de omtrek en weet, om het zo te zeggen, hoeveel ze in de knip of in het kabinet hebben. Zo trekken ze van perceel tot perceel de middag door.
Wethouder Seinen
Gerrit Jan Seinen, de wethouder, komt ook nog even kijken. Hij gaat wat apart staan, bekijkt de gang van zaken op zijn gemak en wrijft zich stiekem in de handen als de boeren elkaar goed opjagen. Hij heeft de zorg voor de gemeentelijke bossen overgenomen van zijn voorgangers, de wethouders Van de Veen en Gerrit Paarhuis en het zou zijn eer te nakomen als het Ommerbos niet goed verzorgd worden en de houtverkoop onder de begroting bleef.
Tegen het einde van de verkoop begint de zon al onder te gaan. Grijze dampen trekken onder de bomen door. De boeren doen de jas tot boven aan toe dicht en zetten de kraag op. Jonink krijgt stijve vingers van het schrijven. Eindelijk is het laatste bod gedaan. De notaris en zijn personeel kruipen gauw in de auto en dan op huis aan naar de warme kachel. De kopers trekken weer naar alle windstreken. De een met de gedachte dat hij goedkoop hout heeft gekregen. Een andere begint er over te prakkiseren dat hij toch veel te duur heeft gekocht en neemt zich voor in huis maar niet alles te vertellen.
Alle bomen behouden
Het Ommerbos ligt er weer stil en verlaten bij. De konijntjes durven weer voor de dag te komen en spelen in het licht van de opkomende maan. Boswachter Jans van der Heide is de laatste die op huis aan gaat. Mooi werk het verzorgen van een houtverkoop. Het is weer achter de rug. En achter de kachel als Margje hem hete koffie inschenkt, prakkiserend al weer aan het werk van de volgende dag. Want er is veel te doen in het oude bos. Hij weet wel dat ieder jaar gekapt en verkocht moet worden, maar het liefst zou hij alle bomen houden.

Tekst: Harry Woertink – Foto’s: collectie OudOmmen.nl