“Ommen en omstreken” luidt de titel van een in 1925 door de VVV uitgegeven gids met “Schoone plekjes van Ommen’s omgeving”. Uitnodiging tot wandelingen in alle windrichtingen.
Station Vilsteren
Foto: OudOmmen
Dit keer het laatste deel in een serie van 3, richting Vilsteren en Junne en Beerze.
Vilsteren
“We noemen allereerst Vilsteren, een dorpje ongeveer 5 K.M. ten Westen van Ommen, aan den Zwolschenweg. Voorbij het Laarsche bosch en over de Laarbrug (over de Regge), waaraan een tol is verbonden, bereiken we spoedig de uitspanning bij Huize Vilsteren. De uitgestrekte bosschen hieronder behoorende zijn voor het publiek opengesteld. Links van den weg strekt zich het grootste bosch uit, meest beuken, waartusschen keurig onderhouden paden doorslingeren. Een warnet van kronkelpaden, omzoomd door struikgewas, vormen den doolhof. Aan den Noordrand van het bosch, waar het grenst aan de weilanden, is een punt, vanwaar men in zeven laantjes kijkt, „de zeven alleetjes”. Ze loopen alle lijnrecht van ons af, op het eind van één ziet men den achterkant van het fraaie buiten.
Het bosch, rechts van den weg, is minder grootsch in aanleg. Toch zijn hier ook aardige plekjes. Zoo het „heremietenhuisje,’’ opgetrokken van leem en zoden, en, meer naar het Westen „de witte koepel.” Deze is halfrond van vorm, helder wit gepleisterd en biedt gelegenheid om te rusten. Een dikke kastanjeboom breidt zijn takken er over uit, maar belemmert niet weinig het uitzicht op de bosschen aan de overzijde der bouwlanden, waar de toren van de R. K. kerk bovenuitsteekt en een molen, benevens het heerenhuis aardig uitkomen tegen den groenen achtergrond. Heeft men alles in oogenschouw genomen, dan is het zeer aan te raden nog een paar kilometers verder te rijden. Waar de boomen het gezichtsveld niet beperken zien we een toren boven zwaar boomgewas uitsteken.
Rechteren
Daar is het kasteel Rechteren. Het ligt rechts van den weg, omgeven door een breede gracht en aan weerszijden van de lage oevers een tuin. Statig verheft zich het gebouw op het eiland, waarheen een fraaie steenen brug voert. Vooral het oudste gedeelte met de sierlijke trapgevels en de hooge, ronde toren, die geheel vrij staat, maakt een grootschen indruk op den beschouwer. Na het kasteel aan de verschillende kanten te hebben bekeken, keeren we weer naar Ommen terug.
Junne/Beerze
Ook aan de Oostzijde van de stad is nog veel, wat waard is bezocht te worden. Zoo Junne en Beerze, respectievelijk 5 en 8 K.M. van hier verwijderd. Beide gehuchten zijn te bereiken langs den weg, die in de Voorbrug linksaf gaat. Spoedig vormt de weg een paar bochten om een afgesneden arm van de Vecht. Voor ongeveer 15 jaar is de rivier gecorrigeerd, talrijke kronkelingen zijn toen tot doode rivierarmen gemaakt. Eigenaardige veranderingen waren daarvan het gevolg. Zoo ligt het buiten vóór ons tegenwoordig aan den Zuidoever, terwijl het vroeger alleen van den Noordkant te bereiken was. Deze plek is bekend onder den naam van Zeesseroever.
De enkele boerderijen, die we verder voorbij gaan, vormen het gehucht Zeesse. Dan gaat onze weg tusschen uitgestrekte dennenbosschendoor, rechts loopt evenwijdig er mee de spoorlijn naar Coevorden. Het eerste station is Junne; van het gehucht zien we niets, het ligt links, geheel verscholen in de bosschen. Eenige kilometers verder bereiken we de school van Beerze en nu zien we ook een wit hek, dat toegang geeft tot „het wilde bosch.” Dit is particulier eigendom, doch het publiek heeft er vrije wandeling. Het strekt zich uit over een heuvelachtig terrein, zoodat de paden op verschillende hoogte liggen en onophoudelijk rijzen en dalen. Middenin ligt een houten villa (de Woudhoeve), waar de eigenaar en zijn familie ’s zomers eenige weken vertoeven. Aan den Noordkant verheft zich „de hooge belt” stijl uit de vlakte. De wand bestaat geheel uit blinkend wit zand. Hierdoor levert de heuvel, die verder heelemaal met groen getooid is, een verrassend mooi gezicht op. Van zijn top geniet men een schoon vergezicht over de buurtschap Beerze met de uitgestrekte bouw- en weilanden, waar de Vecht met bevallige bochten doorslingert. Junne en Beerze, evenals Vilsteren en Rechteren hebben alle stations aan de spoorlijn”.
Tot zover in de oude spelling het laatste deel van de VVV (wandel)gids uit 1925.
Zie ook “Ommen en omstreken” deel 1 en deel 2.
Bron: Harry Woertink – 18 oktober 2020