De stuw in de Vecht in Junne is in gebruik sinds 1915. In datzelfde jaar komen ook de schottenloods en de stuwwachterswoning gereed.
De stuw in Junne, toen nog met een looppad tussen Junne en Stegeren.
Foto: OudOmmen
Zie voor meer foto’s het album “Junne – Stuw”.
Dat is twee jaar later als in Vilsteren, waar ook een stuw, een schutsluis, een schotttenloods en een stuwwachterswoning worden gebouwd. Over de stuw verbindt een brug de buurtschap Junne met de buurtschap Stegeren. Echter, de brug over de Junner stuw is er niet altijd geweest. Het was ooit niet meer dan een looppad. De vaste oeververbinding van nu is er sinds 1966.
Stuwwachter
Om het water op een specifiek peil te houden bepaalde de stuwwachter aan de hand van de waterstanden de hoogte of diepte van de stuwschotten. In de schottenloods bevond zich het mechanisme voor het optakelen van de schotten. Vanuit de loods reed de takelinstallatie over een rail naar de stuw. Toen het waterpeil automatisch en op afstand bediend kon worden kwam een einde aan de functie van de stuwwachter. De stuwwachterswoning in Junne werd verkocht en particulier bewoond. Die in Vilsteren werd overigens afgebroken. De huidige Junner stuw, in combinatie met de schottenloods en woning zijn als ensemble een gemeentelijk monument.
Fietspad Junne – Stegeren
Vanuit de buurtschappen Junne en Stegeren was vanaf het begin al de wens geuit om vanuit de buurtschappen richting de stuw een fietspad aan te leggen om beide buurtschappen te verbinden. De gemeenteraad van Ambt-Ommen zag daar ook wel wat in. Er werd een commissie uit de raad ingesteld die de mogelijkheden van het aanleggen van een fietspad zou onderzoeken. Maar in de gemeenteraadsvergadering van 10 juni 1921 rapporteerde de commissie dat de toenmalige eigenaar van landgoed Junne, de Duitse fabrikant en grootgrondbezitter Lüps, geen medewerking wil verlenen. De wegen en paden in Junne zijn enkel voor de buurtschap Junne, was zijn oordeel. Dat over en weer toch gebruik gemaakt werd van de stuw als oversteekplaats werd door de gemeente oogluikend toegestaan. Een verzoek van de toenmalige eigenaar om het gedeelte van het inmiddels ontstane pad richting stuw te onttrekken van het openbaar verkeer, kreeg geen goedkeuring van de meerderheid van de raad van Ommen.
Brug in 1966
Dan duurt het tot begin zestiger jaren. De gemeente Ommen gaat steeds meer over tot het verharden van de zandwegen. Ook Junne en Stegeren zijn aan beurt. Dat is dan voldoende redenen om van werk werk te maken met een brug over de stuw. Vooral ook omdat van de kant van buurtbewoners en andere belanghebbenden druk op de gemeente wordt gezet. De gemetselde bakstenenpijlers van de stuw zijn breed en stevig genoeg voor een houten vaste brug. Ook komen er brede aansluitende toegangswegen naar de nieuwe brug over de stuw. Zonder enig feestelijk en officieel vertoon wordt in 1966 de brug in gebruik genomen. Dan zijn de buurtschappen met elkaar verbonden. Wie van Junne naar Stegeren wilde bespaarde daarmee de reis via de Vechtbrug in Ommen goed voor 13 kilometer. In de jaren 80 van de vorige eeuw werd de houten brug vervangen door een stalen brug.
Koebrug
Er was al eerder een brug in Junne. Niet om personen van de ene naar de andere kant te brengen, maar een brug voor koeien. Toen door de kanalisatie in 1901 van de Vecht vele bochten werden afgesneden kwamen ook weilanden van Junner boeren aan de overkant van de Vecht te liggen. De koeien werden door een koeherder via de Koedrift bij het koewad (een doorwaadbare plek) naar het Junner Koeland gedreven. Bij hoog water zwommen de koeien over de Vecht en volgde de herder met een bootje. Later kwam er een speciale koebrug. Deze brug werd telkens in het najaar weer opgebroken en opgeborgen. Het vee ging ’s winters de stal in en liep het Junner Koeland onder water.
Zeven stuwen in de Vecht
Om de landbouwgronden langs de Vecht het hele jaar door van voldoende water te kunnen voorzien, heeft men tussen 1907 en 1921 zeven stuwen aangelegd: de Haandrik, Ane, Hardenberg, Diffelen, Junne, Vilsteren en Vechterweerd. In 1984 is de stuw in Ane gesloopt, de andere zes zijn nog steeds in gebruik. In de tachtiger jaren zijn ze allemaal voorzien van stalen kleppen die automatisch open of dicht gaan als de waterstand in de rivier te veel afwijkt van het vastgestelde peil. Het waterverval bij de stuwen is 1,5 tot 2 meter. Dat betekent dat de vissen niet meer ongehinderd heen en weer kunnen trekken om een geschikte zomer- of winterverblijfplaats op te zoeken. Om dit probleem op te lossen is in 1991 een vistrap aangelegd, een brede watergang, die met kleine stuwtjes in vakken is verdeeld, leder stuwtje is 18 centimeter hoog en dat is een afstand die de meeste witvis nog wel kan overbruggen.
Vechtvlinder-sluis
Tot aan Arriën is een aantal jaren geleden het stortsteen uit de oevers verwijderd en verwerkt in een uitkijkheuvel. In 2012 is een kronkelende nevengeul uitgegraven en een nieuwe dijk aangelegd. De nevengeul moet een vlotte afvoer van hoge waterstanden in de Vecht ondersteunen of op zijn minst niet verhinderen. De stuw in Junne belemmerde eerder een doorgaande vaarroute. Vorig jaar is naast de stuw daarom een innovatieve “Vechtvlinder”-sluis aangelegd. Kanovaarders, roeiers en schippers van andere kleinere vaartuigen kunnen hier na een druk op een knop en bij groen licht de sluiskolk invaren om geschut te worden. Als het water op gelijk niveau is gebracht kunnen ze na een druk op weer een andere knop de klep aan de “uitvaar-zijde” laten kantelen en hun weg over de Vecht richting Ommen of Hardenberg vervolgen. De stuw in Junne is een aantrekkelijke locatie voor fietsers, wandelaars, vissers en kapiteins van kleine vaartuigen maar vooral noodzakelijk voor de inwoners en agrariërs van Junne.
Hoe lang nog?
Uit recent onderzoek is gebleken dat de stuw en brug thans alleen nog verkeer met een maximaal gewicht van 3 ton (3.000 kilo) kan verdragen. Dat betekent dat alleen auto’s, fietsers en voetgangers de brug mogen passeren. Door het zware verkeer dat jarenlang over de brug heeft gereden is het metselwerk van de pijlers beschadigd geraakt. Ook de houten fundatie van de stuw onder water is mogelijk plaatselijk beschadigd. Om de omvang van de schade te kunnen bepalen wordt een nader onderzoek ingesteld, vooral bij het deel van de stuw dat onder water zit. Met de uitkomsten van het onderzoek wordt bekeken of de stuw gerenoveerd kan worden óf dat tot vervanging moet worden overgegaan. De insteek van het waterschap is om de stuw te renoveren. Daarentegen heeft de gemeente plannen om een nieuwe brug ten oosten van de huidige brug aan te leggen.
Bron: Harry Woertink – 18 juli 2020