Het is voorjaar 1945. Vanuit het zuiden komen onder andere Engelse, Canadese en Amerikaanse soldaten Nederland binnen om ons land te bevrijden. Het Duitse leger geeft zich niet zo maar over. Over hoe de bevrijding van Ommen 75 jaar geleden verliep. Deel 2.
Canadese soldaten op weg naar de bevrijding.
Zie voor meer afbeeldingen van de bevrijding het album “Bevrijding”.
Kamp Erika
De opmars van de geallieerden is ook de gewapende bewakers van het gevangenenkamp Erika op de Besthmenerberg in Ommen niet ontgaan. Twente is al bevrijd en soldaten van het Canadese leger rukken verder op. In de nacht van 4 op 5 april wordt op kamp Erika groot alarm geslagen. Er zijn berichten dat de geallieerden op korte afstand zijn genaderd. “Alles inpakken en klaarmaken voor de afmars” klinkt het vanaf de appelplaats waar de gevangenen plotsklaps bij elkaar zijn geroepen. De groep krijgt te horen dat Westerbork hun nieuwe bestemming wordt, maar wel lopend. In colonne gaat het kort daarna in alle vroegte richting Balkbrug. Zij die nog even achterom kijken zien een vuurgloed boven het kamp uitstijgen. Het blijkt dat een munitieopslag in de buurt van het kamp is opgeblazen. Iedereen is bang onderweg. Nu ontsnappen betekent zondermeer de kogel van een van de gewapende bewakers. Als vliegtuigen over de groep scheren wordt gebruik gemaakt van dekkingsgaten langs de weg. In Hoogeveen wordt de nacht van 5 en 6 april doorgebracht in een door de Duitser leeggeroofd winkelpand. Op 6 april komt de colonne druppelsgewijze aan in het arbeidskamp de Pieterberg bij Westerbork (niet te verwarren met het noordelijker gelegen Kamp Westerbork). Het is bijna avond als de laatste gevangenen komen binnenstrompelen. In de barakken slapen de gevangenen op stro. Zaterdag 7 april is het een dag van niks doen. Op zondag 8 april wordt rondom het kamp heftig geschoten. Een bevrijdingspoging van Westerbork mislukt. Vervolgens is het wachten tot 10 april. Die dag slaan alle bewakers en Duitse soldaten op de vlucht als bekend is dat de geallieerden niet ver weg zijn. Er komen pantserauto’s en tanks bemand met Poole soldaten het kampterrein oprijden. Voor de gevangenen is het duidelijk dat dit betekent dat er een einde is gekomen aan vijf verschrikkelijke jaren. “Vrij!” “Vrij!” “Wij zijn weer vrij!” schreeuwen ze het uit van blijdschap. Op 12 april 1945 wordt ook Kamp Westerbork bevrijd door Canadese militairen.
Wanorde
Terug naar de bevrijding van Ommen. Waar bevinden zich de Duitse soldaten en met hoeveel zijn ze nog, is de vraag die de geallieerden zich stellen. Uit verkenningen is op te maken dat het Duitse leger de nadagen van de oorlog in wanorde verkeert. Manschappen krijgen tegenstrijdige bevelen, slaan op de vlucht of deserteren zelfs. Telkens wanneer situaties onhoudbaar zijn, vlucht men verder naar het noorden en eenheden vallen ook steeds verder uiteen. Er worden steeds maatregelen bedacht om de opmars van de Canadezen te kunnen stuiten. Zo worden bommen of granaten onder bruggen gelegd en wegen gedwarsboomd.
Spanning
Langs de Stationsweg in Ommen staan zware grote eikenbomen. De Duitsers hebben bedacht om deze bomen met explosieven te laten springen, zodat de bomen omvallen en de Stationsweg versperren. Willy Postma die met haar ouders, broertje en twee zusjes aan de Stationsweg woonde herinnert zich die dag nog heel goed. “Alle dagen van de oorlog waren spannend”, aldus Willy Postma, toen 7 jaar oud. “We zaten in de kelder en dat was niet voor het eerst. Mijn vader was commandant van de brandweer en ons huis was het enige met een telefoonaansluiting. We woonden op enkele honderden meters van het station, een mikpunt voor vliegtuigen. Op die bewuste ochtend van 4 april 1945 was het zelfs heel beangstigend. We hoorden het klotsende geluid van laarzen dichterbij komen. Enkele tellen later wordt de kelderdeur opengegooid en dalen vier jonge Duitsers het keldertrapje af. Ze hebben alle vier een geweer bij zich. Eén van hen vertelt wat er gaat gebeuren en ze nemen ook plaats in de kelder. In het volgende uur trilt ons huis diverse keren op zijn grondvesten. De spanning in de kelder is bijna ondragelijk geworden. Na de tiende knal blijft het stil. De Duitsers verlaten de kelder en ons gezin blijft alleen achter. Even later komt er opnieuw een Duitser naar ons toe en zegt dat het achter de rug is. We kruipen achter elkaar de kelder uit, stijf van het te lang in dezelfde houding zitten. We weten dan niet wat we zien. Het woonhuis is veranderd in een ruïne. Alle ruiten gesprongen, stukken plafond naar beneden gevallen en buiten lag alles bezaaid met kapotte dakpannen”, weet Willy Huising-Postma zich nog te herinneren.
Slapen in een brandkast
Nog dezelfde dag wordt de familie Postma verzocht hun huis te verlaten. De kinderen worden ondergebracht in een boerderij in Varsen en de ouders vinden huisvesting in een kantoor aan de Kruisstraat en slapen de laatste dagen voor de bevrijding van Ommen in een brandkast.
In een volgend deel meer over de bevrijding van Ommen. Deel 1 van ‘Ommen op weg naar de bevrijding’ is lezen op: Ommen op weg naar de bevrijding (1) – 75 jaar vrijheid
Bron: Harry Woertink – 3 maart 2020