Van tijd tot was er wel een krant die over Ommen schreef. Hoe het er is, maar ook vaak met een historische blik.
De Brugstraat in Ommen in 1970.
Foto: OudOmmen
Hieronder een verhaal afkomstig van het Nederlands Dagblad van 50 jaar terug. Waarom steeds meer mensen in Ommen gaan wonen. “Steeds een groter aantal mensen kiest dit stadje voor de rust en natuur en ontvlucht de grote steden om hier rust te vinden”, aldus de krant op 25 april 1970.
“Op de grens van Salland en Twente, waar de Overijsselse Vecht door ongerept landschap, bezaaid met bramen, jeneverbessen en wilde rozen kronkelt, kan men ’s zomers duizenden lissen en dotters zien staan in het zonlicht. Het woeste landschap met zijn rijke flora en fauna doet de bezoeker ietwat wonderlijk, maar liefdelijk aan. Wonderlijk, omdat het heuvelachtige „koeland” wordt afgewisseld door grote zandverstuivingen en tientallen oude Vecht-armen en liefelijk door de duizenden heirode sterretjes van de steenanjers tussen het grijs-groene gras en de zwierige takken van de wilde rozen, die overal uit het borstelige gras omhoog springen. Dit oude landschap van Vecht en Regge kan men vinden op het uitgestrekte grondgebied van de gemeente Ambt-Ommen. Dit is het land van de oude zandweggetjes en de witte berkestammen; het land van imposante heidevlakten en talrijke heuvels die men hier „bergen” noemt b.v.: de Lemelerberg, Archemerberg, de Stapelberg en de Besthmenerberg. Wie vanaf de Lemelerberg (het hoogste punt van Overijssel) de boerderijen als kleine blokjes verspreid in het landschap ziet liggen, met in de verte de dorpjes met hun spitse kerktorens omhoog geheven, ondergaat een wonderlijke rust en een gevoel van vrijheid. De Lemelerberg is voor de natuurliefhebber in alle jaargetijden interessant. In het voorjaar, wanneer men vanaf de Lemelerberg meer dan honderd paasvuren als vlammende fakkels kan zien oplichten. In mei, als aan de voet van deze berg, maar meer nog in het nabij gelegen landgoed Eerde, duizenden krentestruiken een witte bloemenwaas tussen de zware, oude boomstammen penselen. In juli, wanneer de schaapherder zijn kudde bij één van de bronnen op deze berg zijn dorst laat lessen en de zachte zomerwind verfrissend over de heuveltoppen blaast. In augustus, wanneer duizenden hectare heide in bloei staan. In de herfst wanneer de bossen hun kleurenspel beginnen, met de vele soorten paddestoelen, die hun kleuren over het mostapijt strooien, of tegen de hellende wanden van de geulen staan, die men hier „ravijnen” noemt. Maar vooral ook in de winter, wanneer de bossen van de Lemelerberg met een dikke sneeuwvacht zijn bedekt, en het landschap een sprookjesachtig aanzien heeft gekregen. Honderden mensen binden dan de ski’s onder, en genieten hier van de wintersport. Het op de berg gelegen hotel is dan ingericht als wintersport-hotel, en tevens zijn er meer dan 250 paar ski’s te huur. De besneeuwde Lemelerberg is dan met recht „Neerlands Zwitserland”.
Een rijke historie
Zowel het stadje Ommen zélf, als de buurtschappen, gelegen in Ambt-Ommen hebben een rijke historie. Reeds vóór het jaar 1000 woonden er mensen op de plaats, waar tegenwoordig Ommen ligt. Ommen heette toen nog „Omheim” en later „Umme”. Op 25 augustus van het jaar 1248, besloot bisschop Otto III Ommen stadsrechten te schenken, waardoor het stadje dezelfde rechten kreeg als b.v. Deventer, Kampen en Zwolle. Ook werd Ommen nu van muren en poorten voorzien. Ommen is steeds het middelpunt geweest van veel krijgsrumoer. Op 9 mei 1330 viel een troepenmacht Ommen binnen, staken alle huizen in brand en vernielden de vesten en muren. Op last van bisschop Floris, werden deze in 1382 weer opgebouwd, uit dankbaarheid voor de hulp van de Ommenaren bij het belegeren van het kasteel Eerde, dat toen bewoond werd door de beruchte roofridder Evert van Essen. Ook is Ommen verder verscheidene keren geplunderd of door brand verwoest. Zo ook in 1517, toen een ontzettende brand vrijwel geheel Ommen in de as legde en in 1585, toen een zware storm alle huizen zwaar beschadigde. Ook de 80-jarige oorlog liet Ommen niet onberoerd. Het werd verschillende keren geplunderd, tot Prins Maurits hier in 1606 een leger stuurde, dat de Spanjaarden uit Ommen verdreef. In 1624 werd de stad echter opnieuw door brand verwoest. Grote schade werd ook aangericht door de bisschop van Munster die in 1672 vanuit Nordhorn de grens overtrok en Ommen binnenviel. De voornaamste oorzaken dat het in Ommen steeds onrustig geweest is, moet men zoeken in het feit dat dit stadje was gelegen aan de Hessenweg, waarvan nu nog hele stukken bestaan. Vroeger trokken duizenden Hanneke-maaiers of pikmeyers over deze Hessenweg vanuit Duitsland naar Holland of Friesland, om turf te graven of werk in de hooibouw te verrichten. Het ligt voor de hand dat ook de legers van deze weg gebruik maakten en op hun tochten vaak Ommen aandeden, wat de bevolking handen vol geld, en vaak al hun bezittingen heeft gekost. Ook koning Lodewijk Napoleon passeerde in 1809 met zijn troepen via deze Hessenweg Ommen.
In de beide wereldoorlogen bleef Ommen ook niet voor ellende gespaard, al hoefde de bevolking van deze plattelandsgemeente geen honger te lijden. In 1918 herbergde Ommen in de scholen een groot aantal Belgische en Franse vluchtelingen, terwijl veel Oostenrijkse kinderen bij de ingezetenen werden ondergebracht. In de tweede wereldoorlog lag de druk zwaar op het stadje. Het Sterkamp werd in gebruik genomen door het Arbeitseinsatzlager Erika. In 1944 werd in Ommen de staf van de Organisatie Todt gevestigd. Vele inwoners van het stadje werden als gijzelaar gevangen genomen en de joodse burgers werden weggevoerd. Ommen bleef echter de uitgehongerde vluchtelingen uit het westen helpen. Grote aantallen uitgehongerde kinderen werden door de bevolking opgenomen, en van voedsel en kleren voorzien. Op 6 april 1945 rolden de eerste tanks Ommen binnen en enkele dagen later brak voor Ommen de zo fel begeerde bevrijding aan.
De kerken van Ommen
Wie het stadje Ommen nadert ziet meteen de toren van de oude Ned. Herv. Kerk hoog boven de, langs de kronkelende straatjes gegroepeerde huizen uitsteken. Deze kerk dateert al van voor 1200 en is gebouwd uit z.g. Bentheimer zandsteen, die door de Vecht vanuit Duitsland werd aangevoerd. De muren zijn 1.30 m dik. Het onderste gedeelte hiervan is opgetrokken van oer- of ijzersteen. De beide zware klokken die in de klokketoren hangen, werden gegoten door Henricus de Tremonia uit Dortmund, en dragen als opschrift:
Salvator Maria) is myn name.
Mijn ghelut sy Gode bequame (welgevallig)
den levendighen rop ick.
Den doden bescrey ick
hagel en de donder werstuer ick.
Hinricus de Tremonia me fecit A XVC.XVII.
De bevolking van Ommen is momenteel grotendeels Nederlands Hervormd. Onder leiding van ds. A. C. v. Raalte werd in Ommen in 1835 een afgescheiden gemeente gesticht. Dit ging met grote moeilijkheden gepaard, zodat militair ingrijpen noodzakelijk werd en een speciaal detachement infanterie in Ommen werd gelegerd om de politie te assisteren, bij het ontbinden en voorkomen van de verboden godsdienstoefeningen. Op 19 november 1836 werd ds. Van Raalte zelfs gevangen genomen maar spoedig weer vrijgelaten. In 1947 vond in Ommen de Vrijmaking plaats. Kerkdiensten werden eerst gehouden in de verenigingslokalen van de Ned. Hervormde kerk en later in een houten noodkerk. De Geref. Kerk heeft nu een nieuw kerkgebouw dat plaats biedt aan meer dan 600 personen. In de zomer worden vanwege het grote aantal vakantiegangers extra kerkdiensten belegd en worden d.m.v luidsprekers de aangrenzende jeugdgebouwen bij de kerkdiensten betrokken.
Kastelen en landgoederen
Ommen bezit enkele prachtige landgoederen. Het bekendste is wel het kasteel en landgoed Eerde. Dit kasteel dateert al van het jaar 1360 en was eerst bewoond door de beruchte roofridder Evert van Essen. Het werd in 1380 vernield door de legers van Utrecht, Zwolle en Deventer, maar werd later weer herbouwd. Momenteel is in het kasteel ’n internationale school gevestigd. De tegenwoordige eigenaar baron Ph. D. v. Pallandt heeft veel gedaan om dit honderden ha. grote landgoed zijn oorspronkelijke schoonheid te laten behouden. Nauw met de geschiedenis van dit kasteel verbonden is die van het, in de onmiddellijke nabijheid van Ommen gelegen kasteel en landgoed „Het Laer”. Van 1925 – 1932 genoten beide landgoederen internationale bekendheid doordat er conferenties werden gehouden van de Theosophische Vereniging „De Ster van het Oosten”. Deze conferenties werden door duizenden leden van deze secte, afkomstig uit alle werelddelen, bezocht. Hun geestelijke leider Krisnamunthi was hierbij vaak persoonlijk aanwezig.
Verder vindt men in Ommen de prachtige landgoederen van Vilsteren, met zijn oude Saksische boerderijen en het tegen de Archemerberg gelegen landgoed Archem. Aan de rand van dit landgoed ligt de oude uitspanning „Nieuwe Brug”, vroeger „Nije Brugge” geheten. Deze uitspanning, waarin nu een café-restaurant met speeltuin is gevestigd, was reeds in 1449 een vermaarde pleisterplaats. Hier vonden ook de besprekingen plaats tussen de bisschop van Utrecht en de edelen. Ook Napoleon heeft hier onderdak genoten.
Recreatie
Als toeristenplaats geniet Ommen grote bekendheid. Het aantal vakantiegangers dat Ommen bezoekt, groeit ieder jaar. Door de gemeente wordt veel gedaan om een en ander in juiste banen te leiden en speciale gemeenteverordeningen zijn gemaakt om excessen te voorkomen. Ommen bezit vele goede hotels, pensions, kampeerboerderijen en bungalow- en campingterreinen, waaronder het bekende campingterrein „Bergzicht”, aan de voet van de Lemelerberg. Ook de visliefhebber kan in Ommen terecht en wel in de Overijsselse Vecht. Verder kan men er heerlijk roeien en zeilen. Ommen bezit het moderne verwarme zwembad „Olde Vechte” en in Lemelerveld is het prachtige natuurbad „Heidepark”. Lemele heeft in de zomermaanden een gezellige toeristische markt, terwijl er in Ommen elke dinsdag plattelandsmarkt wordt gehouden. Ommen heeft een gezellig winkelcentrum met verscheidene winkels, op allerlei gebied. Ook in Lemele kan men op velerlei gebied terecht, terwijl Lemelerveld opvalt door zijn moderne middenstandsbedrijven, waarin men vrijwel altijd zal slagen.
Industrie
Ommen heeft een geheel nieuw industrieterrein, waar verschillende bedrijven zijn gevestigd, die het stadje een goede werkgelegenheid verschaffen. Een van de bekendste bedrijven is een fabriek, die zich bezighoudt met de fabricage van opleggers. Verder bezit Ommen o.a. een drogerij, een fabriek van betonprodukten, en een moderne autospuiterij aan de voormalige haven. Een nieuwe tak van industrie is in Ommen een moderne chemische wasserij. Al met al een snel groeiende industrie, waarop Ommen trots kan zijn. Ook te Lemelerveld vindt een industriële ontwikkeling plaats wat de werkgelegenheid hier bevordert. Zo is er een moderne ijzer-constructiefabriek gevestigd.
Bejaardenzorg
Ommen bezit drie moderne verzorgingsflats voor bejaarden en verscheidene bejaardenwoningen. Ook voor de gehandicapten wordt veel gedaan. Grote aantallen gehandicapten uit Ommen en omliggende plaatsen bezoeken de nieuwe centrale werkplaats, waar ieder zich in zijn eigen richting kan ontwikkelen. Ommen bezit voorts enkele tientallen scholen, waaronder vele lagere scholen en kleuterscholen, enkele Mavo-scholen, een lagere landbouwschool, een huishoudschool en een internationale school in Eerde. Eén van de modernste scholen is de „Guido de Bresschool”, de Geref. streekschool voor Ommen en omgeving.
Woningbouw
Steeds meer mensen die van rust en natuur houden, gaan in Ommen wonen. Dit is mogelijk, doordat men hier wat de woningbouw betreft niet stil zit. De ruim aangelegde woonwijken, en de tientallen in de natuur gelegen bungalows noden de bezoekers om hier hun intrek te nemen. Er wordt koortsachtig gewerkt om de vraag naar woningen bij te houden, want een steeds groter aantal mensen kiest dit stadje als woonplaats en ontvlucht de grote steden om hier rust te vinden. Het oude gehuchtje Omheim groeide uit tot een bekend vakantie-oord en het is er goed wonen en werken!” Tot zover de krant uit 25 april 1970 over Ommen.
Bron: Harry Woertink – 5 januari 2020