Het lijkt er op dat overstromingen van de Vecht boten over de dijk hebben gespoeld en de bemanning overboord is geslagen. Maar dat is het niet, ondanks dat boten normaal gesproken in het water behoren te liggen.
‘Boten’ langs de Hessenweg en Vecht markeren een historisch weg- en waterknooppunt tussen Ommen en Zwolle.
Foto: Harry Woertink
Zie voor meer foto’s het album “2019 – Waterknooppunt”.
Hier, op een historisch weg- en waterknooppunt aan de Hessenweg Ommen-Zwolle, heeft kunstenaar Cornelius Rogge een aantal boten als kunstwerk op het land gehaald om ze hun verhaal te laten vertellen. Het zijn als het ware zieleschepen, een onderdeel van het kunstproject ‘Kunstwegen’. Op elke ‘boot’ is een tafereel te zien. Ze vergezellen elkaar op een avontuurlijke langs de Vechtdijk ter hoogte van de zogeheten Kromme Kolk, ingeklemd tussen Berkum en de Hessenpoort in de gemeente Zwolle. Hier kwam ooit het Lichtmiskanaal uit in de Vecht. De Hessenweg deed dienst als internationale landsweg voor verbinding met het Duitse achterland.
Lichtmiskanaal
Bij de Kromme Kolk kwam het Lichtmiskanaal uit in de Vecht. Dit kanaal verbond Zwolle via de Vecht met de Dedemsvaart. Zo was ook vanuit Ommen via het Ommerkanaal, de Dedemsvaart en het Lichtmiskanaal Zwolle per schip bereikbaar. Op de Hessenweg zorgde een ophaalbrug dat het dat het verkeer over het kanaal kon. Het scheepvaartverkeer van kanaal naar rivier werd in de Vechtdijk geschut via een schutsluis. Het kanaal ontsloot de grote veengebieden op de grens van Overijssel en Drenthe en maakte het mogelijk turftransporten te vervoeren naar de Turfmarkt in Zwolle. Het Lichtmiskanaal werd gedempt bij de aanleg van de Rijksweg van de huidige A28. In de uiterwaarden van de Vecht is een klein stukje van het kanaal, tussen de vroegere sluis en de rivier bewaard gebleven. Naast de schutsluis in de Vechtdijk was destijds herberg ´de Kakelaar´ gevestigd. Deze herberg/boerderij lag tegenover het landhuis Dijkzicht en het grote parkbos aangelegd door de Zwolse tuinarchitect Georg Anton Blum. De in 1895 geopende tramlijn Dedemsvaart-Zwolle liep vlak langs de herberg die hier tot 1934 heeft gefunctioneerd. Met het gereedkomen van de nieuwe brug over de Vecht veranderden de verkeersstromen. Daarom werd toen een nieuw en modern restaurant gebouwd aan de overzijde van de Vecht aan de Kranenburgweg met de nieuwe naam ‘De Toerist’. In 1995 werd dit restaurant overgenomen door Van der Valk. In 2013 verhuisde Van der Valk naar een nieuw gebouw direct naast de A28 en is inmiddels De Toerist gesloopt.
Berkumerbrug
Dankzij de gunstige ligging aan weg- en waterwegen kende Zwolle een bloeiende economische positie. Zwolle bestond als handelsstad bij de gratie van het vervoer over de Vecht. Om als handelsstad en doorvoerhaven het volle profijt te trekken bouwde Zwolle in 1451 een houten ophaalbrug over de Vecht, de Berkumerbrug. Deze brug zorgde voor de belangrijke aansluiting op de handelsroute langs de noordelijke oevers van de Vecht richting de Duitse handelscentra. Zodoende boog men de handelsweg van Duitsland naar Holland over en langs de Vecht op naar Zwolle. Tot 1835 werd er ook tol geheven.
Vanwege de toename van het verkeer werd in 1934 naast de houten tolbrug een betonnen brug gebouwd, de huidige brug. Oorspronkelijk was er geen fietsverbinding over de Berkumerbrug. Fietsers en voetgangers maakten gebruik van de ophaalbrug die zo’n 150 meter zuidelijker de Vecht overspande. De Berkumerbrug was in de jaren ’60 berucht vanwege het grote verkeersaanbod. Het was één van de grootste knelpunten van de regio. Daarom is eind jaren ’60 versneld de brug van de A28 over de Vecht aangelegd, die in 1968 is opengesteld. Daarna is er een fietsbrug aan de Berkumerbrug gebouwd, en is de oude ophaalbrug gesloopt.
Nieuwe Vecht
De Zwolse handel was door de Vecht en via internationale landwegen georiënteerd op het Duitse achterland van Westfalen. Zwolle was daarbij doorvoorhaven. Het stapelrecht van 1438 bepaalde dat alle goederen uit Duitsland die via de Vecht werden vervoerd in Zwolle op de markt moesten worden gebracht. Dit stapelrecht, verleend door bisschop Rudolf van Diepholt, leidde tot grote welvaart in de stad en onderstreepte de waarde van de Vecht voor Zwolle. Om schepen sneller van de Vecht in Zwolle en omgekeerd te laten komen werd in 1600 tussen de Vecht in Berkum en de stad Zwolle de zogeheten ‘Nieuwe Vecht’ gegraven. Schepen hoefden nu niet meer over het Zwarte Water. Dit verbindingskanaal reikte tot aan de Nieuwe Wetering in het centrum van Zwolle. Zo konden de Thorbeckegracht, de Buitenkant en het Rode Torenplein bereikt worden waar de overslag van goederen plaats vond.
Het Nieuwe Verlaat
Om wateroverlast langs de Nieuwe Vecht te voorkomen werd in 1602 aan de kant van Berkum een verlaat (schutsluis) gebouwd, ‘Het Nieuwe Verlaat”. De schutsluis was een druk punt voor de scheepvaart. Bij de schutsluis stond eveneens een sluiswachtershuis dat al in 1726 wordt vermeld toen het de functie van schipperscafé had. Beurtschippers voerden af en aan en werden afgewisseld door turfschepen die naar de Turfmarkt in Zwolle voerden. Maar liefst 90 schippers woonden toen in dorpen en steden langs de Vecht. Vanuit Duitsland werd door schippers voornamelijk Bentheimer- en Gildehauser zandsteen deze kant opgevoerd. Uit Westfalen kwam verder rogge, bier, wol, linnen en linnen garens en de meststof potas. En vanuit Nederland kwamen peulvruchten, grutten, vis en traan, porselein uit Engeland, kaas uit Friesland, koffie, thee, tabak en andere koloniale producten. De vele turf- en beurtvaartschepen maakten in 1877 een verbreding van de sluis noodzakelijk. Het kreeg toen ook de bijzondere ovale vorm. Later kwam bij die drukte de pleziervaart er nog bij. Vanuit de Zwolse binnenstad werden rondvaarten via de Nieuwe Vecht, de Overijsselse Vecht en het Zwarte Water gemaakt. De brug was ooit een ophaalbrug. Aan het begin van de vorige eeuw nam het vaarverkeer over de Nieuwe Vecht drastisch af. De sluismeester bij het Nieuwe Verlaat schutte in 1930 nog maar 311 kleine schepen. Toen omstreeks 1934 de Ceintuurbaan werd aangelegd, was scheepvaart tussen het Zwolse centrum en de Overijsselse Vecht definitief onmogelijk. In de uiterwaarden van de Vecht ligt de Berkumer Kolk, die is ontstaan door de zandwinning bestemd voor de woonwijk Berkum.
Bron: Harry Woertink – 26 oktober 2019