De oorlog dichtbij (2)

In Nederland herdenken we op 4 mei de Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en oorlogssituaties en vredesmissies nadien. Op 5 mei vieren wij de Bevrijding en dat we sindsdien in vrijheid leven.

 Gevangenen van kamp Erika marcheren door de Bouwstraat in Ommen.
Afb.: Fotoachief Gemeente Ommen
Zie voor meer afbeeldingen het album “2e Wereldoorlog”.

In samenwerking met het 4 mei comité Ommen en het Ommer historisch tijdschrift De Darde Klokke publiceren wij een persoonlijk verhaal van een Ommenaar over de Tweede Wereldoorlog (1940-1945).
Kom vanavond met verhalen, hoe de oorlog is verdwenen,
en herhaal ze honderd malen: alle malen zal ik wenen
”.

Roel de Vries:
Toen de oorlog begon was ik 5 jaar en woonde met mijn ouders op het adres Arriën 1. Dat is nu Hardenbergerweg. Mijn moeder overleed toen ik 8 jaar was aan TBC. Ik ging daarna wonen bij een oom en tante aan het Edith-Hof in Ommen. Daar heb ik het grootse deel van de oorlog gewoond. De laatste dagen van de oorlog was het daar te gevaarlijk en werd Edith-Hof verlaten. Ik ging weer terug naar de Hardenbergerweg. In de oorlog is de naam Edith-Hof veranderd in Schapenallee omdat “Edith” een Engelse naam was. De laatste oorlogsdagen aan het Edith-Hof waren spannend, maar ook gevaarlijk. Er was een diepe schuilplaats gegraven bedoeld om 50 personen in te kunnen laten schuilen op het moment dat de geallieerden op Ommen zouden schieten. De Duitse soldaten kwamen er achter. Daarom moesten de mannen uit de buurt het gegraven gat weer dichtgooien. De Duitsers dachten dat het zou worden gebruikt tegen hen als loopgraaf. Op 9 april 1945 werden deze mannen door de Duitse soldaten meegenomen naar het centrum van Ommen. Maar ze konden gelukkig per direct weer terugkeren naar huis. De volgende dag herhaalde zich dit. Aanleiding was dat de Duitsers gezien hadden dat iemand een onderdeel had van een gecrasht vliegtuig had die onderweg was weggegooid. Toen de mannen zich melden in een café in Ommen was er geen enkele Duitser mee te bekennen: ze waren inmiddels op de vlucht voor de geallieerden.

Voorafgaande aan de bevrijding van Ommen gingen vliegtuigen over. Plotseling vloog er een kogel door de ruiten. Bij Lemmers verderop zijn toen enkele bommen gevallen. Op 10 april 1945 moesten alle bewoners van het Edith-Hof hun huizen verlaten. De rietendaken waren met de beschietingen op komst te gevaarlijk. Ik ging naar mijn vader terug en verbleef daar met nog 9 personen. In de nacht van 10 op 11 april 1945 hoorden we het helse lawaai van hevige beschietingen op Ommen, ontploffingen en inslagen van granaten. In de buurt van ons huis zijn toen zeker drie granaten ingeslagen. Bij meester Velsink werd later nog een granaatscherf in de piano aangetroffen.

Op 11 april 1945 stonden wij aan de weg om de bevrijders toe te zwaaien. Er kwam nog een Duitse soldaat langs met de armen omhoog richting Ommen. Toen wij na de bevrijding weer over de Vechtbrug kwamen op weg naar het Edith-Hof zag ik dat een groot gat in de brug was geslagen. Op het Edith-Hof waren de Duitsers in ons huis geweest en hadden eieren gekookt”.

Ommen tijdens de Tweede Wereldoorlog (1)
Hoe verliep de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) in Ommen. De werkgroep Tweede Wereldoorlog van het Cultuurhistorisch Centrum Ommen (CCO) heeft de gebeurtenissen zoals die grotendeels in Ommen en omgeving plaatsvonden op rij gezet. In deze publicatie de feiten tot en met 1942.

De oorlog zorgde voor vijf donkere jaren met veel slachtoffers. Bijna de hele Joodse bevolking werd door de Nazi’s van de aardbodem weggevaagd. Van de in Ommen wonende joodse families heeft slechts een enkeling de oorlog overleefd. In het zicht van de bevrijding van Ommen kwamen drie Ommer inwoners om het leven door oorlogsgeweld.

1940
10 mei 1940: Bezetting door Duitsland.
1 juli 1940: Joden mochten niet meer deelnemen aan ‘luchtbescherming’. Gompel en Hartog de Levie, Joop van der Hoek en Hertog de Lange worden ontheven van hun taak.
Crash van een Wellington bommenwerper en de eerste bommen ontploffen op Ommer grondgebied.

1941
10 januari 1941: Alle Joden of personen met tenminste één Joodse grootouder moeten zich laten registeren bij de bevolkingsadministratie. In Ommen lieten 83 personen zich registreren.
Maart 1941: Joden mogen niet langer een eigen bedrijf hebben en moeten hun zaak sluiten.
April 1941: De eerste borden met ‘voor joden verboden’. Joden waren niet meer welkom in hotels, restaurants en cafés. Later volgen ook parken en plantsoenen en hangen de bordjes ook in het Laarbos.
27 april 1941: Arriën, crash Wellington (Dammen, Trundie, Reid, Graham, Jacobs, Channing).
18 mei 1941: Varsen, 3 Britse bommen ontploffen.
13 augustus 1941: Beerzerhaar, bom.
1 september 1941: Met ingang van het nieuwe schooljaar mogen de joodse kinderen niet meer naar de openbare lagere school. Er wordt in de villa de Esch op Eerde een Joodse school ingericht voor de leerlingen uit Ommen, Den Ham en het Quakerinternaat.
31 oktober 1941: Arriën, 8 bommen ontploft.
Het Englandspiel is in Ommen gestart.
7 november 1941: Stegeren, start dropping, het zogehten Englandspiel. Geheim agenten Lauwers en Taconis worden gedropt; hun fiets met parachute wordt een dag later gevonden.
Kamp Erika wordt geopend. Het eerste jaar voor veroordeelden.

1942
20 maart 1942: Verbod voor Joden om vervoermiddelen te bezitten of te besturen.
3 mei 1942: Joden ouder dan zes jaar moten een gele zespuntige Davidster met het woord “Jood” zichtbaar op hun kleding dragen.
1 juni 1942: Besthmenerberg, Arbeitslager kamp Erika in gebruik o.l.v. W. Schwier en K.L. Diepgrond voor “Justitieklanten”.
30 juni 1942: Avondklok ingesteld. Joden moeten tussen 20.00 en 06.00 uur thuis zijn.
Een grote bommenwerper stort neer. Vier doden in Ommen begraven.
20 juni 1942: Arriërveld, crash Stirling; 4 Engelse vliegers komen om het leven Arthur Buckley, Douglas A. Melville, Peter Nixey en Wilfred E. Pearson
Veel materiele schade door lukraak geloste bommen. Vliegtuigen waren beschadigd.
26 juni 1942: Lemelerberg, bos- en heidebrand t.g.v. brandbommen. Lemele, 2 bommen ontploft (Ramerman). Beerzerhaar, 3 bommen ontploft.
29 juli 1942: Varsen, vlieger opgepakt.
14 augustus 1942: Joodse mannen uit Ommen moeten zich melden in het Joodse werkkamp Wite Peal (Witte Paal) in St Johannesga. De jongens van De Haas duiken onder. Mau Bierman, Joop van der Hoek, Hertog de Lange Hartog en Jaap de Levie melden zich bij het werkkamp.
22 augustus 1942: Lemelerveld, brandbommen.
De joodse gemeenschap van Ommen wordt weggevoerd. Via Westerbork naar Polen waar hun de dood door vergassing staat te wachten.
3 oktober 1942: De achtergebleven gezinsleden van de Joodse families De Levie, Bierman, Van der Hoek en De Lange worden ’s morgens vroeg opgehaald en met een vrachtwagen naar Zwolle gebracht. Vandaar gaan ze per trein naar Westerbork. Daar zien ze de mannen weer die eerder die zomer zich hadden moeten melden in het werkkamp. Korte tijd later worden ze allemaal gedeporteerd naar Auschwitz. Geen van hen komt terug. Korte tijd later duiken de Joodse families De Haas en Van Gelder onder. Eerstgenoemde familie weet hierdoor te ontkomen aan de verschrikkingen van de concentratiekampen. Het echtpaar Van Gelder wordt later alsnog op hun onderduikadres gearresteerd, gedeporteerd en vermoord.

In een volgende publicatie het vervolg over de oorlogsjaren in Ommen.

Bron: Harry Woertink – 25 april 2017

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s