Nieuwjaarsbijeenkomst vrijwilligers van de Historische vereniging Ni’jluusn van vrogger op zaterdag 7 januari 2017 in de bovenzaal van Het Witte Peerd.
Dit jaar zijn het drie vrijwilligers die afscheid nemen: Lammie van Berkum en Gé Brouwer stoppen en Ron Klijn stopt als gastheer. Ze zijn alle drie vrijwilligers van het eerste uur.
Foto: Historische vereniging Ni’jluusn van vrogger
Beste vrijwilligers, welkom op deze nieuwjaarsbijeenkomst. 2016 is een jaar waarin veel is gebeurd. We begonnen met de opbouw van de tentoonstelling “Met het gat in de boter”, het instellen van de dinsdagmorgen inloopmorgen en doemorgen voor vrijwilligers, met het aanvragen van een Koninklijke onderscheiding in de vorm van de benoeming tot Lid in de Orde van Oranje Nassau voor Jakob, als waardering voor zijn jarenlange inzet voor de vereniging en met het maken van een patchworkdeken; symbolische afspiegeling van de verscheidenheid van de leden die zich verbonden voelen in de vereniging waar hij al die jaren voorzitter van is geweest.
In maart gaf het in bruikleen uitgeven van de molenkap, die een groot deel van het magazijn blokkeerde, ons de mogelijkheid om stellingkasten te plaatsen en een begin te maken met het ordenen en bij elkaar plaatsen van de voorwerpen die we op allerlei plaatsen in het museum tegenkwamen. Dat zorgde af en toe voor onrust onder de vrijwilligers die al jarenlang gewend waren in een rustige, goed geordende structuur te werken, in een museum dat er tot in de puntjes perfect uitzag en nieuwe vrijwilligers die zo fanatiek aan de slag gingen dat ze regelmatig verrast werden door de klok en hals over kop naar huis of een andere afspraak moesten en dan weleens vergaten alles op te ruimen. Maar dat werd gelukkig al snel bespreekbaar en nu is rekening houden met elkaar al zo’n vanzelfsprekendheid geworden dat er steeds meer wisselende werkgroepen het museum gebruiken zonder dat anderen daar last van hebben.
Er is veel getimmerd, geordend en tot stand gebracht: -Het brand- en alarmbeveiligingssysteem is weer up-to-date gemaakt, er is internet gekomen, zodat er ook in het museum met laptop en computer kan worden gewerkt en naast het digitaliseren en documenteren van de foto’s en graven zijn we nu ook de collectie van het museum aan het fotograferen en beschrijven; een grote noodzaak want we hebben veel voorwerpen waarvan we niet weten hoe en waarvoor ze precies gebruikt werden en daarvoor hebben we de kennis van oudere mensen nodig. We streven ernaar dat door dit vastleggen de kennis toegankelijk blijft voor gastdames en –heren en de bezoekers en dat men thuis al een indruk kan krijgen van wat er in het museum aanwezig is en dat dit aanspoort tot een bezoek.
De vrijwilligers
Dat brengt mij bij een belangrijk kapitaal van de vereniging; de vrijwilligers. Het museum is in 1998 geopend. Onder de vrijwilligers bevinden zich heel wat mensen die zich al bijna al die jaren hebben ingezet als gastdames en –heren, of/en als werkgroeplid of redactielid, en dat met een vanzelfsprekendheid die hartverwarmend is. Een vereniging heeft altijd te maken met veel onzekerheden en dan is de inzet van vrijwilligers van wezenlijk belang. Naast de trouw en het werk is ook de kennis die jullie inbrengen van groot belang. De nieuwe vrijwilligers worden door de oudere opgevangen en bijgepraat, gewezen op ogenschijnlijk kleine dingen, die toch essentieel zijn voor het presenteren van de vereniging naar de bezoekers. Omgekeerd brengen de nieuwe vrijwilligers met een frisse blik nieuwe mogelijkheden in, waar je zo vertrouwd als je bent met de situatie, zelf niet op zou komen. En zo vormen we met elkaar een team dat, ieder met een eigen inbreng en karakter en een groter of kleiner aandeel, de kern van onze vereniging vormt; een kern waar pit in zit en die zorgt voor bloei.
Om iedereen in de gelegenheid te stellen zoveel mogelijk andere vrijwilligers te leren kennen hebben we besloten tot een nieuwjaarsbijeenkomst en we hopen dat dit een goede traditie zal worden. Het voortbestaan van de vereniging brengt met zich mee dat ook voor de vrijwilliger de jaren gaan tellen en zo is het vrij natuurlijk dat ieder jaar enkele vrijwilligers aangeven dat ze vanwege hun leeftijd moeten stoppen met hun vrijwilligerswerk. Dit jaar zijn het drie vrijwilligers die afscheid nemen: Lammie van Berkum en Gé Brouwer stoppen en Ron Klijn stopt als gastheer. Ze zijn alle drie vrijwilligers van het eerste uur. Willen jullie even naar voren komen, zodat we jullie hartelijk kunnen bedanken en met een klein presentje onze waardering kunnen tonen voor de inzet en betrokkenheid die jullie al die jaren voor de vereniging hebben betoond. We hopen dat we, ook na vandaag, indien nodig nog wel een beroep kunnen doen op jullie kennis, dat jullie af en toe nog een bezoek aan het museum brengen en wensen jullie veel goede jaren in goede gezondheid.
En dan willen we ook graag, nu het project van het fotograferen van de begraafplaatsen is afgerond, Henk Toersen bedanken voor zijn inzet voor dit prachtige project. Gelukkig is daarmee geen eind gekomen aan de samenwerking. We zijn blij dat Henk na dit project nu weer meewerkt aan het vastleggen van onze collectie. Het zou misschien logisch zijn om nu ook de fotowerkgroep in het zonnetje te zetten, maar die gaan voorlopig nog onvermoeid verder met hun belangrijke werk. Daarom lijkt het ons beter de waardering op een andere manier naar voren te brengen en in de loop van dit jaar aan de hand van een interview over jullie werk een artikel te plaatsen in het kwartaalblad.
Wim Ruinemans is dit jaar voor onze vereniging van groot belang geweest. Hij heeft ons op verschillende manieren enorm geholpen: Hij schonk het hout waarmee we de stellingen in het magazijn konden bouwen, maakte van de bergroedepaal een mooie wegwijzer, zorgt ervoor dat het tweede toegangshek dat we aan de voorkant van het museumterrein willen plaatsen, wordt uitgevoerd in dezelfde stijl als het hoofdhek, (het hek is vandaag juist afgeleverd en zal geplaatst worden zodra de vorst uit de grond is) en hij is onze redder in nood wat betreft ons ruimtegebrek. Nu Dries Veijer de ene na de andere oude Unionfiets weer opknapt tot die er als nieuw uitziet, knappen we echt uit ons jasje en daarom zijn we blij met “dependance Ruinemans” aan de hoofdstraat van ons dorp. Het mes snijdt hierbij aan twee kanten; de winkelruimte ziet er aantrekkelijk uit, en het is voor ons een prachtig visitekaartje, dat mensen wijst op onze vereniging en ons museum.
Daarmee zijn we tenslotte beland bij de realiteit van vandaag. De vereniging spaart al een aantal jaren voor een uitbreiding; die is echt noodzakelijk om de steeds verder uitbreidende collectie onderdak te kunnen geven. Na afloop van de tentoonstelling “Ge rijdt als vanzelf; 100 jaar Union rijwielfabriek”, in 2004, heeft het bestuur de schenking van de Unioncollectie aanvaard en vooral achter de schermen gewerkt aan de uitbreiding van het museum. Heel veel fietsen staan al jaren bij Lefers in de schuur, maar vroeg of laat zal daar toch een eind aan komen. En datzelfde geldt natuurlijk ook voor Ruinemans; men kan maar tot een zekere hoogte genereus zijn.
Naast sparen zijn we nu ook druk bezig met plannen maken voor een definitievere oplossing van ons ruimtegebrek. Daarbij stuiten wij op verschillende problemen of tegenslagen. Daarom zijn we blij met de “Cultuurnota 2017-2020” van de gemeente Dalfsen. In de laatste ledenvergadering heb ik al melding gemaakt van deze Cultuurnota, die toen in de inspraakperiode was. In de nota zijn voor onze vereniging en die van Dalfsen een aantal aanvullende taken beschreven als voorwaarde voor toekenning van een ruimere subsidie. Dat draagt er zeker aan bij dat onze wens tot uitbreiding ook beter bespreekbaar wordt. Hoe dit verder gaat is ook voor ons nog een spannend traject, maar we gaan ervoor. En als het positief uitpakt, zullen we zeker ook aan de slag moeten met publieksacties en sponsoring. We houden jullie op de hoogte. In de komende ledenvergadering zullen deze ontwikkelingen uitgebreid aan de orde komen, want uiteindelijk beslissen daar de leden over de wegen die we dit jaar inslaan.
Daarbij komt ook nog dat het op 4 september 2017 : vijfendertig jaar geleden is “dat in Nieuwleusen een historische vereniging werd opgericht die de naam “Ni’jluusn van vrogger” kreeg (aanleiding tot de oprichting was de viering van het 350-jarig bestaan van Nieuwleusen in 1982). Ook hieraan zullen we dit jaar zeker aandacht gaan besteden. Dit alles betekent dat we een boeiend jaar tegemoet gaan, maar we weten zeker dat we, met jullie ondersteuning, in 2017, vast weer “Goed veur de dag komen”. Daar toosten we op en namens het bestuur wens ik jullie allen, met de dierbaren om je heen, een gezond en gelukkig 2017 toe.
Bron: Historische vereniging Ni’jluusn van vrogger – 9 januari 2017