Kronkelende Vecht maakt Vechtdal mooi en natuurlijk

De Overijsselse Vecht slingert door een prachtig natuurlijk dal dat hij zelf geschapen heeft. In dit Vechtdal genieten inwoners en toeristen van deze mooie omgeving.

 Baggerwerkzaamheden in de Vecht, rechts op de foto molen Den Oordt.
Foto: OudOmmen

Als kleinste van onze grote rivieren verbindt de Vecht de drie gemeenten Hardenberg, Ommen en Dalfsen. Dankzij de bevaarbaarheid van de rivier de Vecht en ook door haar strategische ligging is Ommen ooit Hanzestad geworden. De Vecht was indertijd een belangrijk vaarwater voor transport van bijvoorbeeld Bentheimer zandsteen uit het Duitse achterland. Zo is het paleis op de Dam in Amsterdam steen voor steen over de Vecht gevaren. Ommen had geen echte haven met pakhuizen; een inham in de Vecht deed dienst als klein haventje en werd “Borggraven” genoemd. Zo konden bij onstuimig weer de scheepjes daar tijdelijk “geborgen” worden. De Borggraven was tevens de thuishaven voor de Ommer Vechtvaarders. De tegenwoordige straatnaam “Burggraven” herinnert nog aan de dagen van weleer. Het aantal schippers in Ommen is nooit groter geweest dan 15. Bekende Ommer schippersgeslachten waren Oldeman, van der Vegt, van Elburg en Foekert. De Ommer schippers woonden veelal aan of in de directe omgeving van het haventje. Toen de Vecht in de twintigste eeuw werd gekanaliseerd kwam deze haven te vervallen en werd gedempt. Overigens was toen de scheepvaart al grotendeels verdrongen door vervoer over weg en rails.

Bronnen van de Vecht
De rivier Vecht ontspringt in het golvende landschap van de Baumberge in het Duitse Münsterland. Kwelzones hier vormen de bronnen voor riviertjes die in alle windrichtingen afstromen. Het laaggebergte van kalkgesteente met veel ondergrondse spleten en gangen zorgt er voor dat regenwater makkelijk diep weg zakt in de onderliggende kalkgesteenten. De Berkel en de Dinkel ontspringen ook in dit gedeelte van Duitsland. Het opborrelend water is terug te vinden in bronnen zoals bij Kasteel Darfeld en onder een altaar in de kerk van Schöppingen. Iets voor Schöppingen heet het riviertje officieel de Vecht maar is daar niet breder dan een sloot. De Vecht stroomt Nederland binnen bij Holtheme (Gramsbergen) aan de Holthemereschweg. Na Hardenberg, Ommen en Dalfsen mondt de rivier uit in het Zwarte Water bij Zwolle. De Vecht is een regenrivier met een lengte van 167 kilometer, waarvan 60 km in Nederland. Het stroomgebied van de Vecht beslaat 3780 vierkante kilometer.

Vechte
In Duitsland wordt de rivier Vechte genoemd. De eerste schriftelijke vermelding van de Vecht stamt uit omstreeks 1232 en staat in het geschrift Narracio. Een sage vertelt dat rond het jaar 400 prins Vechtan bij het oversteken van het stroompje verdronken zou zijn. Zijn naam leeft voort in de naam van de rivier. Belangrijke zijrivieren die zich bij de Vecht voegen zijn de Steinfurter Aa, de Dinkel en iets voorbij Ommen de Regge. Bij Gramsbergen stroomt een afwateringskanaal van het Coevorden-Vechtkanaal in de Vecht. Belangrijke plaatsen en gemeenten langs de Vecht zijn: Metelen, Wettringen, Schüttorf, Brandlecht, Nordhorn, Neuenhaus, Hoogstede, Emlichheim, Gramsbergen, Hardenberg, Ommen, Vilsteren/Oudleusen, Dalfsen en Zwolle. De Vecht heeft tot ver in de 19e eeuw, een belangrijke rol gespeeld in de scheepvaart. De rivier kende een onregelmatige diepgang, waardoor in de zomermaanden de waterstand wel eens extreem laag kon zijn. De rivier was eigenlijk alleen goed bevaarbaar in de waterrijke tijd, ongeveer van oktober tot april. In de zomermaanden viel de rivier bijna droog en lag de scheepvaart soms weken achtereen stil. Bovendien was de rivier erg bochtig. De vaartijd van Zwolle naar Nordhorn was ongeveer 6 dagen. Bij een te lage waterstand werden er door de schippers dammetjes in de rivier opgeworpen. Zodra er voldoende water was verzameld, stak men de dam door en kon men weer (een stuk) verder varen. Dit was overigens op alle rivieren in Oost-Nederland een gangbare praktijk: varen waar geen water is.

Smokkelen
Over de Vecht werden behalve Bentheimer zandsteen ook agrarische producten uit de omgeving vervoerd. Bij de Duitse grens moesten hoge tolgelden worden betaald. Om deze te ontlopen werd er door de schippers veel gesmokkeld. Er zijn voorbeelden bekend zoals zijden spek tegen het boord spijkeren en schinken aan een touw onder water meetrekken. Werd een schipper hierop betrapt, dan werd lading en schip verbeurd verklaard. Tegen betaling kon hij dat dan terug kopen. Indien men het geld niet beschikbaar had, werd men door andere schippers geholpen. Om de vaartijd naar Zwolle te verkorten, werd rond 1600 de Nieuwe Vecht bij het Zwolse Berkum gegraven. Zwolle had namelijk het stapelrecht op alle goederen die over de Vecht werden vervoerd. Via de schutsluis Katerveer kon men de IJssel of de Zuiderzee opvaren of via Hasselt en het Zwolse Diep. In het midden van de 19e eeuw kwam het kanaal de Dedemsvaart en haar zijtak de Lutterhoofdwijk gereed. Zij vormden een kortere vaarweg tussen Coevorden en Zwolle en dat betekende dat het belang van de Vecht als vaarweg verminderde.

Kanalisatie
In 1908 werd de Vecht gekanaliseerd en werden er vele bochten afgesneden. Door deze en andere waterwerken daalde het water in de rivier naar een laag niveau en moest men in 1920 besluiten om stuwen te bouwen. Dat werden er zeven: De Haandrik, Ane (inmiddels afgebroken) Hardenberg, Diffelen (bij Mariënberg), Junne, Vilsteren en Vechterweerd (bij buurtschap Marshoek, tussen Dalfsen en Zwolle). Scheepvaart was vanaf toen niet meer mogelijk. Alleen vanaf de monding bij Zwolle tot aan de stuw bij Junne bleef bevaarbaar. Daar komt verandering in. In Hardenberg is twee jaar geleden een schutsluis aangelegd en er zijn momenteel ver gevorderde plannen om ook schutsluizen te bouwen bij Junne en Diffelen. Na realisatie is het mogelijk om met kleine recreatieve bootjes de Vecht op te varen tot aan Gramsbergen, waar de Vecht aansluit op het Overijsselsch Kanaal. In de afgelopen jaren zijn enkele oude Vechtarmen weer uitgegraven en aangesloten op de Vecht. De natuur krijgt daardoor nog meer kans. Dit alles ook in het kader van het project Ruimte voor de Vecht.

Recreatie
De recreatie is van groot belang in het Vechtdal. Er liggen vele campings aan of in de nabijheid van de rivier. De vele fietspaden en het landschappelijke schoon zorgen voor een belangrijke aantrekkingskracht van het gebied. Hardenberg profileert zich in de zomermaanden als Klepperstad, naar de klepperman die vroeger waarschuwde bij bijvoorbeeld brand. In deze tijd vindt onder andere het drie dagen durende luchtballonnenfestival plaats en worden er vele andere activiteiten georganiseerd. Ook in Ommen zijn er ’s zomers veel activiteiten, waarvan de Ommer Bissingh als het meest bekend staat. Gramsbergen heeft ’s zomers de feestweek, waarbij de stad tot Lichtstad wordt omgedoopt. Dalfsen kent zomers de Blauwe Bogen Dagen, genoemd naar het kunstwerk De Blauwe Bogen die de Vechtbrug siert.

Hessel Mulert
Hessel Mulert is de naamgever van de brug over de Vecht in Ommen. Hij nam in 1492 het initiatief om een brug te leggen zodat boeren, burgers en buitenlui de overtocht konden nemen zonder natte voeten. Tot dan aan toe ontbrak een brug en moest met pont of schuit de oversteek naar de andere kant van de rivier gemaakt worden. De huidige brug over de Vecht dateert uit 1970. Alle eerdere bruggen lagen aan de westkant van hotel De Zon, tussen Voorbrug en de Brugstraat. De voorlaatste Hessel Mulertbrug werd in 1937 officieel geopend (en in 1970 afgebroken) ter vervanging van de ijzeren ophaalbrug die tussen 1866 en 1936 dienst heeft gedaan als oeververbinding tussen de zuid- en noordkant van Ommen.

Bron: Harry Woertink – 15 november 2016

Een gedachte over “Kronkelende Vecht maakt Vechtdal mooi en natuurlijk

  1. Beste Harry,
    Leuk eens iets leuks over de rivier de vecht te lezen en het blijkt eigenlijk dat het vroeger een druk bevaren rivier was.
    Ook daar heb ik leuke herinneringen, dat wij met schoolreisje over vecht naar de sluizen bij vilsteren voeren met de boot (van van Elburg of van der Vegt, dat weet ik niet precies meer.) en naar het Zwartewater bij Zwolle
    Wat ik mij uit mijn jeugdtijd verder aldaar herinner is dat het zo eens per jaar voorkwam dat er plotseling dode vissen in de vecht dreven en de oorzaak zou zijn het lozen van afvalwater van de aardappelmeel fabriek. Is dat nu terecht of niet.
    Die stond toch ver van de vecht af in Groningen dacht ik?
    Al met al heb ik daar toch ook leuke positieve herinneringen aan overgehouden.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s