Ommen aan de Vecht is met z’n oppervlakte van 18400 hectare de grootste gemeente van Overijssel en volgens de VVV-statistieken ’t drukst bezochte toeristencentrum van deze provincie.
Het is vooral het zogenaamde sociaal-toerisme, dat nog jaarlijks toeneemt en de gemeentelijke overheid, VVV en rijkspolitie voor problemen plaatst om deze toevoer in goede banen te leiden. Deze toeristische belangstelling is begrijpelijk, want Ommen is bijzonder rijk aan natuurschoon. Behalve bos en heide , vindt men romantische meerstjes en zandverstuivingen. Voor de lievhebber van watersport stroomt er De Vecht, die als een blauwachtig lint de gemeente in tweeen deelt.
Ommen kent tal van rustige plekjes en er staan in deze druk bezochte gemeente nog tal van molens, zoals deze aan de Julianastraat. Dit plaatje dateert van 1953, toen om het behoud van deze molen werd gestreden.
Stad heeft rijke geschiedenis
Tot aan 1921 waren er twee gemeenten te weten Stad- en Ambt-Ommen. Beide gemeenten hadden dezelfde burgemeester. Hoe oud Ommen precies is weet niemand. Volgens burgemeester mr. C.P. van Reeuwijk werd Ommen reeds in het jaar 1000 vermeld. In 1248 kreeg het stadsrechten. Het 700-jarig bestaan als stad werd in 1948 op grootse wijze gevierd. Ommen kan op een bijzondere rijke geschiedenis bogen waarover drie boekjes werden geschreven. Ommen werd driemaal door brand verwoest en was steeds weer het middelpunt van strijdtonelen. Hier verzamelden zich ook de legers die de befaamde slag bij Ane leverden. Napoleon de Derde bracht een bezoek aan Ommen en ook een leger kozakken moet hier geopereerd hebben. Volgens de overlevering namen deze de derde klok mee uit de kerktoren en wierpen haar in een kolk, Op verzoek van de Gemeenschap Oll’ Ommer heeft een bekende wichelroedeloper in 1957 ter plaatse een onderzoek ingesteld. Volgens hem moet op grote diepte inderdaad een klok zitten. Men is aan het graven gegaan, maar zonder resultaat. Wanneer er voldoende geld is, wil men nogmaals een poging wagen. In de oorlog namen de Duitsers de twee mooie klokken uit de toren van dé Ned. Herv. kerks wëg, Salvator en Maria, die na de bevrijding in Hamburg werden opgespoord en thans weer lustig beieren. Ommen heeft 13500 inwoners, waarvan 52 procent hervormd, 35 procent gereformeerd, 10 procent r.k. en 3 procent vrijzinnig en buiten-kerkelijk.
GEBREK AAN WERKGELEGENHEID
De bevolking is voor 66 procent bij de landbouw betrokken, zij is vriendelijk, gastvrij en spaarzaam. Zij is sterk aan tradities en de streek gehecht. Emigratie komt hier dan ook hoogst zeiden voor. Deze gehechtheid aan de bodem plaatst de gemeentelijke overheid voor problemen, die zonder hulp van het rijk niet zijn op te lossen. Aanvankelijk probeerden de boeren door het kleiner maken van hun bedrijven ’t bevolkingsoverschot op te vangen. Ongeveer 30 procent der bedrijven is kleiner dan vijf ha. De landbouw kan de nog steeds groeiende agrarische bevolking echter niet voldoende werk bieden. Deskundigen hebben uitgerekend, dat jaarlijks 34 boerenjongeren een ander beroep moeten kiezen. Maar ook de niet-agrarische jongeren kunnen in Ommen niet aan de slag komen, door gebrek aan werkgelegenheid. De oplossing zou zijn het aantrekken van enkele middelgrote industrieën. Dit nu is uitermate moeilijk, daar Ommen is aangewezen als recreatiegebied en derhalve geen subsidies of andere tegemoetkomingen kan verlenen bij industrie-vestiging.
BEKENDE NAMEN
Op kerkelijk en politiek gebied zijn de namen van dr. A.C. van Kaalte en dr. Abraham Kuyper onverbrekelijk met Ommen verbonden. De eerste stichtte in 1835 te Ommen een gereformeerde gemeente en dr. Kuyper was jarenlang kandidaat voor het kiesdistrict Ommen. Internationale bekendheid kreeg Ommen vooral door het Sterkamp met Krisnamurti en door de Ned. Padvinders Ver., die hier een buitencentrum heeft, dat ook bezocht wordt door buitenlanders. Tijdens de oorlog kreeg Ommen ongewild een slechte naam door het beruchte concentratiekamp op de Besthmenerberg. Vele landgenoten hebben hier het leven gelaten. Alle sporen aan dit gruweltijdperk zijn thans uitgewist en op deze plaats is nu Vakantievreugd gevestigd, een stichting van grote bedrijven, waar jaarlijks duizenden hun vakantie doorbrengen. Ommen bezit zeven hotels, een groot aantal pensions, bungalowbedrijven en moderne campings. In totaal heeft men de beschikking over 3000 bedden. Tijdens het hoogseizoen, van 15 juli tot 15 augustus is deze accommodatie nog te klein. Vakantiespreiding kan hierin verbetering brengen, maar deze blijft voorshands nog een vrome wens.
Bron: Archief Jan Lucas – 10 augustus 1963 – Map13-119