In de topgevel van het huis, waarin beneden zijn gevestigd de winkels van slagerij Van Lohuizen en sportzaak Van Kesteren, aan de Brugstraat nrs. 3-4, bevindt zich een wapen, dat op het ene schild een kruis en op het andere schild drie vogels voorstelt.
Beschrijving van het wapen in het perceel Brugstraat 3-4
Afbeelding: OudOmmen
De betekenis van dit wapen is nauw verbonden aan het bekende Ommer regentengeslacht Friesendorp. In 1654 woonde nl. „ter Nijerbrugge, marke Bestmen (schouwambt Ommen)” Jan Friesendorp, gekomen van Oldenzaal. Uit diens huwelijk met Geertjen Kalff werden drie zonen geboren: Jacob, Jan en Hendrik. Jacob werd burger van Zwolle (1663) en was de stamvader van de Zwolse tak van de Friesendorps. Jan vestigde zich te Deventer, waar hij de Deventer tak vormde, terwijl Hendrik in 1676 schepen en burgemeester van Ommen werd en dus de eerste van de Ommer Friesendorps werd. Zijn zoon Jan, geboren in 1683 was schoolmeester, koster, voorzanger, secretaris, gemeenteontvanger en burgemeester van Ommen en bezat hier een bierbrouwerij.
Hij was de bekende Friesendorp, die zo ontzettend veel voor de stad gedaan heeft. Een andere zoon, Gerrit, gedoopt in 1749 was koopman, importeur van wol, gemeensman, schepen en burgemeester van Ommen. Uit diens huwelijk met Berendina Stijgh werd o.a. geboren Egbert Friesendorp (1718), commies ter recherche der convooien en licenten, later koopman, importeur van wol,
schepen en burgemeester van Ommen (1748-1784). Hij was getrouwd met Anna Lucretia Walraven, dochter van Derk Walraven en Arnoldina Adriana Westenberg. Zij hebben gewoond in het bovenbedoelde huis aan de Brugstraat. Egbert Friesendorp is door vererving in het bezit van dat huis gekomen. Krachtens diens testament van 5 december 1760 erft zijn weduwe wederom van hem: „Het huis en cum annexe grond, door haar, weduwe, selfs bewoond en gebruikt wordende, in de Bruggenstrate”. Vroeger was het bij vele vooraanstaande families de gewoonte dat men hun wapen in de gevel van het door hen bewoonde huis liet aanbrengen. Ook dit echtpaar plaatste beider wapens, een z.g. alliantiewapen, op de topgevel.
Het wapen der Friesendorps was: In rood een verkort, zilveren, krukkenkruis. Helmteken: een zilveren vlucht. Dekkleden: zilver en rood. Dat van de Walravens: In zilver 3 zwarte raven. Helm teken: een vlucht. De Deventer tak (van Jan Friesendorp hiervoren genoemd) voerde een afwijkend wapen: in rood een verkort zilveren kruis. De wapens van alle andere Friesendorps vertoonden een krukkenkruis.
Nu is het merkwaardige, dat ook het wapen op de gevel in de Brugstraat, naast dat van de Walravens, een gewoon kruis vertoont. Lange tijd heeft men dat niet kunnen zien, want in de Franse tijd, toen men de leuze Vrijheid Gelijkheid en Broederschap aanhief, werden alle wapens afgehakt. In 1939 restaureerde bakker Stevens dit huis. Ook de wapens werden hersteld en daar bij de herstelling het „Armorial General” van Rietstap werd geraadpleegd, die de familie Friesendorp vermeldt als te Deventer gevestigd, komt de gedachte op, dat de restauratie niet juist is geweest. Hiermede doen wij echter tekort aan de oud-burgemeester Nering Bögel, door wiens zorg deze herstelling door de beeldhouwer Titus Leeser geheel belangeloos heeft plaats gevonden. De burgemeester heeft er zich persoonlijk van overtuigd, dat in deze gevel inderdaad geen krukkenkruis is aangebracht geweest.
Wonderlijk is dit echter ook weer niet, wanneer wij in aanmerking nemen, dat in die tijd in veel gevallen niet de nodige zorg aan het wapenbeeld werd besteed. En zo zal ook wel bij de opdracht tot het maken van het alliantie-wapen van het echtpaar Friesendorp-Walraven de nadruk op een kruis zijn gelegd en niet speciaal op een krukkenkruis. Verder vertoont het wapenbeeld twee ovale wapens, hetgeen feitelijk wil zeggen, dat wij hier te doen hebben met wapens van vrouwen. Het eerste wapen is echter van een man en had een schildvorm moeten hebben. De maker heeft hieraan niet de hand gehouden, misschien uit een oogpunt van symmetrie. Het wapenbeeld is gehouwen uit Bentheimer zandsteen en wordt geflankeerd door twee massale sierstukken.
Ommen, december 1964. G. Steen.
Bron: OudOmmen – uit het archief van Jan Lucas – Map03-157+158