Eeuwenoude kelder ontdekt onder Makkinga’s Mölle

Onder de naam ‘Restauratie zaagwerk Makkinga’s Mölle’ is een begin gemaakt met de restauratie van de uit 1824 daterende molen naast het museum aan Den Oordt in Ommen.

Foto: De ontdekte zaagkot kelder uit 1824.
Zie voor meer foto’s het album “2024 – Ontdekking eeuwenoude kelder“.

Bij het verdiepen van de vloer deze week stuitten de restaurateurs op een verborgen vloer met daaronder een eeuwenoude kelder. Zoals bekend krijgt de molen de oorspronkelijke functie van zaagmolen terug. Luuk Vogelzang is als molenaar van de stichting Ommer Molens betrokken bij de restauratie en doet verslag van zijn bevindingen tot nu toe.

De verborgen verdieping
“Met de restauratie van de zaagmolen op Den Oord in Ommen is de aannemer begonnen met de stiepen (steunen voor de vloerbalken) te metselen in het toekomstige zaagkot. Hierop heeft hij de vloerbalken gelegd, waarop de zes en half centimeter dikke vloerplanken komen te liggen.

Uit de historie van de toch wel kleine molen is niet duidelijk te achterhalen of er met twee of drie zaagramen is gewerkt. We hebben gekozen voor twee, dat wil zeggen een groot en een kleiner zaagraam en daar tussenin een zogenaamd “pompraam”. Hier kun je niet mee zagen maar dit pompraam is nodig voor een gelijkmatige belasting van de krukas.

De vloer van het zaagkot, dit was de vloer van het voormalige museum, is voorzien van mooie plavuizen, maar voor ons doel is de vloer een beetje te hoog. Als de zaagmolen straks klaar is en je moet de zagen aan de onderkant vastzetten in het zaagraam zou je op je buik moeten liggen om dat te kunnen doen. Ook de gering afvoerhoogte van het zaagsel zou problemen kunnen geven.

Meer ruimte
Wij vroegen ons dan ook af hoe ze vroeger (in 1824) een zaag in het raam hadden vastgezet aan de onderkant? Wij wilden in ieder geval wel meer ruimte en daarom hadden we het plan om ter plaatse van de twee zaagramen de plavuizen vloer te verdiepen door er een sleuf in te hakken. Plus minus twee meter breed en zes meter lang, dwars op de lengte van de molenschuur.

Om een idee te hebben hoe zwaar die klus zou worden moesten we weten hoe dik de vloer gemaakt was in 1960. Twee vrijwilligers zijn eerst met een boormachine de vloer te lijf gegaan en daarna met steeds zwaarder materiaal tot ze na een dag zweten en ploeteren erdoor waren. Door het gat zagen ze het verwachte zand, de vloer zelf was gemaakt van royaal 30 centimeter beton en daarin pink dik betonstaal!

Met een lang stuk betonijzer hebben de vrijwilligers in het gat door het zand naar beneden geprikt en voelden op een bepaalde afstand iets hards. Waarschijnlijk een oude vloer, toen ze opzij prikten voelden ze ook iets hards, waarschijnlijk muren?

Oude kelder
Nooit gedacht, maar misschien zaten ze wel recht boven een verdiepte vloer of oude kelder waar de zaagramen vroeger ingelopen hadden. In 1824 hadden ze waarschijnlijk ook meer ruimte nodig gehad om de onderkant van de zagen vast te zetten?

Nu hadden we nog meer zin om onder de dikke betonnen vloer te kijken. De vloer openhakken met hamer en beitel was bij zo’n dikte geen optie en daarom werd een professional met een zaagmachine ingeschakeld. Daarvoor moest wel de uitbouw aan de schuur worden verwijderd zodat een Atlaskraan genoeg ruimte had om zo dicht mogelijk bij de schuur te kunnen komen. Deze kraan tilde de zaagmachine van anderhalf ton naar binnen en ook nog negentig centimeter naar beneden. Door de zaagmachinist (het was een diesel) werd de vloer in twaalf gelijke delen van ongeveer een vierkante meter gezaagd. Daarna kon de zaag er weer uitgetild worden. De zo in stukken verdeelde vloer, die per stuk net zoveel wogen als de machine, kon er toen uit. De kraan deed me denken aan een grote dinosaurus die zijn kop naar binnen stak een hap uit de vloer nam, voorzichtig zijn kop terugtrok, en het buiten op peuzelde.

Zandbak
Wat overbleef was een grote zandbak dwars in de molen. De kraan werd voorzien van een graafbak die had aan beide kanten van de deuropening maar een paar centimeters speling had. Voor de kraanmachinist dubbel zo moeilijk want de bak paste ook precies in de gezaagde betonnen sleuf van de vloer. Langzaam maar zeker kwam de kelder uit 1824 tevoorschijn. Niet over de volle breedte, alleen onder het grootste zaagraam verder niets. Dat deed ons denken, is er vroeger maar één zaagraam geweest?”

Luuk Vogelzang

Een gedachte over “Eeuwenoude kelder ontdekt onder Makkinga’s Mölle

Plaats een reactie