Categorie archief: Archief Jan Lucas / Peter Vosselman†

Kort overzicht van de geschiedenis van den Noordoosterlocaalspoorweg

Kort overzicht van de geschiedenis van den Noordoosterlocaalspoorweg (grootendeels ontleend aan de jaarverslagen 1899/1909).

a. Voorbereidingsperiode 1888/1898.

1888. 5 Mei.
Schrijven van den heer J. Willink te Winterswijk aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, aankondigende het voornemen om concessie te vragen voor den aanleg van een locaalspoorweg van Zwolle naar Groningen, met zijtak van Ommen naar Neede, en verzoekende hem voor die concessie de voorkeur te verleenen.

1888. December.
Formeele concessie-aanvraag met toezending van de vereischte bescheiden. In deze concessie-aanvraag was de richting van den spoorweg als volgt aangegeven:
Hoofdlijn: Zwolle, Dalfsen, Ommen, Hardenberg, Coe-vorden, Dalen, Emmen, Borger, Gasselte, Gieten, Wilder-vank, Veendam, Muntendam, Zuidbroek, Slochteren, Groningen.
Zijtak: Ommen, Hellendoorn, Mjverdal, Kijssen, Goor, Neede.

1889. 5 Februari.
Beschikking van den Minister van Waterstaat, H. en N., waarbij den aanvrager de voorwaarden werden medegedeeld, waaronder voor den aanleg van zoodanigen Spoorweg voorloopige concessie werd verleend.

1890. 6 Februari. Lees verder Kort overzicht van de geschiedenis van den Noordoosterlocaalspoorweg

Uitnodiging aandeelhouders Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij

De Raad van Commissarissen der Noordooster-locaalspoorweg-Maatschappij heeft de eer aandeelhouders van die Maatschappij uit te noodigen tot bijwoning van de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, bedoeld in art. 21 (2e lid) der Statuten, welke zal worden gehouden op Vrijdag 30 Juni 1911, des namiddags ten 1½ ure, in een der localen van de Buitensocieteit (tegenover het station) te Zwolle.
(Toegang uitsluitend in de Westerallée).
De te behandelen onderwerpen zijn:

      1. Notulen der vorige Algemeene Vergadering.
      2. Verslag van den Wd. Directeur.
      3. Balans en Winst- en Verliesrekening over het boekjaar 1910.
      4. Benoeming van een Directeur.
      5. Bepaling van de bezoldiging en de vergoedingen wegens reis- en verblijfkosten voor den Directeur.

Ingevolge art. 19 (3de lid) der Statuten ligt de balans met de bijbehoorende bescheiden voor de Aandeelhouders ter visie ten kantore der Vennootschap (Badhuiswal ‘8) te Zwolle.
Overeenkomstig art. 21 is ieder Aandeelhouder gerechtigd tot het bijwonen van de Algemeene Vergadering op vertoon van zijne aandeelen, of van een bewijs, dat hij deze tenminste vijf dagen vóór de vergadering heeft gedeponeerd ten kantore der Vennootschap of ten kantore van de Twentsche Bankvereeniging (B. W. BLIJDENSTEIN & Co.) te Amsterdam.
Op gemelde plaatsen liggen tevens de voorstellen van den Raad van Commissarissen ter lezing.
Zwolle, 9 Juni 1911.
De Raad van Commissarissen voornoemd, Mr. C. C. GEERTSEMA, Voorzitter. H. LÖHNIS, Secretaris.

1873 – Ingekomen stukken Stad-Ommen

  • Ing. 1-2-1874 vertrekt A. van Buren als hoofdonderwijzer de o.l.s. Hoogengraven.
  • Door de Rotterdamsche Bank c.s. wordt een Concessie aangevraagd voor een reeds lang gewenste verbinding Meppel-Ommen naar Almelo en van Ommen naar Zwolle.
  • De gemeente Ambt-Ommen betaalt voortaan jaarlijks een vergoeding van f. 40,- voor het gebruik van het stadhuis van de gemeente Stad-Ommen (dit is een vergoeding voor het gebruik der gemeentesecretarie, raadkamer, kadastrale kamer, enz. waarvoor tot dan f. 15,- per jaar werd betaald).
  • In Lemelerveld wordt de vereniging tot bevordering van de volksweerbaarheid opgericht.
  • De heer O.O. van den Berg te Lemele neemt ontslag als lid van het bestuur der bijz. school te Lemelerveld. De heren H.H.G. Isebree Moens en M. Kingma nemen verder alleen de bestuurstaak op zich.
  • In 1872 levert tol nr. 1 van de weg Ommen-Hardenberg f. 543,16 op en tol nr. 2 f. 375,74.
  • Wegens herstelwerkzaamheden van de zgn. Nieuwebrug over de Regge is m.i.v. 1 juli 1873 de doorvaart van schepen met staande mast door die brug tot nader order gestremd. De passage voor voetgangers, rij- en voertuigen geschiedt via een noodbrug.
  • De school te Beerzerveld aan het Overijssels Kanaal is in 1872 gereed gekomen.
  • Antony van Buren wordt aan de school te Hoogengraven benoemd als hoofd der school in de vakature L. Bras.
  • Tol nr. 1 op de weg Ommen-Goor, 1e sectie levert in 1872 op f. 320,87.
  • Aan de wed. Jan Snel te Mariënberg wordt op 10-4-1873 toestemming verleend tot het oprigten van een windkoren- en pelmolen in de buurtschap Beerse op het perceel kad. bekend sectie E, nr. 463.
  • In 1873 is J. Greeven vroedvrouw en zijn A.A.H. Kramer en A.A. Middendorp arts te Stad-Ommen, woonachtig.
  • G. Wollevenne is postbode te Ambt-Ommen.

Bron: Archief Jan Lucas – Map006-221

1871 – Ingekomen stukken Ambt-Ommen

  • 28 juni:
    Door enige beambten van de Overijsselse Beetwortelsuikerfabriek te Lemele is opgericht een vereniging tot oefening in den wapenhandel en in het schieten naar den schijf.
    Daartoe is op het terrein van de boerderij Eersteling een schietbaan afgebakend en aan het einde daarvan een kogelvanger opgeworpen van minstens gelijke afmetingen, als vanwege het Min. van Oorlog bij reglement zijn voorgeschreven.
    De vereniging is voornemens om de oefeningen in het schijfschieten onder nadere goedkeuring gedurende de zomermaanden te doen plaats vinden op zondags voor de middag van 10-12 uur en des woensdagsnamiddags van 6-8 uur.
    Tot het voorkomen van ongelukken zal door één der commissarissen van onze vereniging de surveillance op het schijfschieten zelve worden uitgeoefend, terwijl aan een der onbezoldigde rijksveldwachters in dienst der Overijsselse Beetwortelsuikerfabriek zal worden opgedragen te zorgen, dat niemand van ter zijde de schietbaan nadert. Ten teken dat er schijf wordt geschoten zal in de nabijheid van de kogelvanger een grote rode vlag worden gehesen. Achter de kogelvanger in de richting van de schietbaan bevinden zicht geen woningen en strekt zich daar een weinig bezocht heideveld uit.
    Deze brief is ondertekend door J. Isebree Moens. (Dir. Ov. Beetw. fabriek)
  • 5 september:
    De vergunning voor het schijfschieten wordt verleend onder voorwaarde dat:
    a. een der commissarissen van orde der vereniging de surveillance op het schijfschieten zelve uitoefend;
    b. de onbezoldigd Rijksveldwachter in dienst der Overijsselse Beetwortelsuikerfabriek zal worden opgedragen te zorgen dat niemand van ter zijde de schietbaan nadert;
    c. telkens wanneer en ten teken waarvan er schijf wordt geschoten in de nabijheid van de kogelvanger een van verre goed zichtbare rode vlag zal worden gehesen.

1868 – Ingekomen stukken Ambt-Ommen

  • De tol op de weg Ommen-Hardenberg levert in 1867 op: tol nr. 1 f. 660,285 en tol nr. 2 f. 520,385.
    De tol nr. 1 op de weg Ommen-Goor, 1e sectie, brengt in 1867 f. 272,53″ op.
    Wed. A.H. Veldhuis is tolgaarder op een beloning van f. 109,20.
  • Het kerkhof der Kerkelijke gemeente te Lemele is gereed.
    Op donderdag na 10 mei 1868 vindt de eerste begraving te Lemele plaats (Alferinks vrouw).
  • De R.K. Parochie Den Ham is erkend bij K.B. van 25 januari 1868, no. 58 met toekenning van een rijkssubsidie voor de bouw van een kerk en pastorij en vaststelling van een rijksjaarwedde voor de pastoor.

1866 – Ingekomen stukken Ambt-Ommen

  • Er bestaat te Lemele tengevolge van oprichting der beetwortelsuikerfabriek grote behoefte aan een school.
    In 1866 is het kantoor van de Overijsselse Beetwortel Suiker-Fabriek tijdelijk gevestigd in het Huis “de Gunne” te Heino.

    1866_isao.jpg

    Bij K.B. van 21 juni 1866, no. 60 wordt aan 0.0. van den Berg, direkteur der Overijsselse beetwortelsuikerfabriek te Lemele vergunning verleend tot het maken van een gasinrichting tot verlichting van de fabriek en de daartoe behorende gebouwen.

  • H. Rientjes is pastoor te Vilsteren.
  • H.G. de Wilde, aannemer van publieke werken te Meppel, heeft op 6-6-1866 vergunning gekregen tot het gebruik van een locomotief tot vervoer van zand en grint uit de Lemelerberg naar het Almelose kanaal.
    De publieke weg, lopende door het Lemelerveld aan de voet van de berg dwars over het spoor, welke door deze locomotief elk ogenblik moet worden gepasseerd moet door sluit-of slagbomen worden afgesloten, terwijl een wachter hierbij moet worden geplaatst om bij het passeren van rij- voertuigen of vee de bomen te openen en te sluiten.
  • De tol nr. 1 op de weg Ommen-Hardenberg brengt f. 736,165 en tol nr.2 f. 557,16 op.
    B. Brunink en E.R. van Faassen zijn tolgaarders (1865).
    De tol nr. 1 van de weg Ommen-Goor (1e sectie) brengt in 1865 f.261,685 op.
  • Met de bouw van de onderwijzerswoning te Nieuwebrug is reeds een aanvang gemaakt.
  • De fa. Gebrs. van Hasselt bevaart met zijn schroefstoomboot “Nijver-heid” het Overijsselse Kanaal van Zwolle op Almelo.
    Wanneer het water 5 duim of meer boven het peil staat mag bij 120 el per minuut varen.
    Bij een waterstand van 5 duim boven tot 10 duim beneden het peil per minuut.
    Bij een waterstand van 10-20 duim beneden het peil 95 el per minuut.
    Beneden de hoogte van 20 duim onder het peil 80 el per minuut.
  • Op 21-3-1866 wordt aan 0.0. van den Berg, direkteur der Overijsselse beetwortel-suikerfabriek te Lemele vergunning verleend om een stoomtuig in een wortelmolen te gebruiken.
  • In jan. 1866 worden de balans-priemen der ophaalbrug nr. 7 in de zandweg van Ommen naar Raalte gerepareerd.

Verzoek toelating tot het inrigten eener christelijk afgescheidene gemeente

28 april 1841.
Wij Willem II, bij de gratie Gods, koning der Nederlanden, Prins van Oranje Nassau, Groot Hertog van Luxemburg enz. enz.

Op het rapport van onzen minister van Staat, belast met de generale directie voor de zaken der Hervormde Kerk enz. van den 15 april 1841 nr. 11 omtrent een adres van A.C. van Raalte c.s. inwoners van Ommen Stad en Ambt, verzoekende toelating tot het inrigten eener christelijk afgescheidene gemeente.
Gezien het rapport van onze minister van justitie van den 22 dezer nr. 4.
De raad van State gehoord/advies van den 27 dezer nr. 6.
Gezien het Koninklijk besluit van den 5 juli 1836, nr. 75, litt a, tweede lid, gelezen ons nader besluit van den 9 januari 1841 nr. 23. Lees verder Verzoek toelating tot het inrigten eener christelijk afgescheidene gemeente

1824 – Ingekomen stukken Ambt-Ommen

  • Op 30 maart 1824 komen 1 officier, 1 onderofficier en 10 manschappen te Ommen aan (vanuit Deventer) om nachtkwartier te houden.
  • Van 30 op 31 maart 1824 overnachten een bataillon (mineurs en sappeurs) sterk 1 sergeant en 10 manschappen te Ommen.
  • Bij besluit van ged.staten van Overijssel van 4 mei 1824 wordt aan Hendrik Marten, landbouwer Hannes Makkinga en Roelof Makkinga, timmerlieden, wonende te Ommen, toestemming verleend om even buiten de Stad-Ommen op de daaraan gelegen algemene weide, den Oord genaamd op een door het gemeentebestuur aan te wijzen plaats een wind- en houtzaagmolen op te richten (zie art. 2 van Zijne Majesteitsbesluit van 31-1-1824, Stbl. nr. 19).
  • H. van der Wijck neemt ontslag als ontvanger der gemeente Stad-Ommen en Alexander de Vries wordt alszodanig benoemd.
  • Van 11 op 12 juni 1824 houden 1 onderofficier en 7 manschappen komend uit Koevorden nachtkwartier te Ommen.
  • De school te Ommen is slecht verlicht door 5 ramen en de meubelen verkeren in slechte toestand en zijn slecht geplaatst.
  • Het komt nog herhaaldelijk voor dat Kolonisten uit het bedelaars-gesticht aan de Ommerschans ontsnappen.

Bron: Archief Jan Lucas – Map001-082

1819 – Ingekomen stukken Ambt-Ommen

  • De funktie van schoolonderwijzer te Junne is vacant. Voorziening in de vakature blijkt moeilijk.
  • Bij Keizerlijk Decreet van 18 aug. 1811 wordt bepaald dat ieder ingezetene een vaste geslagtsnaam dient aan te nemen.
  • In Ambt-Ommen bestaan geen gasthuizen of andere fondatien of godshuizen.
  • In Vilsteren bestaat reeds een R.C. Gemeente.
  • H. Smit, heel- en vroedmeester vertrekt 15 okt. 1819 naar Rijssen-Wierden. Hij is vanaf 1817 als zodanig te Ommen werkzaam geweest.
  • De tegenwoordige school is een gewone keuken in een Katershuis, 15 voet in het vierkant. Men wil de school vergroten tot 529 vierkante voeten. De school is eigendom van de Erfgenamen van de buurschap Lemele. G.S.vinden het beter een geheel nieuwe school te bouwen.
  • B. Nabers is castelijn in het Swarte Paerdt te Varsen. Op 29-3-1819 komt bij hem een reiziger die aan natuurlijke pokken lijdt. Deze man moet in een afzonderlijk vertrek worden verpleegd, terwijl hij duidelijk moet aangeven dat er in zijn huis een pokkenlijder aanwezig is voor de reizigers die zijn huis aan doen. Zijn kinderen mogen niet naar school zolang deze man niet genezen is.
  • Van 4-5-1818 – 6-12-1818 is Gerrit Blanken knegt bij A. Warmelink te Gietem.

Bron: Archief Jan Lucas – Map001-033

1817 – Ingekomen stukken gemeente Ommen

    WEGEN

  1. de hoofdwegen in de gemeente Ommen zijn de weg
    1. van Hogeveen op Deventer beginnende aan de Drentsche grensen loopende over Ommen tot aan de gemeente Raalte.
    2. van Meppel op Almelo over Ommen beginnende aan de gemeente Staphorst eindigende aan de gemeente den Ham.
    3. van Koeverden op Deventer komende bij langs den Hardenberg bij den Wolf aan de Hessenweg op de gemeente Ommen eindigende aan de gemeente Raalte.
    4. van Zwolle op den Ham beginnende onder Vilsteren aan de gemeente Dalfsen loopende over het Rekvelt door de buurschap Gietem over de Nieuwe Brug, door de buurschap Eerde (de Lange Allee) en eindigende bij de Groene Jager aan de gemeente den Ham.
    5. van Zwolle op den Hardenberg beginnende aan de gemeente Dalfsen bij het Zwarte Paard en eindigende bij den Wolf aan de gemeente Hardenberg, zijnde de zoogenaamde Hessenweg.
  2. de mindere of buurschapswegen die aan het opzigt van het gemeentebestuur zijn onderworpen zijn de weg van Ommen door de buurschap Zeese, Junne naar Beerse, door Bestem naar Eerde door Bestem naar Archem en Lemele en door Bestem en Gietem naar Vilsteren.- door Arriën naar Stegeren op Varsen en Avereest.
  3. de personen die het onmiddellijk opzigt hebben over ieder der wegen zijn zoo wel van de Algemeene wegen, als die der beizondere buurtschappen zoo verre in ieder der zelve is gelegen de Rotmeestersin de buurtschappen – onder Ommen (Stad) de burgemeester zelve, en de Hessenweg door de Regering der Stad Zwolle.
  4. de wegen worden in deze gemeente, uitgezonderd de Schanserdijk, die op koste van de gemeente wordt gemaakt, tot aan de Barriere van de Schans, door de ingezetenen ieder in Zijne buurschap of district onderhouden, eenige als de weg door de Schanser hoven wordt onderhouden voor zoo verre tegen eens ieders land is gelegen – de Ommer Dijk in het veen lopende tot Witharen is verdeeld in perken op ieder huis in de Stad Ommen, zoo zijn ook de (onder dit bestuur) aangelegde nieuwe dijken in enkelde buurtschappen verdeeld bij vaste perken, of gemerkt met no. palen.
  5. geene dezer wegen zijn in een directen slegten staat, alle zijn goed de eene egter naar den aard der grond beter als de andere uit dien hoofde zijn, voor zoo verre het terrein zulks gedoogd, dijken aangelegd en deze worden van jaar tot jaar vermeerderd doch dit is egter niet doenlijk door zandbelten of stuiven, noch langs en over de bergen. Egter is in dit, jaar een dijk nog verlengd over het Rekvelt, van Ommen op den Ommer Dijk en word een dijk gemaakt over het Arrierveld, deze laatste lang ongeveer 2400 treeden verdeeld over de buurtschop Arrien tusschen 32 boeren en keuters is nog onderhanden om redenen de ingezetenen niet geheel in hun eigen werk te verhinderen moet dezelve tot nr. 16 alwaar de oude weg zeer goed is edog omloopt deze maand, en het overige den laatsten oktober klaar wezen zullende dan in perken naar het getal wooningen verdeeld worden.
  6. Er zijn geene weegen waartoe tot onderhoud hout noodig is.
    WATERLEIDINGEN

  1. in deze gemeente zijn geene uitwaterende sluizen of zijlen.
  2. idem
  3. idem
  4. het grootste gedeelte der geringere waterleidingen ontlasten zich in de Vegt, de Regge en de Reest; de twee eerst genoemden zijn zeer wel bekend, de Reest neemt zijn oorsprong in het Lutterveld alwaar de Lutterbeek hiet en ontlast zich in de Hooge Veensche vaart, loopt door deze gemeente op de scheiding tussen Overijssel en Drente.
  5. de schouwbare mindere waterleidingen zijn die in de Vegt uitwateren, de ïïoogen Graven tusschen Arrien en Stegeren, de zoogenaamde Galgen Graven tusschen Ommen en Arrien, de waterleiding langs den Rotbrink, bij de Kleine Haar komende van den Ommer Dijk de waterleiding tusschen Varsen en Oud Leusen, in de Regge de waterleiding door het Laar, en die aan de Groene Jager tussen Eerde en Noordmeer, en de waterleiding door de lage Lemeler landen. Eene waterleiding heeft zijne waterloozing van den Schanser Dijk langs de Ommer en Tarsener Woeste, moet langs Nieuwleusen afwateren.
  6. Onder Ommen (Stad) zijn dezelve onder het dagelijks toezigt van de Burgemeester en op het Karspel van de Rotmeester.
  7. de waterleidingen boven in de 5de opgave genoemd, zijn alle van behoorlijke diepte en breedte, die van den Schanser Dijk, langs de Ommer en Varsener Woeste wordt geheel ten deele vernieuwd en regt gelegd en ten deele verdiept en verbreed, is deze week geheel klaar, egter verneem ik dat het water door de waterleiding langs de Oud Leusener Stouwe en tussen Nieuw en Oudleusen niet wil voortschieten, uit hoofden die op enkelde plaatsen verstopt zit. Welke of door die van N. Leusen of Oud Leusen moet gemaakt worden, waar over reeds met den Heer Markterigter van Oudleusen gesprooken heb de welke vermeinde zulks aan die van Nieuwleusen te haperen.
  8. Voor zooverre mij bekend is zijn er geene gedempte noch verdonkerde waterleidingen in deze gemeente.
    STOUWEN EN KADEN

  1. Er zijn geene stouwen of kaden in deze gemeenten, tenzij men daarvoor agter de kaden agter het Laar, ter dekking van het Laar en Zeese voor de in looping van het water der Regge, bij hoog water.
  2. idem
  3. idem

Bron: Archief Jan Lucas – Map001-021/022/023