Ommen: van Marke naar stad

In wat nu de gemeente Ommen is was vroeger sprake van verschillende Marken.

Kaartje van de vroegere Marken.

14 Marken
Totaal werd de gemeente Ommen gevormd door 14 Marken. Vier ten noorden van de Vecht: Varsen, Arriën, Stegeren en Ommen. Tien ten zuiden van de Vecht: Vilsteren, Giethmen, Besthmen, Zeesse, Archem, Junne, Beerze, Eerde, Lemele en Dalmsholte.

Markeboeken
In de elfde- en twaalfde eeuw werden de buurtschappen ongevormd tot Marken. Ze hebben eeuwenlang gefunctioneerd en kunnen gezien worden als gemeenschap van eigenaren van landerijen met rechten op de aangrenzende onverdeelde en onbebouwde gronden.
De Marke koos op de jaarlijkse samenkomsten op de buurtbrink – “Holtings” – de bestuurders van de Marke, de Markerichter en de controleurs, of zoals ze genoemd werden de “schutters” of ‘gezworenen”. De Marken in Ommen waren tussen de twee- en drieduizend hectare groot. Sommigen waren geheel eigenaar van de grond en anderen hadden eigendom van de adel of van kloosterorden in gebruik. De pachters werden aangeduid als “Meijers”. De administratie van de Marken werd bijgehouden in geschreven Markeboeken. Met aangrenzende Marken werden de scheidslijnen vastgesteld, beschreven en ter plaatste gemarkeerd met grote veldkeien, sloten, wallen stouwen, palen en aanwezige bomen of grote zandkuilen. Uit oude kaarten blijkt dat die grenzen bijna altijd recht waren.

Centrale ligging
Dat de Marke Stad-Ommen zich krachtig wist te ontwikkelen is te danken aan haar centrale ligging. Zodoende kwamen in Ommen veel meer mensen te wonen dan in de omliggende buurtschappen. Hieronder waren er die niet bij de landbouw waren betrokken maar zich vestigden als “Neringdoenden”. Zij zorgden er voor dat Ommen een verzorgingskern voor het omliggende land werd. Zo werd er bijvoorbeeld al vroeg een kerk gebouwd. Door het verkrijgen van Stadsrechten in 1248 werd de Marke Ommen steeds meer gedwongen een heel andere weg te bewandelen dan de overige Marken. Zij bleef wel algemeen bekend als de Marke Stad-Ommen maar zonder een Markebestuur. Die functie kwam in handen van de Stadsbestuurders. Deels bleven dan nog wel de Marke-bepalingen gelden maar er kwamen ook heel wat verordeningen bij. Er werden geen ‘Holtings’ meer gehouden, maar vergaderingen van de Magistraat. Die vonden plaats in een of andere locatie en later in een echt stadhuis.

Maire J.A.Chevallerau
Tot 1248 vormde Ommen en de dertien andere Marken samen het Schoutambt Ommen. Daar behoorden aanvankelijk ook nog Avereest en Den Ham bij. Vanaf dat Ommen stadsrechten kreeg werden het twee afzonderlijke rechtsgebieden met ieder hun eigen bestuurders. Dit bleef zes eeuwen lang, tot 1811. In dat jaar volgen er opnieuw veranderingen. Nederland is bezet door de Fransen met koning Lodewijk Napoleon. Dit duurt van 1795 tot 1813. De Schoutambt wordt dan met de stad samengevoegd tot Mairie Ommen. Johannes Amama Chevallerau wordt benoemd tot Maire (burgemeester) en bijgestaan door twee assessoren of wethouders. Na het vertrek van de Fransen komt in 1818 de vroegere scheiding van Marken weer terug. Vanaf toen ook werd het gebied Stad-Ommen aangemerkt als de gemeente Stad-Ommen en de 13 andere Marken krijgen hun rechten grotendeels weer terug en worden aangeduid als de gemeente Ambt-Ommen.

Twee gemeenten één gemeentehuis
Aldus waren er vanaf 1818 twee zelfstandige gemeenten: Ambt-Ommen en Stad-Ommen. Ambt-Ommen kreeg als burgemeester Mr. W.A. van Laar en Stad-Ommen hield haar door de Fransen benoemde burgervader J.A. Chevallerau. Beide gemeenten maakten gebruik van hetzelfde Stadhuis, voortaan gemeentehuis genoemd. Ook namen ze samen intrek in het nieuwe gemeentehuis bij de Vechtbrug dat in 1827 gereedkwam. Het duurde tot 1851 dat beide gemeenten ieder hun eigen burgemeester had. Daarna was er een burgemeester voor zowel Stad- als Ambt-Ommen. Op 23 mei 1923 volgde weer een herindeling en gingen de gemeenten Stad-Ommen en Ambt-Ommen samen verder als één gemeente met de naam gemeente Ommen.

Tot 1248 vormde Ommen en de dertien andere Marken samen het Schoutambt Ommen. Daar behoorden eerder ook nog Avereest en Den Ham bij. Vanaf dat Ommen stadsrechten kreeg werden het twee afzonderlijke rechtsgebieden met ieder hun eigen bestuurders. Dit bleef zes eeuwen lang, tot 1811. In dat jaar volgen er opnieuw veranderingen. Nederland wordt bezet door de Fransen met koning Lodewijk Napoleon. Dit duurt van 1795 tot 1813. De Schoutambt Ommen wordt dan met de Stad-Ommen samengevoegd tot Mairie Ommen.

Na het vertrek van de Fransen komt in 1818 de vroegere scheiding van Marken weer terug. Vanaf toen ook werd het gebied Stad-Ommen aangemerkt als de gemeente Stad-Ommen en de 13 andere Marken krijgen hun rechten grotendeels weer terug en worden samen aangeduid als de gemeente Ambt-Ommen. Aldus waren er vanaf 1818 twee zelfstandige gemeenten: Ambt-Ommen en Stad-Ommen. Op 23 mei 1923 volgde weer een herindeling en gaan de gemeenten Stad-Ommen en Ambt-Ommen samen verder als één gemeente met de naam gemeente Ommen.

Buurtschappen
De buurtschappen van Ommen zijn ontstaan vanuit de vroegere Marken onder Ambt-Ommen. Na samenvoeging van de gemeenten Ambt-Ommen en Stad-Ommen is de gemeente overgegaan tot nummering van de woningen en andere gebouwen door middel van letters en cijfers. De letters correspondeerden met de secties van het Kadaster en de nummers met de volgorde van de gebouwen in de desbetreffende buurtschappen.

Tekst: Harry Woertink

Een gedachte over “Ommen: van Marke naar stad

  1. “Nederland wordt bezet door de Fransen met koning Lodewijk Napoleon. Dit duurt van 1795 tot 1813. ”

    De bovenstaande informatie verdient wel enige nuance. De Fransen waren hier weliswaar van 1795 tot 1813, maar koning Lodewijk kwam pas later aan het bewind (1806-1810). Hij was zijn broer niet in alles ten dienste zodat hij al spoedig werd teruggeroepen naar Franrijk. De Baron van Dedem deed een beroep op koning Lodewijk bij diens bezoek aan Zwolle om een kanaal te mogen graven voor de ontsluiting van de veenstreken ten noorden van Ommen: de Dedemsvaart.

    Like

Geef een reactie op aavanderheide Reactie annuleren