Ommer Bissingh: feest van bizzen, drukte en gewoel – “Niet te stijf, niet te uitspattend”

Ooit was de Ommer Bissingh – de tweede dinsdag in juli – de grootste jaarmarkt in onze streek.

De Ommer Bissingh in 1967, gezien vanuit het voormalige Kantongerechtsgebouw op de Markt richting De Voormars.
Klik op deze link voor meer historie over de Ommer Bissingh door de jaren heen:

Centrum van Ommen
De Ommer jaarmarkt werd eerder gehouden op De Voormars en daarvoor op de weide gelegen aan de Vecht, waar nu de haven ligt. De jaarmarkt is er nog steeds, maar al jaren niet meer met een zo uitgebreid aanbod van marktkramen. De jaarmarkt zelf is verplaatst. Sinds 2018 slingeren de marktkramen van de Ommer Bissingh zich door de straten en pleinen in het centrum van Ommen. De verplaatsing was nodig om de bezoekers naar het centrum te trekken en De Voormars vrij te houden voor parkeren.

Bissinghbel
Een oud-Bissingh gebruik is het luiden van de Bissinghbel, een klein bronzen luidklokje aan de vooravond van de Ommer Bissingh. Dat inluiden gebeurde vroeger in het oude stadhuisje aan het Vrijthof. Een traditie die in 1975 weer is opgepakt.

Het luidklokje hing ooit in het torentje van het stadhuis dat toen op het Vrijthof stond. Dat stadhuisje is in 1531 gebouwd, in 1753 herbouwd en in 1957 voor straatverbreding afgebroken. De Bissingh begon toen op zondagavond na kerktijd al op gang te komen: de herbergen op de markt liepen vol. Op maandagmorgen 11 uur luidde het klokje officieel de Bissingh in. De grote toeloop van de kooplieden leidde er in het verleden toe om de Bissinghbel te luiden als teken dat de standplaatsen op de jaarmarkt bij verloting zouden worden toegewezen.

Herbergen
In de 19de eeuw was de Ommer Bissingh één van de drukstbezochte jaarmarkten in Overijssel. In een beschrijving uit die tijd is te lezen: “De toevloed van menschen is voor zulk een kleine plaats verbazend groot, komende koopers en verkoopers uit zeer afgelegen gewesten hier tezamen. De meeste huizen zijn alsdan in herbergen herschapen, omdat de gewone logementen op lange na niet kunnen toereiken tot verblijf voor de menige vreemdelingen”. Behalve over de weg was er ook aanvoer met zompen over de rivier, ook vanuit Duitsland. De zompen lagen dan in een lange rij aan de Vechtoevers afgemeerd.

Onkruid wieden
Voor de Ommenaren begon de Bissingh eigenlijk al eerder. Als brandveiligheidsmaatregel waren ze vroeger verplicht hun schoorstenen te vegen eer de Ommer Bissingh begon. Deze verplichting werd ook door de gemeente gecontroleerd en eventuele gebreken aan de schoorsteen werden opgespoord. Verder was voorafgaande aan de Bissingh iedereen in de stad verplicht stoep en straat voor de woning van gras en onkruid te ontdoen. De Markt, Kerkplein en Vrijthof werden door de gemeente gedaan. Hiervoor werden werklozen aangezocht die dagenlang, soms wekenlang op hun knieën lagen om met een mes het gras, mos en onkruid tussen de toen nog veel uit kleine keitjes bestrating weg te halen.

Bizzen
De Ommer Bissingh stond bekend als een te goeder naam en faam evenement. In 1830 omschreven als: ‘Niet de stijf, niet te uitspattend’. De drukte en het gewoel op zo’n (jaar)markt verklaart het woord “Bizzing” verbasterd naar Bissingh met een h. Woordenboeken van destijds staven de uitleg dat het woord “Bissing” de betekenis heeft van drukte, kermis en jaarmarkt. Bij warm en broeierig weer kan het voorkomen dat koeien met de staart in de hoogte door de weide hollen. Dat hollen wordt ook bizzen genoemd. De betekenis van de naam “Bissingh” is dus afkomstig van het woord “Bizzen”. Het woord “Bizzen” is een vroeger gebezigd woord als het gaat om drukte en heen en weer lopen. Op het eerste logo van de Stichting Ommer Bissingh Evenementen kwam dan ook een bizzende koe voor met verder een (Ommer)molen evenals een gevulde mand met kersen en opeengestapelde ronde kazen, want zonder deze lekkernijen van de jaarmarkt kon je niet naar huis. En uiteraard op het logo van toen een Ommer boer en boerin gestoken in Sallandse klederdracht.

Kwakzalver
Op de jaarmarkt kregen de bezoekers de kans om allerlei voorraden aan te vullen. Vaak werd ook een beroep gedaan op de reizende kwakzalver, die voor veel kwalen een heilzaam middel in petto had, juist in een periode dat de geneeskunst op het platteland nog in en primitieve staat verkeerde.

Uit het boek der Stads willekeuren van Ommen, aangelegd in 1456, blijkt dat in 1557 al sprake is van de Ommer Bissingh (toen nog zonder h op het eind). In de middeleeuwen duurde de Bissingh “slechts” twee dagen, in 1800 is sprake van drie dagen aaneen. Op maandag was de linnenmarkt, op dinsdag de jaarmarkt zelf en op woensdag de veemarkt.

Herbergen vol
In de 19e eeuw was het aantal bezoekers van heinde en verre zo groot, dat bijna elke ingezetene tijdens de Bissingh gasten in huis had. Op zondagavond na kerktijd liepen de herbergen al vol. “De meeste huizen zijn alsdan in herbergen herschapen, omdat de gewone logementen op lange na niet kunnen toereiken tot verblijf voor de menige vreemdelingen”, aldus een beschrijving uit die tijd. De stadswillekeur bevatte in het verleden speciale voorschriften waaraan de burgers zich ten opzichte van de vreemdelingen of gasten moesten houden tijdens de Bissingh.

Koffie met krentenbrood
Zakenmensen, maar ook andere inwoners die daarvoor ruimte beschikbaar hadden, probeerden tijdens de jaarmarkt er iets bij te verdienen door bijvoorbeeld verkoop van koffie met krentenbrood. Voor het raam had met dan een bordje hangen met de tekst: “Hier zet men koffij”. Ook werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om op de Bissingh sterke drank te verkopen. Voor 10 cent per vierkante meter was het vrij toegestaan een tent te plaatsen, waar de vooraf al ingeschonken borrels klaar stonden.

De Bissingh was de plek waar je iedereen kon ontmoeten, om een borreltje te drinken of een meningsverschil uit de wereld te helpen. Dat ging ook wel eens mis. Zo kregen op de Bissingh van 1669 de Zwolse stadssecretaris Jacobus Vriesen en jonkheer Herman Schaap van Beerze het met elkaar aan de stok. Het meningsverschil liep uit op een vechtpartij, waarbij de secretaris rake klappen kreeg en zodanig afgeranseld werd dat zijn hoed en pruik afvielen, zo is te lezen in een gerechtelijk stuk van toen. Jaarmarkt en kermisgaan vaak hand in hand. Toch bezorgden de attracties en het herbergbezoek de Ommer Bissingh vroeger een slechte naam in kerkelijke kring. In 1897 moesten enkele jongelui voor de kerkenraad van de gereformeerde kerk verschijnen, omdat zij tot laat in de avond op straat hadden gelopen en in een herberg waren geweest.

Loven en bieden
In de Tweede Wereldoorlog is er geen Bissingh gehouden. In 1946 wordt de traditie weer voortgezet. De oorlog heeft de vrouwen handig gemaakt; in deze jaren maken ze alles zelf. Op het Kerkplein is voor ze een keur aan lappen en lapjes op de grond uitgestald, aanzetsels en afsnijdsels van de textielfabrieken in Twente, die weer op volle kracht werken. Boeren uit de buurtschappen zijn gekomen met hun kleedwagen. Daarop ook nog enkel biggen die ze van de hand willen doen op de veemarkt. Boeren van stand komen me hun sjees. Veel boerenvrouwen dragen nog de flodder- of de knipmutse. Ze gaan in donkere rokken en jakken waarboven de gitten en de bloedkoralen glimmen en dragen stevige tassen en karbiezen vol aangekochte koopwaar. Terwijl ze met hun ogen stemmen families en bekenden begroeten, gaan hun ogen vliegensvlug over de handelswaar in de kraampjes, waarna het loven en bieden is.

Kermis
Toen de Ommer Bissingh naar één dag was teruggebracht bleef het publiek komen omdat die zo diep in het volksleven was geworteld. De aanvoer van allerlei vee zoals koeien, paarden en schapen maakte de markt nog wel aantrekkelijk. Ook de goederenmarkt bleef steeds omvangrijker dan op de gewone weekmarkt.  In 1918 vroeg de hervormde kerkenraad aan de gemeente om geen publieke vermakelijkheden meer toe te staan. In verband met de ernstige tijdsomstandigheden besloot de gemeenteraad op dit verzoek in te gaan. Hiermee kwam een eind aan een lange traditie. De jaarmarkt bleef weliswaar bestaan, maar zonder kermisspektakel.

Altijd al heeft de Ommer Bissingh veel jeugd “getrokken”. In 1939 bevatte het verslag van de Commissie tot Wering van het Schoolverzuim in Nieuwleusen 42 gevallen van schoolverzuim. Als oorzaak werd genoemd “marktbezoek’, waaronder de befaamde Ommer Bissingh. In 1954 werd door de gemeente voor het eerst weer een “Mallemölle” (draaimolen) op de Bissingh toegelaten na verzoeken van kermisexploitanten, ANWB, VVV en de vereniging van Neringdoenden. In 2015 kwam opnieuw een einde aan de kermis. De verdiensten lokten kermisexploitanten niet meer om naar de jaarmarkt in Ommen te komen. Ook de paardenmark verdween en daarmee ook een lange traditie.

Jennechiesmarkt
De Ommer Bissingh is ook altijd een ontmoetingsplek geweest voor de mensen die elkaar niet zo vaak spraken. Een soort “Jennechiesmarkt” voor jongens en meisjes, die daar hun geliefde voor altijd vonden. Als de Bissingh rond het middaguur ten einde loopt, zitten de cafés en de hotels aan de markten en pleinen overvol. Op straat haken meisjes bij elkaar in en slieren in brede rijen door de Kruisstraat en de Brugstraat; ze lachen en slaken gilletjes. “Hossen door Ommen” heet dit fenomeen. Een oud gebruik na de Bissingh en wordt gezien als een soort huwelijksmarkt. Om twee uur in de middag worden de eerste paarden in de stal bij Hotel Het Zwarte Paard voor de sjezen op het Vrijthof gespannen. De vrouwen klimmen in de sjezen, de jongens en meiden op de fiets. De versten komen van Rouveen, IJhorst en Staphorst waar de koeien wachten om gemolken te worden. Een enkeling heeft te diep in het glaasje gekeken en slaapt zijn roes uit op het politiebureau.

Stichting Ommer Bissingh Evenementen
De Ommer Bissingh droeg in 1979 een bijzonder karakter. Dat jaar was het voor het eerst dat de Bissingh werd georganiseerd door de Stichting Ommer Bissingh Evenementen, in het leven geroepen door de Handelsvereniging Ommen. Het stichtingsbestuur bestond toen uit voorzitter J. Beniers, secretaris J.J. Grootenhuis-Wessels en penningmeester H. van Rees. Verder uit de leden R. van Lindenberg, H. van de Vaart, J. van der Boon, F. Troost, T. Bakker, J. Jonkers. A, Makkinga en J. Keizer. Er werd een aaneengesloten feestweek gehouden.

Meerdere dagen en van dinsdag naar woensdag
Vanaf 1991 werd het Bissinghfeest verspreid over meerdere dinsdagen met als hoogtepunt de jaarmarkt. Om niet afhankelijk te zijn van het weer en ook om de vele toeristen iets te kunnen bieden werd het Bissinghfeest vanaf 1991 verspreid over zes of zeven weken. Toen ook trad een geheel nieuw Bissinghbestuur aan, die tekenden voor met name een gevarieerd muziekprogramma. De eerste drie jaren werden de dinsdagen gekozen als de Bissinghdagen. Echter, het uitlopen van de wekelijkse vee- en warenmarkt vertraagde de opbouw van de Bissingh. En ook konden dan ‘s-morgens geen activiteiten plaatsvinden op die gedeelten waar de markt werd gehouden. Daarom werd het in 1994 verstandig geacht om de evenementen voortaan naar de woensdag te verplaatsen en dat is nog steeds zo.

Tekst: Harry Woertink – Foto’s: collectie OudOmmen.nl

3 gedachten over “Ommer Bissingh: feest van bizzen, drukte en gewoel – “Niet te stijf, niet te uitspattend”

Plaats een reactie