Kamp Eerde hielp 80 jaar geleden jongeren aan werk

Dit jaar is het 80 jaar geleden dat werkkamp Eerde werd geopend. Jong Holland snakte naar werk, maar werk was moeilijk te vinden. Kamp Eerde hielp in de crisisjaren jongeren aan werk.

 Opening werkkamp. Onder de talrijke aanwezigen bevonden zich o.m. de voorzitter der Centrale, de heer W. J. Hemmes, Baron van Palland van Eerde en diens echtgenoote, die het benoodigde terrein welwillend ter beschikking stelden, Baron van Heemstra, 2e voorzitter van het N.CC, ir. J. Th. Westhoff, inspecteur van de werkverschaffing te Zwolle, die het plan tot stichting van werkkampen uitwerkte, de hr. C. E. W. Nering Bögel, burgemeester van Ommen en vele predikanten.
Afb.: OudOmmen
Zie voor meer foto’s het album: “Werkkamp / Woonoord Eerde“.

Eerde was het vierde werkkamp van de “Centrale voor Werkloozenzorg”. De officiële opening van het werkkamp werd verricht op 4 oktober 1935 door minister van Sociale Zaken mr. H.Slingenberg. Dat gebeurde in bijzijn van de kampjongeren en tal van genodigden. Nadat de heer W.J. Hemmes als voorzitter van de Centrale voor Werkloozenzorg een kort woord had gesproken was het de beurt aan de minister. Hij maakte gewag van de moeilijke tijd en sprak de wens uit dat de jongeren zich weerbaar konden maken in de strijd om het bestaan. De Ommer Courant was bij de officiële opening aanwezig en maakte in de krant van 9 oktober 1935 het volgende verslag. ““Met een zeker gevoel van vreugde mag geconstateerd worden, dat zoovelen hun schouders hebben gezet onder het zoo zware werk om voor de vele duizenden jongen menschen, die doelloos rondloopen iets tot stand te brengen, dat als ’t ware een rustpunt in hun moeitevol leven kan geven. Ik verheug mij er zeer over, dat zoovelen zich aan het vraagstuk van de werkloosheid onder de jeugd met waarachtige toewijding geven, geheel belangeloos, en met geen ander doel voor oogen dan om de jeugd zelve te helpen in haar moeilijkheden om aan den normale arbeid te komen. Maar niet minder waardering heb ik voor de honderden jonge menschen, die begrepen hebben dat het doelloos rondloopen verderfelijk voor hen is en die zich met groot enthousiasme hebben opgegeven om eenige maanden in een werkkamp te verblijven. Zij weten, dat daar gearbeid moet worden, stevig gearbeid zelfs, doch zij begrijpen ook, dat een dergelijke arbeid hen meer weerbaar maakt in den moeilijke strijd om het bestaan. Nu ik dit vierde kamp voor geopend verklaar, spreek ik hierbij den wensch uit, dat de geest die in dit kamp zal zijn, een zoodanige uitwerking zal hebben op de jonge menschen, die hier komen arbeiden, dat zij, weer terug in de groote maatschappij, daar niet alleen met vreugde over hun 8-weeks verblijf in Ommen zullen opwekken aan het kampwerk deel te nemen, omdat daardoor in ons volk en in de eerste plaats bij de jongeren het gevoel van samenhoorigheid zal worden aangekweekt dat zoo noodig is om ons uit het diepe dal, waarin wij nu vertoeven, naar boven te voeren.” aldus de minister””, zo berichtte de Ommer Courant.

Jong Holland snakt naar werk
Burgemeester van Ommen, de heer C.E.W. Nering Bögel was ook een van de sprekers bij de opening. ““Het moet wel verheugd voor de organisatoren zijn, dat zij hier de voltooiing van een deel van hun werk voor zich zien. Jong Holland snakt naar werk, maar we verkeeren in een tijd waarin het zeer moeilijk is werk te vinden. Dat werkt op de jeugd zeer deprimeerend. De gemeenten kunnen niets doen. Die hebben genoeg zorg voor de ouderen. Daarom is het zoo mooi van de Centrale, dat zij deze arbeid op zich heeft genomen. Dank aan den minister voor zijn aanwezigheid en aan den heer Van Pallandt, die zich zoozeer zich voor dit werk interesseert, aan Ir. Westhoff die de vader wordt geacht te zijn van dit werk en voorts aan allen die het kamp hebben helpen tot stand brengen”, zei de burgemeester.”” aldus de krant van toen. Verder werd het woord gevoerd door de Inspecteur van de werkverschaffing te Zwolle, Ir. J.Th. Westhoff. Hij wordt gezien als de geestelijke vader van de werkkampen. Kampleider Willems sprak zijn dank uit aan het adres van baron Van Pallandt voor het beschikbaar stellen van zijn landgoed. Vervolgens werd door de jongens het kamplied gezongen waarna een krachtig applaus volgde. Dominee G. Bos uit Dedemsvaart richtte zich vooral tot de jongelingen in het kamp. ““Weest voor elkander geen rem, maar een richtingwijzer om samen te ontvangen den zegen. Ook wekt hij de anderen op om te steunen, hetzij door stoffelijk, hetzij door geestelijke hulp. De predikant gaat hierna voor in gebed, waarna besloten wordt met het zingen van Psalm 96””, aldus de Ommer krant.

Thee
Na de toespraken binnen ging het gezelschap naar buiten. Op het middenveld van het kamp stond een hoge vlaggenmast en hees minister Slingenberg de kampvlag in top onder het zingen van het volkslied ‘Wien Neêrlands bloed’. Aan de genodigden werd vervolgens gelegenheid gegeven het kamp te bezichtigen. Er werd thee geschonken en een wandeling over het terrein gemaakt door de genodigden met onder andere A. van Geelen, secretaris-generaal van het departement van sociale zaken; Baron van Heemstra, tweede voorzitter van het Nationale Crisiscomité; J. Beukenkamp, gedeputeerde van de provincie Overijssel; A. Stapelkamp, voorzitter van de Christelijke Nationaal Vakverbond; burgemeesters van omliggende gemeenten en vele predikanten. De krant wist dat in kamp Eerde – zoals ook in de overige kampen van de “Centrale voor werkloozenzorg” – veertig uur per week gewerkt wordt. Dit onder leiding van het personeel van eigenaar Ph. Baron van Pallandt. De avonden worden besteed aan ontwikkeling, ontspanning en dergelijke. Zaterdagsmiddags gaan de jongens naar huis en ’s maandagsmorgens komen ze terug en omdat iedereen binnen een straal van 45 kilometer wonen geschiedt dat per fiets waarvoor een vergoeding van 50 cent per week wordt betaald. De vier reeds bestaande kampen, het Wijde Veld bij Ede, de Schaapskooi bij Oostvoorne, Gooiland bij Bussum en Eerde boden plaats aan ongeveer 700 deelnemers. Daar de jongens acht weken in het kamp waren met per jaar 45 effectieve weken, konden 3500 deelnemers aan het werk worden helpen. Bij elke wisseling stond het kamp een week leeg. De kosten van het kamp kwamen voor rekening van het Rijk en werden toen begroot op maximaal 5 gulden per week per deelnemer.

2 gulden
In de krant van 1935 is verder te lezen dat de opening van het werkkamp ter sprake werd gebracht door burgemeester Nering Bögel in de gemeenteraad van Ommen. De burgemeester legde uit dat het werkkamp een initiatief was van de Raad van de Nederlandse Kerken voor praktisch Christendom. “Waardoor de christelijke werklooze jeugd gelegenheid bekwam om zich een poosje aan de moreele gevaren van den lediggang door arbeid te onttrekken, het interessante kampleven mee te maken, hun ouders een poosje van de zorg voor hun persoon te ontlasten en tenslotte óók nog wat te verdienen”. Burgemeester Nering Bögel sprak er zijn spijt over uit dat de christelijke arbeidersbonden in Ommen er niets aangedaan hebben om hun eigen jeugdige werklozen voor kamp Eerde op te geven. Het raadslid Seinen wist wel waarom: “Weet u wat ze verdienen?”. “Twee gulden per week”, wist de burgemeester, die er aan toevoegde dat mooi te vinden, vooral om dat het hier werk van maatschappelijk hulp betrof, de arbeid geen productief werk was en bovendien kost en inwoning werd genoten. Maar de heer Seinen haalde geringschattend de schouders op. Toch werd Seinen overtuigd en beloofde de christelijke werkloze jeugd van Ommen binnenkort via een advertentie op de hoogte te zullen stellen over de mogelijkheden in Eerde.

Zie voor meer informatie over de geschiedenis van kamp Eerde: Gedenkmonument voor kamp Eerde, onthulling 12 september

Bron: Harry Woertink – 13 november 2015

Plaats een reactie