Arrien heeft de brink terug. De geschiedenis in de Ommer buurschap is daarmee weer tot leven gekomen. Op zaterdag 29 oktober werd de brink, op de kruising van de Hardenbergerweg, Brinkweg, Coevorderweg en Ridderinkweg, officieel geopend door wethouder Ilona Lagas.
Foto: Harry Woertink
Het kalf is zo juist op de sokkel geplaatst en het touw kan er vanaf waarmee het naar de sokkel was geleid door wethouder Ilona Lagas.
Een kunstwerk van oud ijzer, gevormd door beeldend kunstenaar Erik Schutte tot een kalfje, markeert de brink. Door de N34, de weg Ommen-Witte Paal, is Arriën lange tijd gespleten geweest. Een reconstructie van de weg in opdracht van de gemeente Ommen zorgde er voor dat de oude brink weer zijn centrale functie heeft terug gekregen. Echter, niet eerder dan nadat vanuit Plaatselijk Belang Arriën daar jaren lang is gepleit. Een brink was bedoeld als vergaarplaats voor vee. Daarom staan de schuren met de achterkant naar de brink gericht. Maar een brink was ook een plek waar mensen de laatste nieuwtjes met elkaar uitwisselden. Als het aan Plaatselijk Belang Arriën ligt krijgt de brink die functie weer terug. Op de centrale brink met gras en bomen staan bankjes en informatieborden over de buurschap en start een wandelroute.
De buurschap Arriën is van oorsprong een esdorp, met akkers op de hoge es tussen de Vecht en de buurschap en graslanden op de lager gelegen marsgronden. Later was sprake van de Marke Arriën. Op de hogere zandruggen langs de Vecht ontstonden al gauw buurschappen met een sterk gemeenschapsgevoel. Al vanaf 1381 is sprake van de buurschap ‘Eryen’, dat later ‘Arriën’ wordt. Een buurschap wordt gezien als de oudste lokale organisatievorm. Vaak is in buurschappen sprake van noaberschap, waar men elkaar bijstand bood bij geboorte, huwelijk, ziekte of dood, maar ook praktisch te hulp schoot bij de oogst of schade. Eeuwenlang waren er ongeschreven wetten, maar naarmate de bevolking toename ontstond een organisatie, de marke. De marke regelde het gebruik van de gemeenschappelijke gronden. Zij hadden hun eigen rechtspraak met een markerecht. Daarin werd het gebruik van de woeste gronden geregeld, zoals het hakken van hout, de voor- en naweide, het weiden van varkens op eikels in het bos, de veedrift en het schutten van vee.
Een keer per jaar werd een markevergadering of holtsprake gehouden onder voorzitterschap van de Markerichter. In Arriën was dat op de Brink, de eerste werkddag na de Ommer Bissingh. De Markerichter van Arriën – met 16 boerenerven – was tot 1817 de eigenaar en later de erfgenamen van erve Ridderinckhoff. Ook blijkt Arriën in 1839 met toen 180 bewoners, nog een school gehad te hebben. In 1853 kwam een einde aan de Marke Arriën toen de verkoop en verdeling onder de gebruikers was voltooid. De bewoners van Arriën hebben geen gemeenschappelijke gronden meer, maar via hun Plaatselijk Belang wel een gemeenschappelijk doel: het voortbestaan van de gemeenschap in Arriën.

Links: Rheeze is een typisch voorbeeld van een esdorp.
Midden: Het kalf, gemaakt van oud ijzer, staat als symbool van een start van een nieuw leven in Arriën. De sokkel bestaat uit oerijzer en geeft aan dat de buurschap eeuwenoud is.
Rechts: Theeschenkerij in Arriën met zicht op de nieuwe brink.

Links: De Brink terug in Arrien. De Brink gezien vanaf de boerderij van de familie Hemstede.
Midden: Behalve ontmoetingsplek waar met elkaar nieuwtjes worden uitgewisseld was de Brink een vergaarplaats voor vee. Daarom staan de schuren met de achterkant naar de Brink.
Rechts: Schaapskooi behorende bij de Ridderinckhof aan de Ridderinkweg in Arriën.

Links: Schaapskooi aan de Brink in Arriën.
Midden: Een boerderijen die grenst aan de Brink in Arriën.
Recht: Een klein deel van de Brink was nog maar in tact; met de recontructie van de N34 kon de oorspronkelijke Brink weer teruggegeven worden.
Bron: tekst en foto’s Harry Woertink – 30 oktober 2011
Hallo.
Is er ook een foto te krijgen van het huis van J Slot die op de opening van de brink staan.
Groet J Bruins.
LikeLike