150 jaar draaiende wieken

VILSTEREN – door ERNA EKKELKAMP – Van de tienduizend molens die ons land in de middeleeuwen telde, zijn er nog maar vijftienhonderd overgebleven. Ommen behoort met vijf molens tot de meest molenrijke gemeenten in Overijssel.

ON08061102b--.jpgFoto: Erna Ekkelkamp
Zaterdag wordt het jubileum in besloten kring gevierd, maar tijdens Dagje Mooi Vilsteren op 5 juli is de molen opengesteld voor publiek. Deskundige molengidsen geven dan rondleidingen.

Een van de opvallendste exemplaren is de Vilsterse molen. In het midden van een grote es, omgeven door heuvelachtig boslandschap is deze molen al 150 jaar de blikvanger van de kleine buurtschap. Een van de voorvaderen van de familie Cremers bouwde naar verluidt de molen in de zichtlijn van het grote huis, omdat de hoge toren met de zacht rond-zwaaiende wieken zo’n prettig en rustgevend gezicht was. “En dat is het nog steeds”, vindt Liesbeth Cremers, de huidige bewoonster van het landgoed.

“De molen is een belangrijk en onmisbaar onderdeel van de historische buitenplaats. De buitenplaatswandeling, om de Molenesch bestaat al even lang en was met name in het verleden bedoeld om de wandelaar te laten kijken naar het pure leven van de landman, dat zoveel rijker en mooier werd geacht als het stadsleven”, vertelt Cremers. Na een brand in 1901 werd de molen weer opgebouwd met onderdelen van de molens uit Kampen en Lenthe en bleef in bedrijf tot 1963. Daarna stonden de wieken voorgoed stil, en zoals dat nu eenmaal gaat, betekent stilstand achteruitgang. “Met die achteruitgang werd ik vanaf 1964 geconfronteerd en het stoorde mij mateloos”, vertelt Ommenaar Hans Drijver. “De ooit zo statige molen, was nog slechts een romp zonder iets erin.

Ik besloot dat daar verandering in moest komen en porde links en rechts wat mensen op. Samen met zes man startten wij de Stichting Vrienden van de Vilsterse molen. Toen bleek dat er 9 ton in guldens nodig was om de molen te restaureren zijn we begonnen met het zoeken naar donateurs, het houden van acties en subsidies. We werden daarbij buitengewoon goed geholpen door de Provincie en de gemeente.” Inmiddels wordt de molen bemalen door vier vrijwillige molenaars, van wie Ger-ard Meijerink er eentje is. Het molenaarschap kost hem bijna een dag in de week, maar hij doet het graag. “Als molenaar heb je contact met de natuur. Met de wind, het weer en eerlijke materialen.” De Vilsterse molen fungeert als opleidings-molen voor aankomende molenaars. Daarnaast is hij van mei tot en met september elke donderdag en zaterdagmiddag en elke tweede zondag van de maand opengesteld voor publiek. Op zaterdag 14 juni wordt het 150-jarig bestaan van de molen in besloten kring gevierd.

Bron: Ommer Nieuws – 11 juni 2008

Plaats een reactie