OMMEN – Harry Woertink – Met tekeningen versierde brieven van Koningin Beatrix die ze stuurde naar de evenoude Gé (Geesje) Steen uit Ommen zijn te zien op de expositie “Beatrix 70 jaar in beeld” in het Historisch Museum Rotterdam en de Atlas Van Stolk in het centrum van Rotterdam.

De Koninklijke tekeningen zijn bij toeval belandt op de tentoonstelling ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de Koningin. Het museum nodigde alle vrouwen uit die ook op 31 januari 1938 zijn geboren. Tot de gasten die op de uitnodiging in gingen was ook Gé Steen. Zonder dat er om gevraagd was nam Gé de brieven mee die ze tijdens haar jeugd van de toenmalige prinses Beatrix kreeg toegestuurd, gewoon om ze te laten zien. Het museum was verrast en kreeg Gé Steen zover de brieven te exposeren.

Toen prinses Beatrix negen jaar werd stuurde ze haar eerste bedankbriefje naar de Hardenbergerweg in Ommen waar Steen geboren is. Aanleiding was dat de jarige prinses een felicitatiebrief had gekregen van de evenoude Gé Steen. Deze werd in eerste instantie beantwoord met een gedrukt bedankje ‘portvrij’ verstuurd door de toenmalige Dienst van het Koninklijk Huis: ‘Prinses Beatrix laat je hartelijk danken voor de gelukwenschen met haar verjaardag.’ In de jaren erna bleven de twee corresponderen.

De gedrukte bedankbriefjes maakten plaats voor handgeschreven exemplaren met illustraties. ‘Eerst van taarten en versierde stoelen, later van vooral dieren. Te zien is dat door de jaren heen ook haar handtekening steeds meer vaste vorm krijgt. In 1952 tekent Beatrix een galopperend paard, met een lint in zijn mond en daarop geschreven haar dank voor de goede wensen. “Als kind was ik apetrots dat ik een kaartje kreeg van een prinsesje. Ik weet niet meer wat ik aan de prinses heb geschreven. Ik hoorde van de museumdirecteur dat alle correspondentie bewaard wordt in het Koninklijk archief. Daar zou ik eigenlijk wel eens een kijkje willen nemen”, glundert Steen.

Gé Steen’s buurvrouw maakte haar attent op een oproep in het tijdschrift Vorsten Royal waar de vrouwen werden opgeroepen op de verjaardag van Beatrix naar het historisch museum in Rotterdam te komen. Daar werden ze als VIP ontvangen en in het (oranje)zonnetje gezet. “Het was een gezellige dag. Van sommigen hoorde ik dat ze ook vernoemd waren naar Beatrix of naar iemand van het Koninklijk huis. Maar is moet het doen met Geesje. Zo heette mijn oma ook”, lacht Steen. “Hun ouders hadden gewacht met het aangeven bij de gemeente tot ze de naam wisten van die dag geboren prinses”.

“Ik had de tekeningen van Beatrix meegenomen naar Rotterdam. Ik dacht dat als het zo ter sprake komt wil ik de kaartjes wel zien. In kwam in gesprek met museumdirecter Nix. Hij was verrast en in eens was ik volop in de belangstelling, zelfs met SBS6 er bij en de KRO-radio of ik wilde vertellen hoe ik aan de tekening kwam. Ook het museum had belangstelling is gelijk de afspraak gemaakt om ze tijdelijk uit te lenen voor een expositie. Museumdirecteur Nix is ze persoonlijk komen halen”, aldus Steen.

Op aanraden van haar oom Albert Vosjan schreef Gé in 1947 het eerste kaartje naar Soestdijk. “Mijn oom stimuleerde me. Bij de geboorte van de prinses had hij ook een gedicht gestuurd. Ik schreef over wat hij voor me had opgeschreven. De tekst zelf weet ik niet meer goed. Ik denk dat ik de prinses feliciteerde met haar verjaardag en vertelde dat ik ook jarig was. In 1955 ben ik er mee gestopt, maar de liefde voor het Koningshuis is natuurlijk wel gebleven. Zo was ik uitgenodigd in Amsterdam bij de inhuldiging van Beatrix als koningin. Het verbaasd me wel dat ik al die brieven nog bewaard heb. Natuurlijk was ik zuinig op, maar ik heb ook wel eens een kaartje uit de handen van mijn broers moeten trekken die er op wilde gaan tekenen’, herinnert Gé Steen zich.

In de tentoonstelling “Beatrix 70 jaar in beeld brengen spotprenten, postzegels, billboards, historisch filmmateriaal en puzzels de geboorte, inhuldiging, feesten en het familieleven van onze koningin door de ogen van tijdgenoten in beeld. De tentoonstelling duurt tot 25 mei.

Bron: Harry Woertink – 17 april 2008