Ommen heeft een Joodse begraafplaats aan de Dr. A.C. van Raaltestraat/hoek Den Lagen Oordt.
Joodse begraafplaats. Als herinnering aan de Joodse samenleving in Ommen een gedenksteen met hun namen en een Davidster op de Joodse begraafplaats. De Tweede Wereldoorlog betekende het einde van de Joodse samenleving in Ommen.
Partnergemeente De Duitslanddag, met gasten uit de gemeente Recke (D), is één van de onderdelen uit het programma van het Ommer zomerfeest de Ommer Bissingh. De komst van de Duitsers naar de Ommer Bissingh komt weer voort uit het partnerschap die de gemeente Ommen in 1989 is aangegaan met de gemeente Recke. Doel hiervan is elkaar beter te leren kennen met over en weer uitwisselingen. Daarom ook dat Ommen vorig voorjaar met een stand vertegenwoordigd was op de Hollandse markt in Recke en in het najaar op de Herfstmarkt.
In de eerste helft van de achttiende eeuw vestigden zich de eerste Joden in Ommen.
Als herinnering aan de Joodse gemeenschap zijn op 4 maart 2013 op initiatief van de Stichting Herdenking Joods Ommen op een achttal locaties verspreid in Ommen 27 zogeheten stolpersteine gelegd. Deze stolpersteine markeren de huizen waar laatstelijk Joden hebben gewoond. Op de koperen steentjes zijn vermeld de namen, geboorteplaats en -datum en de plaats en datum waarop de Ommer Joden zijn vermoord.
Volkstelling Vanaf ongeveer 1813 werden er sabbatsvieringen gehouden. Hiervoor was een huissynagoge ingericht in het woonhuis van Meijer Mozes de Haas. Het aantal Joodse inwoners groeide doordat verschillende Joden zich in Ommen vestigden en omstreeks 1830 kon men in Ommen spreken van een ‘minjan’. Het betekende erkenning voor Ommen als Joodse Gemeente. Jarenlang werden de sabbatvieringen bij de Joodse mensen thuisgehouden. Bij een volkstelling in 1840 blijkt dat er totaal 35 Joden in Ommen wonen, verdeeld over 7 gezinnen. Daarvan zijn 12 mannelijke personen boven de 12 jaar. Bij twee gezinnen is het beroep van de man vleeshouwer (slager). De overige gezinshoofden zijn werkzaam in de handel, met uitzondering van Mozes Polak. Hij is dan godsdienstonderwijzer.
Vaderlandse geschiedenis Op 10 mei 1985 opende het museum voor het eerst de deuren in het voormalig gemeentehuis aan de Markt. Sinds de algehele vernieuwing in 2006 is het een mooi, modern en gastvrij museum. Bij binnenkomst in het museum valt de bijzondere wandschildering op van Matthijs Röling. ‘Tinnen figuren vertellen verhalen’ is de tekst boven de trap. Het dekt volledig de lading van het drie verdiepingen tellende museum aan de Vecht. Iedere muur of uithoek vertelt een stuk van de vaderlandse geschiedenis.
In Ommen was ooit sprake van een kleine Joodse gemeenschap. Tot aan de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) leefden Joodse en niet-joodse Nederlanders prima met elkaar samen.
De Joodse familie de Haas.; De enige Ommer Joden die de oorlog hebben overleefd. Van links naar rechts: Karel, Mina, Martha, Salomon, Alex en Leo.
Rikus van Heerde (98) uit Zwolle, één van de oud-gevangenen van het beruchte gevangenkamp Erika is maandag overleden.
4 mei 2024. Rikus van Heerde (rechts) legt als oud-gevangene van Kamp Erika samen met zijn zoon bloemen bij het monument.
Martelingen Kamp Erika op de Besthmenerberg was tijdens de Tweede Wereldoorlog (40-45) één van de vijf concentratiekampen in Nederland, samen met die in Amersfoort, Westerbork, Vught en Schoorl. Wat Kamp Erika onderscheidt van de andere vier, is dat op dit terrein de bewaking in handen was van Nederlanders. Bewakers van wie een aantal net zo wreed, zo niet wreder was dan de Duitse bezetters. Martelingen en excessief geweld waren aan de orde van de dag, zeker 180 gevangenen kwamen om.
Voorjaar 1945. Vanuit het zuiden rukken onder andere Engelse, Canadese en Amerikaanse soldaten op om Nederland te bevrijden van 5 jaar onderdrukking. Ommen wordt bevrijd op 11 april.
11 april 1945. Canadese legervoertuigen trekken de brug over. Ommen bevrijd. Op de achtergrond zwaargehavende panden aan de Voorbrug.
Kamp Erika De opmars van de geallieerden is ook de gewapende bewakers van het gevangenenkamp Erika op de Besthmenerberg niet ontgaan. Twente is al bevrijd en soldaten van het Canadese leger rukken verder op. In de nacht van 4 op 5 april wordt op kamp Erika groot alarm geslagen. Er zijn berichten dat de geallieerden op korte afstand zijn genaderd. “Alles inpakken en klaarmaken voor de afmars” klinkt het vanaf de appelplaats waar de gevangenen plotsklaps bij elkaar zijn geroepen. De groep krijgt te horen dat Westerbork hun nieuwe bestemming wordt, maar wel lopend. In colonne gaat het kort daarna in alle vroegte richting Balkbrug. Zij die nog even achterom kijken zien een vuurgloed boven het kamp uitstijgen. Het blijkt dat een munitieopslag in de buurt van het kamp is opgeblazen. Iedereen is bang onderweg. Nu ontsnappen betekent zondermeer de kogel van een van de gewapende bewakers. Als vliegtuigen over de groep scheren wordt gebruik gemaakt van dekkingsgaten langs de weg. In Hoogeveen wordt de nacht van 5 en 6 april doorgebracht in een door de Duitser leeggeroofd winkelpand. Op 6 april komt de colonne druppelsgewijze aan in het arbeidskamp de Pieterberg bij Westerbork (niet te verwarren met het noordelijker gelegen Kamp Westerbork). Het is bijna avond als de laatste gevangenen komen binnenstrompelen.
Wie op een kerkhof graaft vindt……botten. Zo ook op het Kerkplein in Ommen rondom de hervormde kerk.
Archeologen aan het werk op het voormalige kerkhof aan het Kerkplein.
Vergroening centrum Tot 1825 was het mogelijk om binnen de bebouwde kom te begraven. Dat gebeurde in- of rondom de kerk, vandaar ook de naam kerkhof. Bij wet werd het daarna verboden en kreeg Ommen een begraafplaats buiten de bebouwde kom. Voor de vergroening van het centrum van Ommen vinden momenteel werkzaamheden plaats op het Kerkplein en het Vrijthof. Geen wonder dat dan tijdens graafwerkzaamheden voor de aanleg van nieuwe groenvakken op het Kerkplein resten van oude graven aan de oppervlakte komen. Daarom gebeurde het graafwerk op 12 en 13 maart onder begeleiding van archeologen van het adviesbureau RAAP, die de graven in kaart hebben gezet.
Voorjaar 1945. Vanuit het zuiden rukken onder andere Engelse, Canadese en Amerikaanse soldaten op om Nederland te bevrijden van 5 jaar onderdrukking. Ommen wordt bevrijd op 11 april.
6 april 1945. Bevrijding van Eerde. Op de foto, gemaakt in Eerde, een Scout Car (Lynx) van het Canadese leger met daarop mensen uit Eerde die laten merken dat ze blij zijn met de komst van de bevrijders. Derde van links net achter de loop William Hammer, een neergekomen Amerikaanse vlieger die 7 maanden ondergedoken heeft gezeten bij de familie Van Pallandt. Aangezien de geallieerden nog in opmars waren stond Hammer vanaf dat moment weer onder de krijgstucht en deed mee aan de verdere bevrijding van Nederland. Verder op de Lynx de dames Erin van Pallandt en Irthe van Pallandt. Geheel rechts met hoed is baron van Pallandt zichtbaar.
De verkeersveiligheid op de Hessel Mulertbrug en Vechtkade zorgt opnieuw voor kritische vragen door de politiek aan het college van burgemeester en wethouders.
1989. De brug gezien vanaf de Coevorderweg, toen nog met verkeerslichten.
Vakantieverkeer Volgens de LPO en de VOV begint de campingroute niet langs de provinciale weg, maar pas binnen de bebouwde kom. Wat resulteert dat er nog veel vakantieverkeer door (het centrum van) Ommen gaat in plaats van eromheen. Tevens wordt de Vechtkade iedere dag gebruikt door vrachtwagens, die niet tot bestemmingsverkeer horen, en daarom in overtreding zijn. Er geldt immers een geslotenverklaring voor vrachtwagens. Hetzelfde geldt overigens voor de Schurinkstraat en Prinses Julianastraat.