Bij K.B. van van 13 maart 1841, nr. 95 wordt vastgesteld het:
Tarief der Tolregten, in te vorderen aan de tolbomen gevestigd op den weg van Ommen naar den Hardenbergh.
Voor elk paard of muilezel gezadeld of los en voor elken ezel aangespannen of gezadeld 5 ct. (7 ½.)
Voor elken ezel gedreven wordende en voor elk rundbeest 1 ct. (2) , voor elk kalf, schaap of varken 1 ct. (1 ½).
Voor een kudde schapen of varkens sterker dan 50 stuks ineens 50 ct. (70).
Voor rij of voertuigen met twee wielen, mitsgaders voor sleden een en ander bespannen met een paard 7 ½ ct. (10).
Voor rij of voertuigen met vier wielen en bespannen met één paard 10 ct (15) 15 ct. (20).
Idem met twee paarden 15 ct. (20).
Voor elk paard daarenboven 7 ½ ct. (10).
Wanneer twee of meerdere voer of rijtuigen aan elkander gekoppeld zijn zal bovendien betaald worden voor ieder paar wielen 7 ½ ct. (10).
Voor een zgn. Mallejan met hout geladen, voor elk paard 15 ct. (20).
Voor zodanig voertuig ledig zijnde, voor elk paard 7 ½ ct.
Voor wagens, karren of sleden met honden, geiten of bokken bespanning 5 ct. (7 ½).
Voor diligences en postwagens ingerigt voor niet meer dan 6 personen, voor elk paard 10 ct. (12 ½ ).
Idem voor meer dan zes doch niet meer dan negen personen voor elk paard 12 ½ ct (15).
Idem voor meer dan twaalf doch niet meer dan achttien personen voor elk paard 15 ct. (17 ½)
Voor aangespannen muilezels, ossen en koeijen zal worden gerekend als voor paarden.
Van den tol zijn vrij
- De paarden en rijtuigen behorende tot ’s Koningshuis, en die der Prinsen en Prinsessen van hetzelfde, zomede de paarden en rijtuigen der personen welke Hoogst derzelves gevolg uitmaken.
- De paarden en rijtuigen uitsluitend gebruikt wordende voor den Brievenposterij, wanneer in het rijtuig behalve de conducteur en postillion steeds één reiziger is.
- De paarden en rijtuigen der renboden in ’s koningsdienst op reis zijnde.
- De paarden en rijtuigen van de militairen in dienst en in uniform zijnde, mitsgaders die van de beambten met het toezicht over de weg belast, welke dezelve in hunne betrekking passeren.
- De paarden en het vee van of naar eigene of gehuurde woningen of weiden gedreven wordende en het eigendom zijnde van op of binnen eenen afstand van 2 ½ mijl (2500 ellen) van den tol tot wonende personen.
- De karren of wagens uitsluitend met asch, heideplaggen of heide-schalen, roet of mergel vervoerende of ledig zijnde die gaande halen, zullen in dit laatste geval, de tol voor de heenreize betaald, doch naderhand met die specie beladen terugkomende, teruggegeven worden mits de terugkomst plaats hebbe uiterlijk den volgende dag.
- De karren, wagens en dieren van landbouwers welke hunnen eigene geteelde voortbrengselen van veld, land of akkerbouw vervoeren van en brengen van hunne eigene of gehuurde gebouwen of gronden.
- De karren of wagens uitsluitend geladen met koren of meel naar en van de Molens gelegen in de gemeenten Stad en Ambt Ommen, Stad en Ambt Hardenbergh, zullende echter in dit geval de tol voor den heenreize doch naderhand met het meel terugkomende teruggegeven worden.
RijkB. Van 19 augustus 1842, nr. 57 zijn de tarieven verhoogd zoals dit ( ) is aangegeven.
Bron: Archief van Jan Lucas – map 1-285/286 # Vertaling: Miny Vroegindewey