In Ommen kun je kamperen

Vroeger was kamperen vaak kramperen. Tegenwoordig is bijna alles op een camping te vinden wat een vakantieverblijf heel prettig maakt.  “Ze staan huilend aan de poort als ze weer naar huis moeten”, liet ooit een campingeigenaar zich eens ontvallen.

1983. camping De Beerzerbulten.

Het ontstaan van kamperen in Ommen
Toen in het begin van de vorige eeuw voor het eerst een trein in Ommen stopte was dat ook gelijk de start van kamperen in Ommen. Ander vervoer als de trein was er bijna niet. Het was baron P.D. van Pallandt van Eerde die toentertijd de padvinderskampen naar Ommen haalde. De padvinderij kan beschouwd worden als de bakermat van het toerisme in Ommen. Daarnaast brachten in de dertiger jaren de jaarlijkse Sterkampen met Krishnamurti op de Besthmenerberg een grote toeristenstroom op gang. Dankzij Scouting Nederland is Ommen nog steeds een belangrijk nationaal en internationaal Scouting centrum. Toen baron van Pallandt eigenaar werd van het landgoed Eerde en Het Laar gaf hij meteen de padvinderij vrijelijk toegang. Op Landgoed Eerde sinds 1913 en op Gilwell Ada’s Hoeve aan de Zwolseweg sinds 1923. De prachtige, ongerepte en uitgestrekte bossen tussen Vecht en Regge bieden ideale kampeergelegenheid.

De Koeksenbelt
In 1918 vierden in Ommen de eerste kampeerders hun vakantie op het particuliere terrein van Jacob van der Boon aan de Zeesserweg. Van der Boon huurde hier een boerderij van baron van Pallandt. In 1941 werd de camping verplaatst naar de Zwolseweg en kreeg de naam “De Koeksebelt”. In Beerze begon in 1921 de familie De Roos met een camping, waar de campinggasten met hun zware spullen van station Mariënberg met paard en wagen werden opgehaald.

Ster in het Oosten
Op de Besthmenerberg was in de twintiger jaren van de vorige eeuw al sprake van een kampeercentrale, maar die werd opgeheven omdat de terreinen in handen van de Ster in het Oosten overgingen. Een zogeheten Biologenkamp werd enkele jaren gehouden vlak achter het vaste kamp van de Ster. In augustus 1925 werd voor door de beweging Ster in het Oosten voor het eerst een Sterkamp gehouden op de Besthmenerberg. In de bossen en op de heide wordt een nieuw geestelijk wereldcentrum gesticht.

Ommerland
In 1952 werd door Stork, Hoogovens, Werkspoor, AKZO en de Spoorwegen een stichting opgericht met de naam “Vakantievreugd”. Deze stichting liet het oog laten vallen op het natuurterrein rondom de Besthmenerberg om de werknemers van deze bedrijven in Ommen vakantie te laten vieren. Vakantievreugd wordt ook de naam van de camping, het tegenwoordige Ommerland.

Beerzer bulten
In Beerze startte in 1949 de Almelose bakker Gerrit-Jan Hagedoorn senior met camping onder de naam “De Beerzer Bulten”. Een gemaaid stukje weiland, een paar toiletten in een oude koeienstal en een bordje met ‘camping’ aan de kant van de Coevorderweg onder Stegeren was het begin van “De Kleine Wolf” in 1963 van boer Jacob Kat.

In 1968 doet boer Roelof Volkerink aan de Deventerweg 1 zijn vee aan de kant om een kampeerboerderij te beginnen onder de naam “Dennenoord”, tegenwoordig een jongerencamping.

Verdwenen campings
In Junne is in 1924 al sprake van een PIA-kamp (Praktisch-Idealisten-Associatie). Dit zomerkamp bevindt zich op een terrein aan de Vecht tussen Zeesse en Junne, de voorloper van het eerste Sterkamp. In 1940, nadat Jacob van der Boon verhuisd naar de Zwolseweg begint de nieuwe eigenaar van de boerderij aan de Zeesserweg, Hendrik Jan Lemmers, een camping met de naam “De Stekkenkamp”. Vooral in het begin komen er veel padvinders en jeugdgroepen naar deze camping aan de Vecht.

De magnifieke ligging aan de Vecht dicht bij de kom van Ommen is ook aanleiding voor de familie Stegeman om met camping “Twieg” aan de Zwolseweg van start te gaan. Eddy Timmerman aan de Larinksmars in Varsen bood in de zestiger jaren bij zijn boerderij overnachtingen aan vissers in de Vecht. Het was een begin van een camping, maar aan de camping kwam een eind door natuurontwikkelingen. Sinds 1 juli 2020 is hier nu een Koesafari met een restaurant gevestigd.

Bij het aanleggen van een viaduct over de Balkerweg ontstaat een uitgegraven waterplas. Aan deze plas opent in 1970 de familie Woldhek uit Emmen een recreatiepark met de naam “De Woldhek”. Het gaat om een 4000m2 grote speelvijver met zandstranden. Vlak daarnaast een speelplein met kiddy rides, lachspiegels, mini-karts, miniatuurkennis, enz. Daarbij ook voor dagtoeristen, het zogenaamd Oosters leven, ondergebracht in een overdekt zaaltje en te zien na inworp van een kwartje in een automaat.

Verdwenen zijn camping ‘De Jonge Butink’ aan de Lemelerweg van de familie Ekkelkamp, camping De Stekkenkamp en camping ‘De Woldhek’. Camping Twieg ging op in De Koeksenbelt en het Pia-kamp is het tegenwoordige Bospark Landgoed Junne.

Kamperen moet je leren
De plaatselijke VVV is erg actief in de promotie om kampeerders naar Ommen te trekken. Zo wordt in 1949 besloten om drie maanden lang op de stations Den Haag, Rotterdam, Amsterdam en Amersfoort een bord te laten aanbrengen met het opschrift: “Bezoekt Ommen”. Kamperen is een zeer belangrijke vorm van toerisme. Met de toenemende vrije tijd weet men ook Ommen al vroeg te vinden als een geliefde plek om vakantie te vieren. De neringdoenden waren blij met de komst van de vakantiegangers die toen met “Vreemden” werden aangeduid. Ze gebruikten de slogan: “Kom in drommen naar Ommen” om mensen naar de Vechtstad te trekken.

Maar is iedereen wel bekend met kamperen? Kennelijk niet, want op 12 juli 1948 wordt het nieuwe ANWB-buitencentrum “Anna’s Hoeve” aan de Zwolseweg geopend als ANWB-oefenkamp. Hier worden onder leiding van ervaren kampeerders de nieuwelingen op het buitenspoor de juiste sfeer en een goede stijl van kamperen geleerd.

Lemelerberg
Vakantievieren wordt steeds populairder, dus ook meer kampeerders in Ommen. Begrijpelijk, want deze gemeente is rijk aan natuurschoon. De Lemelerberg is omgeven door uitgestrekte natuurschoon. Aan de voet van die berg is het goed toeven. Een van de campings heeft een voor de hand liggende naam: “Bergzicht”. In 1946 gestart door H. Schutte Senior en later voortgezet door zoon Henk. Werden de vakantiegangers eerst nog ondergebracht in de boerderij, later wordt het kamperen commerciëler aangepakt. De komst van de vele “vreemden” in de zomer betekent ook dat het steeds moeilijker wordt om ze ergens onder te kunnen brengen. Het baart het gemeentebestuur grote zorgen om geschikte terreinen aan te wijzen voor recreatie, die het natuurschoon niet aantasten. Daarom heeft het heel wat voeten in de aarde voor men vergunning krijgt om een bungalowbedrijf of kampeercentrum te exploiteren. Dit merkt ook Derk Krul die zijn zinnen heeft gezet op een terrein aan de oostkant van de Lemelerberg. Maar in het voorjaar van 1960 is het eindelijk dan zover, dat hij zijn kampeercentrum “De Lemeleres” kan openen. Voorlopig alleen voor kampeerders en caravans. Het terrein met een oppervlakte van 3 ha en ligt te midden van de bossen slechts 200 meter van de provinciale weg Ommen-Lemele. Er kunnen ruim 400 personen kamperen.

Libra
In 1957 neemt Stichting Vakantievreugd – die sinds 1952 ook op de Besthmenerberg actief is – het theehuis Libra in Hoogengraven over van mevrouw M. de Bois. Er worden 15 nieuwe bungalows voor 6 personen gebouwd, evenals een oude noodkerk, die wordt ingericht voor eetzaal, plaats biedende aan 160 personen. Alle bungalows hebben elektrisch licht en waterleiding. In slechts enkele maanden is de uitbreiding en modernisering tot stand gekomen. Zo moest er onder meer anderhalve kilometer waterleiding gelegd worden. Dit alles was mogelijk doordat de firma Stork hiervoor een groot aantal leerlingen van de bedrijfsschool beschikbaar stelde. Ook voor vakantiegangers opent vakbond NVV in 1956 een eigen vakantieoord. Het is het oude huis “Henan” aan de Hammerweg dat voor dit doel geschikt gemaakt wordt en plaats biedt aan 70 vakantiegangers.

Uniek
Aan de Oude Hammerweg, gelegen aan de zuidkant van de spoorlijn Ommen-Zwolle wordt bungalowpark “Reggewold” uit de grond gestampt. In 1969 geeft Albert Vos aan architectenbureau Meijerink uit Zwolle opdracht een plan te maken voor de bouw van 100 zomerhuisjes. In hetzelfde jaar wordt het voormalig woonoord van de Ambonezen aan de Vilsterseweg ingericht als camping met de naam “Laarbrug”. Het echtpaar Henk en Lina Langezaal zijn op 10 oktober 1969 erfpachter geworden van de grond en eigenaar van de houten barakken waarop een bestemming ligt voor tachtig bungalows en een camping. De eerste jaren is de familie Langezaal druk met de bouw en de verkoop van de huisjes op het park dat toen nog de naam “Het Unieke Laarbos” droeg, maar later verbasterde de naam tot bungalowpark “Uniek”.

Sunclass
Aan de Stouweweg wordt camping “Calluna” geopend. Het gaat om 17 ha bos- en natuurgebied met zwembad, kleuterbad, wasserette en kantine. Later komen er vakantiebungalows bij die gebouwd worden door de firma Stok. Ook bungalowpark “Juniperus” aan de Emslandweg biedt met recreatiehuisjes mogelijkheden tot vakantieplezier. De mogelijkheid van vakantievieren in Ommen blijft zich uitbreiden. In 1974 worden de bossen aan de Hogeveldsweg aangewezen voor de bouw van recreatiewoningen van het type “Sunclass-Bungalow”. Op het terrein worden ook diverse recreatieve voorzieningen aangelegd zoals een verwarmd zwembad. De eerste jaren staat het park bekend als “Sunclass” en later als “’t Giethmenseveld”. In Stegeren worden een drietal vakantieparken gerealiseerd: “Buitenplaats De Hongerige Wolf”, “Résidence Belmonde” en “Buitenplaats De Berghorst”. In Lemele is het ‘Buitenplaats Berg en Bos” waar vakantie gevierd kan worden in luxe vakantiebungalowtjes.

Kamperen bij de boer
Terug naar het kamperen. Het fenomeen ´Kamperen bij de boer´dient zich aan. Ook in Ommen wordt het mogelijk om te knuffelen met dieren op de boerderij. Kamperen bij de boer is de ideale manier om in contact te komen met het agrarische leven. Kamperen bij de boer neemt jaarlijks toe in populariteit. Jaarlijks kiezen steeds meer kampeerders voor een authentieke ervaring op een kleinschalige camping, weg van de drukte en de massa.

Camperplaatsen
De animo om vakantie te vieren met een camper groeit. In Ommen mag op iedere plek waar volgens het bestemmingsplan een caravan mag staan ook gebruikt worden voor een camper. Dat zijn alle reguliere campings en alle kleinschalige campings bij de boer. Op dit moment kent de gemeente Ommen zo’n 25 reguliere campings (waarvan ongeveer 15 zich specifiek ook op campers richten), 5 kleinschalige campings bij de boer en twee overnachtingsplaatsen voor campers: De Stekkenkamp aan de Zeesserweg en de Steenanjer aan de Zwolseweg.

1965. Ansichtkaart met ´Groeten uit Ommen´

Tekst Harry Woertink / Foto’s collectie OudOmmen.nl

Plaats een reactie