Ommen in het oude Salland (2)

Er zijn gemeenten, welker bekendheid verre uitgaat boven hun werkelijke betekenis. Zo’n gemeente is in Overijssel: Ommen.

Drukte bij het postkantoor op het Sterkamp op de Besthmenerberg.

Het Sterkamp
Het is nog niet eens zoo heel lang geleden, dat men aan het Gare du Nord te Parijs, met hetzelfde genoegen, een kaartje naar Ommen kon nemen als naar Brussel of Amsterdam bijvoorbeeld, terwijl er toch wel enig verschil in importantie tussen de Belgische of Nederlandse hoofdstad, en het stadje, dat daar op het punt van samenvloeien van Vecht en Regge, in Salland ligt, bestaat. Ook al maakt het met z’n 18.000 hectare de grootste Overijsselse gemeente uit. Voor ’t feit dus, dat het met wereldsteden op één lijn werd gesteld, althans voor zover het de service aan Europese hoofdstations betreft, moet wel een bijzondere reden zijn geweest. Door deze te noemen raken we meteen de kern der zaak van Ommen’s vermaardheid: het Sterkamp!

Het jaarlijkse kamp van de Theosofische beweging, de orde der Ster van het Oosten, is het geweest, dat het stadje zijn wereldnaam gaf. Duizenden leden dezer beweging, meest alle buitenlanders, kwamen dan voor de „Sterweek” uit alle delen van de wereld naar het Overijsselse centrumpje toe, om er zich op te houden in de tentenstad van den heer A. F. Folkertsma, voor wat de huisvesting en het maatschappelijk leven aangaat, en verder om er zich te verkwikken en te verrijken aan het woord van hun leider Krishnamurti, en de natuurlijke verrukking van het landgoed Eerde, rond de Besthmenerberg.

Gouden dagen voor Ommen
Dat waren gouden dagen voor Ommen, die dagen van de Sterweken; wat zich laat denken, want voor een invasie van enige duizenden vreemdelingen is nogal wat nodig. De neringdoenden zullen het dan ook wel betreurd hebben, dat Krishnamurti enige jaren geleden besloten heeft, de organisatie van de beweging zodanig te wijzigen, dat de jaarlijkse samenkomsten niet uitsluitend meer te Ommen zouden worden gehouden. Doch zo goed als er toen teleurstelling moet zijn geweest om de veranderde situatie, evenzeer zal er thans weer vreugde zijn in hun hart wegens den terugkeer der orde-leden naar Eerde aanstaande zomer.

Vakantie
Met de schenking van zijn 132 hectare grote landgoed aan de beweging, heeft baron van Pallandt, in wiens familie het, evenals het eeuwenoude kasteel, sinds mensenheugenis is geweest, destijds wel zeer velen aan zich verplicht. Nadien is het weer aan hem teruggevallen, naar men weet. Echter, niet uitsluitend door Eerde en de Ster ontving Ommen zijn renommee.
En ook al staat het zo, dat we, ten einde de faam van het stadje te horen verkondigen, verder binnen de landsgrenzen kunnen blijven, daar zijn er dan ook velen, voor wie de naam alleen al de herinnering wakker roept aan kampvuren en stille zomernachten, aan wijde luchten en golvende roggevelden, aan bossen, vennen, heide en kronkelende riviertjes, alsmede aan de verrukkelijke panorama’s, genoten van de Lemeler- of Archemerberg. Het zijn meest jongelui, die hier bedoeld worden, en hun herinneringen betreffen de vakantiegenoegens, in Ommen beleefd.

Behoud Laarbos
Het Laarbos zou in de dertiger jaren van de vorige eeuw in handen komen van projectontwikkelaars. De toenmalige eigenaar Baron van Pallandt wenste het landgoed te verkopen. Gevolg zou geweest dat het bos zou worden omgehakt om plaats te maken voor villa’s. Gelukkig daarom, dat het zover niet is gekomen, en dat op het laatste ogenblik de schendende hand nog juist kon worden bedwongen. Op het laatste ogenblik: want reeds duidden de perceelpaaltjes de wijze van verkaveling aan, en prijkten de bomen met hun doodvonnis, in de vorm van nummerplaatjes, op de stam.
Doch in dit stadium heeft Ommen zelf ingegrepen. Onder aanvoering van zijn voortvarende burgemeester, de heer C. E. W. Nering Bögel, die zich met ere een kampioen onder de voorvechters voor het behoud van natuurschoon mag noemen, nam de gemeenteraad het wijze besluit, om het 56 hectare grote complex aan te kopen. De consequentie van deze decisie was, dat men diep in den buidel moest tasten, – en kom daar eens om in deze tijd, – maar ze schonk tevens de voldoening, dat hét eeuwenoude landgoed behouden bleef voor de gemeenschap, aan welke het nu, gerestaureerd, ter bezichtiging wordt gesteld. Bos, doorsneden door schilderachtige laantjes, weiden en kreupelhout, met hier en daar een dromerig-verzonken vijvertje, dennen en heide: dat is de charme van het nieuwe gemeentelijke bezit. Het is nochtans een specimen van het rijkgeschakeerde land om de stadskern, zoals dit zijn voortzetting en afronding vindt in het frisse Vecht- en Reggegebied, de bekoorlijke glooiing van de esgronden, het lage land in het noorden, en de landgoederen van de families van Pallandt te Eerde, baron Bentinck tot Buckhorst te Junne, jhr. v. d. Wijck te Archem, Pathuis Cremers te Vilsteren, en tezamen de 23 buurtschappen vormt, die de gemeente omvat.

Tot zover deel 2, geschreven in 1936. Deel 1 “Ommen in het oude Salland (1)” is met een klik hier (terug) te lezen:

1936. Bruggetje nabij de Reggemars in Het Laar.

Tekst: Harry Woertink – Foto’s: OudOmmen.nl

Plaats een reactie