Ommen bestond reeds in vóórhistorische tijden. Al in het jaar 1133 wordt het genoemd: Umme.

De brug over de Vecht met voor het terras van hotel De Zon en achter het gemeentehuis.
Ontstaan
“Verondersteld wordt dat de naam Ommen is ontstaan uit Otto. Althans neemt men aan, dat het zó is: Otto, Ottoheim, Otmewen, Ommen. Otto zou dan geweest zijn Otto I van Utrecht, die ter plaatse van het tegenwoordige Ommen een „Hof” of een „Heim” bezat. Er zijn over de naamsafleiding ook andere veronderstellingen geuit, maar met zekerheid is er niets van te zeggen. Vast staat wel dat bisschop Otto III van Utrecht in 1248 aan Ommen het stadsrecht gaf. Vertaald uit het Latijn luidt het begin van de stadsbrief als volgt: „Otto, door de genade Gods Bisschop van Utrecht. Aan allen die dit zullen lezen, maken wij bekend, dat wij aan alle tegenwoordige en toekomstige inwoners van onze stad Ommen goedgunstig dezelfde vrijheid hebben verleend als de inwoners van onze steden Deventer, Zwolle en Kampen van ons genieten en van onze voorgangers gewoon waren te ondervinden, tot welzijn en nut van onze Utrechtse kerk tot heil van onze gelovigen; en wij bepalen dat de stad Ommen zelf vrij zal zijn”.
Dit verhaal is opgetekend in het in 1960 verschenen tijdschrift “Ons eigen land” een maandblad voor het toerisme in Noord- en Oost-Nederland. Het blad vervolgt: “Nadat Ommen aldus tot stad was verheven, bouwde men om „het stedeken” muren en groef men er grachten om. Ze brachten echter niet de veiligheid en de rust, welke de door wallen en grachten beschermde burgers zich dachten. In 1330 werd Ommen door brand verwoest en werden alle vesten en muren door de vijand met de grond gelijkgemaakt. Het zou jaren en jaren duren eer de schade was hersteld. In het jaar 1518 werden de wallen op last van Filips van Bourgondiën, de toenmalige bisschop van Utrecht, definitief geslecht. Ommen is dikwijls het toneel van krijgshandelingen geweest. In 1522 verbrandde hertog Karel van Gelre de stad. In 1568 legerde hertog Alva zich binnen Ommen met zijn Spaanse en Italiaanse legerscharen. Verschrikkelijk was de overlast welke de burgers van de manschappen ondervonden. Alva nam er met de grootprior van Kastiliën deel aan de mis, welke in de, nu hervormde, kerk werd opgedragen. In 1592 sloeg prins Maurits zijn legertenten in Ommen op, maar reeds in 1594 had hij het veld geruimd voor het Spaanse krijgsvolk, dat er plunderend en brandschattend vertoefde. Maar uiteindelijk verjaagde Maurits de hele troep en was Overijsel in 1597 vrij van Spanjaarden.
Belangrijk verkeersknooppunt
Ommen is vijftien meter boven N.A.P. gelegen. Vandaar dat oude volksstammen er zich reeds voor eeuwen konden neerzetten en er hun bestaan in jacht en visserij vonden. De Vecht, waaraan Ommen is gelegen, bevatte de vis. De uitgestrekte wouden herbergden de dieren, waarvan het vlees als voedsel, de huid als kleding en de beenderen als gereedschap de mens zeer goed van pas kwamen. Ommen was in die tijden bijna de enigste toegangspoort naar het noorden. Tot ver in de vorige eeuw was dit nog zo. Nu zijn de veengronden ontgonnen en geven goede wegen tal van verbindingen met Drenthe en Friesland. Oudtijds was Ommen een belangrijk verkeersknooppunt. Van west naar oost liep de oude Hessenweg naar Hannover, welke de Romeinen al gebruikten als grote heerweg voor hun legerscharen. De Vecht was vanuit Duitsland met platboomde schepen, de zogenaamde zompen, goed bevaarbaar, zodat ter plaatse van het huidige Ommen al vroeg veel handel en vertier ontstond.
Vier kerkgenootschappen
Rond 800 werd er door medewerkers van Lebuënus het christendom gebracht, het katholicisme. Tot in het laatst der zestiende eeuw is het in Ommen zo gebleven. Toen echter is de reformatie ook in Ommen doorgedrongen. De katholieken moesten zich terugtrekken in het naburige dorp Vilsteren, gemeente Ommen, dat tot op deze dag nog voor honderd procent katholiek is. In Ommen zijn, na veel strijd, thans vier kerkgenootschappen vertegenwoordigd. In 1923 werden Stad- en Ambt-Ommen verenigd tot de gemeente Ommen. Ze telt nu 11.000 zielen.
Onvolprezen vakantieoord
Het is een agrarische gemeente. Fabrieken ziet men er niet, zodat de vreemdeling er des zomers ongestoord zijn vakantie kan doorbrengen. Ommen is een onvolprezen vakantieoord. Waar Vecht en Regge elkaar ontmoeten is het natuurschoon van Overijsel het mooist. Een ideale streek om eens echt uit te rusten en te bekomen van de dagelijkse beslommeringen. In Ommen bieden goede hotels en pensions volledige verzorging. Voor kampeerders is er volop gelegenheid hun tenten op te slaan. Naar alle windstreken kan men er wandel- en fietstochten maken en steeds weer zal het natuurschoon de bezoeker in verrukking brengen. Wie Ommen bezoekt bezoekt allereerst het gemeentelijk landgoed „Het Laar.” Een wandeling voert door schilderachtige laantjes naar dromerige vijvertjes, die als juweeltjes tussen het groen liggen. Statig liggen het kreupelhout, de weiden en dennenbossen tegen het heideveld, waar zeldzame planten het oog treffen en wild wegstuift voor de voet van de wandelaar die loopt te dromen in het oeroude landschap.”
Tekst: Harry Woertink – Foto: OudOmmen.nl
Met dank voor deze vogelvlucht door de eeuwenlange geschiedenis van de stad Ommen. Zou het voor Oud-Ommen ook niet eens een toegevoegde waarde zijn aandacht te wijden aan de diverse markes die ooit het bestuur van de buurtschappen bepaalden. Ik denk dan b.v. aan onder andere Arrien, Junne en Varsen.
LikeLike