Nergens ter wereld stonden zoveel windmolens bij elkaar als in de Zaanstreek.

Een nostalgisch plaatje van het zagen van een boom. In werkelijkheid was het bikkelen voor de houtzager.
Het begin
Van 1600 tot 1900 werden er zo’n elfhonderd windmolens gebouwd. Op het hoogtepunt van de industriële molennijverheid hebber er meer dan 200 houtzaagmolens in de Zaanstreek gestaan. Het begon in 1593, toen bouwde Cornelis Corneliszoon van Uitgeest een zaagmolentje dat was voorzien van een krukas die een raam met zagen op en neer kon bewegen. Zo kon hij boomstammen tot plankenzagen.
Personeel houtzaagmolen
Als de omstandigheden gunstig waren en er hard werd doorgewerkt konden zo’n twintig stammen per dag verzaagd worden. Het personeel van een houtzaagmolen bestond gemiddeld uit 5 man: meesterknecht, middelknecht, ondermiddelknecht, bovenjongen en kotjongen. Hun werktijd duurde in de zomer van ’s morgens 6 tot ’s avonds 8 uur of, als de wind goed waaide, tot 10 uur ’s avonds. In de winter duurde de arbeidsdag van licht tot donker. De winter was voor de houtzagers de zwaarste tijd. Soms zal alles onder de sneeuw, waren balken vastgevroren in het water en was het bij en in de molen koud en tochtig. Er werd doorgewerkt met harde wind, negen en hagel of sneeuw. Ondanks natte kleren en verkleumde ledenmaten ging het werk altijd door.
Het loon was karig, het weekloon was 8 of 9 gulden. Daarnaast had men wat extra verdiensten in de vorm van brandhout en in november een hoeveelheid vlees ’slacht’. Een andere traditie was dat de baas met luilak trakteerde op warme bollen en met kerst op duivekaters.
Zagen vijlen
Bij de meeste houtzaagmolens stond een hut met kachel om thee en koffie te etten. Het middageten werd dan door de kotjongens van de huizen van de werklieden opgehaald. Dit ‘middagprikkie’ werd gehaald in een pannetje dat was ingepakt met wollen doeken om het eten warm te houden.
Een windstille dag werd benut om allerlei ander werk te verrichten. Om de molenschuur te teren bijvoorbeeld of de bot geworden zagen te vijlen. Dat vijlen maakte een vreselijk geluid…

Tekst en foto’s: Harry Woertink