De fijnste boter en de dikste eieren koop je op de Ommer boter- en eiermarkt

Boter, kaas en eieren. Zo maar enkele agrarische (zuivel)producten.

1935. De boter- en eiermarkt op het Kerkplein op een dinsdagmorgen.

Vroeger toen er nog geen melkfabrieken waren maakten de boeren zelf boter en brachten die aan de man of vrouw op de wekelijks warenmarkt.

Overkapping
Ook eieren werden dinsdags op de markt verhandeld. Ommen kreeg in 1903 een speciale boter- en eiermarkt op het Kerkplein. Het aantal aangevoerde eieren nam vanaf dat moment enorm toe. In dat jaar werden 32.000 stuks eieren op de markt aangevoerd. Een jaar later was dat opgelopen tot 182.000. Weer een jaar later werden 500.000 eieren verhandeld op de Ommer markt. In de eerste jaren was de aanvoer zelfs zo groot dat een overdekte eier- en botermarkt noodzakelijk geacht werd. De houtenoverkapping kwam er in 1906.

“Boter- en eiermarkt wordt gehouden van 9 tot 11 uur” prijkte als tekst op een bord aan de voorkant van de overkapping. “De fijnste botter koop ie hier. Ze smelt oe op de lippen. En aj van dikke eiers hold, vroag dan van zwarte kippen”, luidde de reclame.

Boter
De aanvoer van boter ging in de eerste jaren van 1900 aanvankelijk heel goed. Zij liep op van 9.200 kg in 1903 tot 100.000 kg in 1911. De boeren verwerkten hun melk zelf tot boter met behulp van een handkarn of een rosmolen. De kwaliteit van deze boter verschilde nogal per boer. De kunst van het boterkarnen werd in de kringen van de kleine boeren niet te best verstaan, oordeelde de Staatscommissie voor de Landbouw in 1912. Het gevolg was dat vooral gedurende de heetste zomermaanden en de koude wintermaanden menig karnsel geheel of gedeeltelijk mislukte. Ook de kwaliteit van de boter bleek middelmatig. Men moest toe naar productie van boter in aparte fabrieksgebouwen. Een dergelijk particulier boterfabriekje was er al rond de eeuwwisseling in Ommen met de stoomzuivelfabriek van J.G. Kramer in 1897 aan de Hammerweg. Op 14 april 1910 werd de Vereniging tot Exploitatie van de Stoomzuivelfabriek De Vechtstreek opgericht. De fabriek startte met een indrukwekkend aantal van 241 leden. Dat leek veel maar was relatief omdat de leden gemiddeld niet meer dan twee koeien per bedrijf in hun bezit hadden. De productie vond plaats in de aangekochte stoomzuivelfabriek van Kramer. Zo werd de particulier opgezette fabriek een coöperatieve onderneming. Dat scheelde direct weer een concurrent. Het ging vervolgens bergafwaarts met de aanvoer van boter op de botermarkt. De melk werd niet meer op de boerderij verwerkt maar in de fabriek.

Eieren
De aanvoer van eieren kende tot aan de oorlog een betere aanvoer dan de boter vooral ook omdat andere afzetkanalen voor eieren bijna ontbraken. Ver voor aanvang van de markt arriveerde boeren, boerinnen of hun kinderen met volle manden of kisten met eieren. Als om 9 uur het sein klonk van de marktmeester was er een levendige handel en geroezemoes van bieden van eieren. Eieren belandden van de ene mand in de andere en gingen vervolgens mee naar huis, naar de winkel voor de losse verkoop of werden gebruikt voor productie in de bakkerij.

Eierhal
Omdat de handel in eieren goed ging werd in 1940 werd een nieuwe stenen eierhal gebouwd aan de Varsenerstraat, de tegenwoordige Varsenerpoort. Echter, de Tweede Wereldoorlog maakte een abrupt einde aan de handel in eieren. Alle producten kwamen op de bon. De eierhal werd tijdens de oorlogsjaren gebruik als distributiekantoor. Na de oorlog deed de eierhal dienst als gymnastieklokaal voor de leerlingen van de scholen in Ommen. Ook gymnastiekverenigingen en judoclubs maakten er gebruik van. Er was niet meer dan een kleedruimte, een waterkraantje en een kleine ruimte met belijning, klimrekken en materiaal voor gymnastieklessen en niet te vergeten een grote kachel met als schoonmaakster mevrouw Jenne Klomp, die aan de overkant woonde. De latere gymzaal had ook meer deuren en ramen dan voor het sporten noodzakelijk waren. De benaming “Eierhal” bleef in stand tot de afbraak in 1977. In 1978 verrees op de plek een groot winkelcomplex met woonappartementen. Tegenwoordig het pand van Blokker.

De in 1940 gebouwde ‘Eierhal’ op de hoek Gasthuisstraat/Varsenerstraat. In 1977 afgebroken, nu Blokker. Ernaast de Apotheek, later modewinkel en nu restaurant met de Middenstraat en dan de bakkerij van bakker Makkinga (afgebroken, nu Scapino). Rechts woonde de familie Klomp.

Tekst: Harry Woertink – Foto’s: collectie OudOmmen.nl

Plaats een reactie