Er komt geen kapvergunning voor de eik bij molen Den Oord.

Molen Den Oord tussen de bomen met geheel rechts de bewuste eik.
De rechtbank Zwolle komt daarmee tegemoet aan het bezwaar van de Bomenstichting uit Arnhem. Die stelde dat de kapvergunning onzorgvuldig is voorbereid en niet voldoende is gemotiveerd, waar het de mate van invloed van het bouwplan op de windvang voor de molen betreft.
Windvang
Om de molen weer zaagvaardig te kunnen maken en daardoor een grotere windvang nodig is, heeft de stichting Ommer Molens de gemeente Ommen gevraagd om de boom dichtbij de molen te kappen. Ook komt de aanvraag voor de kapvergunning voort uit een bouwplan voor de bouw van een woon- of appartementencomplex aan de Burggraven/Brugstraat.Molenbiotoop
De locatie voor het bouwplan ligt binnen de molenbiotoop. De afstand van de molen tot de bouwlocatie is 95 meter. De toegestane hoogte van het nieuwe complex is, in afwijking van de regels van het bestemmingsplan, 13 meter. Door realisatie van het bouwplan zal de windvang van de molen naar verwachting afnemen. Echter, een uitgevoerd onderzoek naar de gevolgen van de windvang is onvoldoende in kaart gebracht. De rechtbank oordeelt dan ook dat de gemeente eerst met een betere motivatie moet komen om de eik te kunnen kappen. Hiervoor zal een nieuwe procedure gestart moeten worden.
Nationaal monumentale boom
Volgens de Bomenstichting heeft de gemeente het verlenen van een kapvergunning niet zorgvuldig voorbereid en is de aanvraag niet deugdelijk gemotiveerd. De gemeente zou ten onrechte de bewuste eik gekwalificeerd hebben als een ‘beeldbepalende boom’. Die waardering berust op een verouderde lijst en puntenwaardering. Hier zou sprake zijn van een ‘nationaal monumentale boom’.
Molenstichting
De rechtbank is van oordeel dat aanvullend onderzoek noodzakelijk is waarbij de exacte gevolgen van het bouwplan voor de windvang van de molen in kaart worden gebracht. De rechtbank acht het in dit verband noodzakelijk dat bij dat nadere onderzoek wordt betrokken de functie van de molen (in de toekomst), de frequentie en de mate van intensiviteit van het gebruik van de molen (als zaagmolen) in de toekomst en de vraag of regelmatige snoei en uitdunning van (de kroon van) de eik mogelijk voldoende soelaas zou kunnen bieden om, tot op zekere hoogte, tegemoet te komen aan de wens van molenstichting.
Omdat het beroep gegrond is, krijgt de Bomenstichting een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. De gemeente moet die vergoeding betalen. Het gaat om een bedrag van € 1.739,04. De gemeente kan nog binnen zes weken in hoger beroep bij de Raad van State.
Klik op deze link over een discussie over de windvang van molen Den Oord
Tekst: Harry Woertink – Foto: collectie OudOmmen.nl