Op het terrein van camping Ommerland (voorheen camping De Besthmenerberg, genoemd naar de berg waarop de camping is gelegen) waren voor de oorlog bijzondere ‘Sterkampen’ van Krishnamurti.

Foto: Post-office (Postkantoor) op de Besthmenerberg ten tijde van de Sterkampen.
Duizenden mensen van over de hele wereld reisden voor de Sterkampen naar Ommen af. Een zwarte bladzijde in de geschiedenis is de periode van de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) als op de Besthmenerberg concentratiekamp Kamp Erika is gevestigd, waar Nederlandse bewakers de dienst uitmaakten.
Na de oorlog vestigde zich hier een camping waar het prima toeven is. Het is dit jaar exact 70 jaar geleden dat voor het eerst op de Besthmenerberg werd gekampeerd onder de naam ‘Stichting Vakantievreugd’.Van Pallandt
Voor de geschiedenis van de Besthmenerberg, de komst van Krishnamurti en de padvinderij kunnen we niet om baron van Pallandt heen. Krishnamurti’s Sterkampen zijn ooit naar Nederland gehaald door Philip Dirk baron van Pallandt. Opgegroeid op het landgoed Duinrell in Wassenaar erfde Philip Dirk van Pallandt (1889-1979) als 23-jarige het bezit van zijn oom Rudolf Theodorus van Pallandt, lid van de Provinciale Staten van Overijssel en van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, die in 1913 ongehuwd en kinderloos overleed. Tot de nalatenschap behoorden diverse landgoederen. Bijna driekwart van de gronden gelegen tussen de Regge en de Vecht behoorde tot Van Pallandt. Onder andere ook de huidige boswachterij Ommen en het landgoed Het Laar. Vanaf het begin stond bij van Pallandt vast om zijn landgoed een andere bestemming te geven. Zijn contacten met de Theosofische Vereniging leidden tot de oprichting van een Pythagorasschool in Huize Henan aan de Hammerweg en een gedeelte in Huize Het Laar. Philip Dirk Baron van Pallandt van Eerde stelde zijn grondbezit ook open voor de Padvinderij. Op Eerde kwamen kampeerterreinen en een trainingscentrum voor Scouting Nederland, genaamd Gilwelll Ada’s Hoeve aan de aan de Zwolseweg. Ook kampeerden vanaf 1919 leden van de Praktisch Idealisten Associatie (PIA) op een terrein aan de Vecht tussen Zeesse en Junne.
Ster in het Oosten
Philip Dirk van Pallandt was een sociaal bewogen mens die zich sterk betrokken voelde bij maatschappelijke vernieuwing en geestelijke ontwikkeling. Al vroeg had hij belangstelling voor het werk van Baden-Powell en zijn padvindersbeweging en hij verdiepte zich tevens in de theosofie. In 1921 bracht Krishnamurti op uitnodiging van Van Pallandt een bezoek aan het landgoed Eerde. Bij deze gelegenheid bood Van Pallandt hem het landgoed aan. Na aarzelen besloot Krishnamurti (die geen persoonlijke eigendommen wilde hebben) op het aanbod in te gaan met dien verstande dat de bezittingen ondergebracht werden in de “Eerde Stichting”. Van Pallandt was inmiddels toegetreden tot de Theosofische Vereniging en de Orde van de Ster van het Oosten. Met de komst van Jiddu Krishnamurti (1895-1986) werd wereldgeschiedenis geschreven. In 1923 werd door baron van Pallandt het kasteel met de bijbehorende bossen, heide en akkers overgedragen aan de Orde van de Ster in het Oosten met Krishnamurti als voorzitter van de in het leven geroepen Eerde Stichting. Hierdoor werd Ommen op de spirituele wereldkaart gezet.
Om organisatorische redenen was het nog niet mogelijk om het congres van 1924 in Ommen te houden. Daarom werd uitgeweken naar Arnhem, maar na afloop werd evenwel een driedaags tentenkamp op Ommer grondgebied georganiseerd, het eerste Sterkamp. Die werd gehouden op het zogeheten Piakamp van de eerdergenoemde Praktisch Idealisten Associatie, gelegen aan de noordkant van de huidige Beerzerweg, tussen Zeesse en Junne dicht bij de rivier de Vecht.
Edith-stichting
De Orde van de Ster hield zich behalve het organiseren van de jaarlijkse Sterkampen ook met andere zaken bezig. Daarbij werd samengewerkt met de stichting “Ons Huis” later gewijzigd in Edith-stichting, genoemd naar Van Pallandt’s moeder. De stichting richtte zich op projecten voor de bevolking in Ommen. Als eerste was dat de oprichting van de Edithschool aan de Koesteeg 1, een kleuterschool voor Montessori-onderwijs met een woonhuis voor de leerkracht en een badhuis voor de Ommer bevolking. Met de bouw van tien rietgedekte woningen aan het Edith-Hof, toen bestemd voor gezinnen met lage inkomens zorgde Van Pallandt voor de eerste sociale woningbouw in Ommen. Het Edithhof en de Edithschool waren een vertaling van de ideeën uit de Sterwereld naar de Ommer situatie.
Sterkampen
In augustus 1925 werd voor het eerst een Sterkamp gehouden op de Besthmenerberg. In de bossen en op de heide werd het nieuw geestelijk wereldcentrum gesticht compleet met kampeerterrein, een winkel, een postkantoor, een bank, een kantine, een conferentiecentrum, radiofaciliteiten en nog veel meer om een comfortabel verblijf van enkele weken mogelijk te maken. De meeste bouwwerken waren in hout uitgevoerd. Ook werd een klein Amfitheater aangelegd voor de dagelijkse kampvuren. De Sterkampen waren goed voor duizenden bezoekers vanuit de hele wereld. Ze werden met speciale treinen naar Ommen vervoerd en afgezet aan de rand van het kamp. Direct na het Sterkamp van 1925 is ook het kasteel Eerde met bijgebouwen aangepast als administratie van de Orde met woongelegenheid voor de functionarissen.
Bezit weer terug
Op 3 augustus 1929 hield Krishnamurti op Eerde een belangrijke redevoering waarin hij afstand nam van de verwachting dat hij de nieuwe wereldleraar zou worden. Met deze toespraak bedankte hij ook voor het lidmaatschap van de Internationale Theosofische Vereniging. In vele landen bleven na de opheffing nog kantoren van de zogenaamde Star Publishing Trust bestaan, die voor de verbreding van Krishnamurti’s denkbeelden ijverden.
Van Pallandt trouwde in 1928 met Willy Voorwijk. Krishnamurti had toen al voorgesteld om het bezit van Eerde aan hem terug te geven. In 1931 ging het kasteel en het landgoed bij notariële akte aan Van Pallandt terug. Hij vergoedde de verbouwingen die op het kasteel waren doorgevoerd. Al snel had Van Pallandt een nieuwe bestemming voor het kasteel. Hij verhuurde het kasteel aan het Internationaal Genootschap der Vrienden, de Quakers. De bossen tussen de weg Ommen-Den Ham en de spoorlijn werden verkocht aan Staatsbosbeheer. De gemeente Ommen werd in 1932 eigenaar van Huize Het Laar en het Laarbos. Bezittingen buiten de landgoederen zoals de Koeksebelt aan de Zwolseweg, Stekkenkamp aan de Zeesserweg, Huize Hei en Dennen en Huize Henan aan de Hammerweg werden eveneens afgestoten.
Kamp Erika 1940-1945
In augustus 1939 vond in Ommen het vijftiende en tevens laatste Sterkamp plaats. In 1940 werd wegens de oorlogsdreiging de bijeenkomst uitgesteld. Na de inval van de Duitsers ontkwam het Sterkamp niet aan een opheffing. Het kamp met huisjes, barakken, keukens en magazijnen midden in de bossen werd compleet overgedragen aan kampcommandant Werner Schwier. Kamp Erika deed vanaf 1941 dienst als gevangenenkamp voor gearresteerde Nederlanders. De gevangenen waren veelal zwarthandelaren en illegale slachters. De bewakers waren voornamelijk Amsterdamse werklozen, aangevuld met SS’ers die in Ommen een opleiding kregen tot kampbewaker. Mede door de afgelegen ligging van het kamp konden de bewakers ongehinderd hun gang gaan. Dwangarbeid, ziektes, ondervoeding, mishandeling en moord kostten veel levens. Vanaf mei 1943 werd Erika een opvoedingskamp, een Arbeitseinsatzlager voor landlopers en bedelaars, maar ook voor mensen die zich hadden onttrokken aan de arbeidsplicht in Duitsland. De bewakers traden nu iets minder hard op, hoewel er nog steeds werd geslagen en geschopt. Na de oorlog heeft Erica (toen geschreven met een c) dienstgedaan als bewaringskamp voor gearresteerde Nederlanders. Op 31 december 1946 werd het kamp gesloten.
Kamp en conferentieoord De Besthmenerberg
In 1948 wordt het 140 hectare bosgebied aangekocht door de Staat van de Stichting Eerde. Na de Tweede Wereldoorlog kwam al gauw de vraag wat er met het prachtige stuk natuur op de Besthmenerberg zou gaan gebeuren. De Vrije Jeugdvorming, die ook tijdens de bezettingsjaren was stopgezet, had dringend behoefte aan recreatieterrein. Vele jeugdherbergen en kamphuizen van jeugdorganisaties werden in de oorlogsjaren vernield. Er was ruimte nodig voor het buitenleven. Een groot aantal bij de Nederlandse Jeugd Gemeenschap aangesloten jeugdorganisaties kwamen met plannen om van het voormalige „Sterkamp” een groot kamp en conferentieoord te maken. Dit kwam er ook onder auspiciën van de Stichting „Jeugdkampen”. Vanaf toen werd het Kamp en conferentieoord De Besthmenerberg.
Openluchttheater
De grote centrale kampvuurplaats werd vervangen door een prachtig openluchttheater, dat aan 5000 jonge mensen plaats biedt. Het werd in snel tempo en met gebruikmaking van grote graafmachines gebouwd. Pinksteren 1948 werd door de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale (VCJC) voor het eerst gebruik gemaakt van kamp en theater met bijna 4500 kampdeelnemers. Pinkster ’48 heette het evenement. De Nederlandse Spoorwegen had de stopplaats aan de spoorlijn die vlak langs het kampterrein liep hersteld, zodat voor bijzondere gebeurtenissen de treinen konden stoppen. De belangstelling, zowel voor het kamp als voor het theater, was in het begin zeer groot. Honderden jongens en meisjes sloegen de tenten op. Ook buitenlandse gasten kwamen er. Een studentenkamp met 50 Amerikaanse deelnemers kon verwelkomd worden. Ook was er een kamp van „Internationaal Jeugdverkeer”. De Besthmenerberg was voor duizenden jongeren een ideaal kampverblijf met prachtige mogelijkheden zoals sport- en speelterreinen. Er waren „bivakkampen” met plek voor enkele honderden deelnemers. Ook werd een groot kinderkamp van het „Hoogovenbedrijf” met 1.800 deelnemers georganiseerd en een serie kampen met buitenlandse studenten, kwekelingen groepen en ook nog een internationaal Padvinderskamp. Het grote openluchttheater deed daarbij belangrijke diensten.
Na Pinkster ’48 was Pinkster ’53 de volgende grote conferentie van de VCJC met bijna 2500 deelnemers en een heel warm weekeind. Tientallen bussen uit het gehele land brachten de conferentiegangers naar Ommen. De NS had iemand met een rode vlag gestuurd om de speciale Pinkstertrein te laten stoppen bij het stationnetje van de Besthmenerberg. In het openluchttheater werden de bijeenkomsten gehouden. De VPRO was er met een radiowagen om reportages te maken. De VCJC hield voor het laatst een Pinkster Conferentie in 1958. In het theater werd het spel ‘In kracht van gewijsde opgevoerd’.
Vakantievreugd
Het campingterrein werd na de Jeugdkampen vervolgens door de Staat in erfpacht uitgegeven aan de stichting Vakantievreugd, die opende de camping op 11 juli 1953, nadat ook het openluchttheater opgeknapt was. Grote industrieën kwamen op de gedachte om voor hun werknemers een mooie en goedkope vakantie te regelen, die bij wijze van spreken op eigen kantoor geregeld kon worden. In 1952 was hiervoor door Stork, Hoogovens, Werkspoor, AKZO en de Spoorwegen al een stichting opgericht met de naam “Vakantievreugd”.
De eerste gasten op de camping waren medewerkers van de grote Nederlandse bedrijven die ook de stichting Vakantievreugd hadden opgericht om hun medewerkers tijdens vakanties te laten genieten van de rust, ruimte en natuur. Het overige natuurgebied kwam bij Staatsbosbeheer.
Stichting Vakantievreugd zag het initiatief voor een vakantiecentrum alras beloond door veel animo. Ook andere industrieën toonden belangstelling sloten zich aan bij de stichting. Het aantal bedrijven is door de jaren heen uitgebreid met IJsselmij Zwolle, Gist Brocades, SVB, van Gend & Loos, NZH, VEONN, Connexion en Strukton. De beginjaren was het vakantievieren op de Besthmenerberg in houten gebouwen die er al stonden. Later kwamen daar grote tenten bij. De houten gebouwen van toen zijn in de loop der jaren vervangen door comfortabele stenen vakantiebungalows en op de velden kwamen steeds meer caravans en tenten te staan.
Padvinderij
De Besthmenerberg heeft een aantal keren onderdak geboden aan de “Scout-In”, een weekend dat Scouting Nederland om de twee jaar in september organiseert voor alle vrijwilligers van 17 jaar en ouder. Van 1974 tot en met 1987 werd voor de Besthmenerberg gekozen omdat het eigen buitencentrum Gilwell Ada’s Hoeve niet groot genoeg was en geen openluchttheater had dat groot genoeg was om meer dan 5000 deelnemers op één plek bij elkaar te brengen. In 1987 werd een speciale halte gemaakt langs het spoor om deelnemers per trein af te leveren. Het vervoer werd gedaan met dubbeldekkers die hiermee hun primeur hadden op het spoor langs Ommen. In 1966 vierde de Nederlandse Padvindster Gilde (NPG) de 10e Jubeldag op de Besthmenerberg gevierd met 7000 padvindsters. Deze werd bezocht door Olave Baden-Powell, Koningin Juliana en Gidsen en Padvindsters uit verschillende landen. Als ‘Jubel’-goede daad werd een geldbedrag bijeen gebracht. Honderden kindertehuizen, kinderziekenhuizen en dergelijke in alle provincies kregen een groot bedrag om de jeugdbibliotheek aan te vullen.
Herdenkingsmonument
Alle houten barakken uit de periode van het gevangenkamp zijn verdwenen. Nieuwe comfortabele accommodaties hebben het terrein ingenomen om vakantieplezier te bieden. Aan het begin van de toegangsweg naar het voormalige kamp Erika (aan de kant van de Hammerweg) staat een herdenkingsmonument. Dit monument herinnert niet alleen kamp Erika, maar ook het interneringskamp uit 1946. Verder is er een beeltenis van Krishnamurti om ook die geschiedenis niet te vergeten.
Waar in de periode van kamp Erika zich de (oefen)schietbaan bevond is een grote veldkei geplaatst als herinnering van de hier vermoorde verzetshelden Jaap Musch, Jan van Putten en Derk Webbink. Alle drie zijn in de Tweede Wereldoorlog op de schietbaan van Kamp Erika geëxecuteerd.
Brandtoren
Op de top van de Besthmenerberg staat een hoge stalen uitzichttoren. Eerder stond op deze plek een houten brandtoren, die zomers als het erg droog was bemand werd door iemand van de bosbrandweer om in de omgeving met verrekijker sporen van brand te ontdekken. Was er alarm dan moest de dienstdoende zich met spoed verplaatsen naar de dichtstbijzijnde telefoon in de buurt om de brandweer te bellen want in de toren zelf was geen telefoon. Behalve een magistraal uitzicht over de bossen doet de uitkijktoren nu ook dienst als antenne voor het mobiele telefoonverkeer.
Bostheater
Het grote openluchttheater op de Besthmenerberg lag er ooit vervallen bij. De toenmalige burgemeester van Ommen, Arend ten Oever, zette zich in om het openluchttheater weer nieuw leven in te blazen. Hiervoor werd in 2009 de stichting Bostheater opgericht.
Ommerland
In 2008 komt een einde aan de naam Vakantievreugd. Het vakantiepark dat op haar 85 hectare grote terrein naast gewone kampeervelden ook bungalows en glamping lodges biedt om te overnachten komt in andere handen en wordt camping de Besthmenerberg. In 2020 is gekozen voor een nieuwe naam voor het vakantiepark: Ommerland. Daarmee is zowel de verbinding met Ommen gelegd, als met de grote uitgestrekte camping en de natuur.

Foto: Cantine van Camping Vakantievreugd (in de begin jaren)
Tekst: Harry Woertink – Foto’s: collectie OudOmmen.nl
Ben van 1950 tot 1960 op de Besthemerberg geweest. 10 fantastische jaren gehad. Was een groot feest.
LikeLike