We gaan even voor 80 jaar terug in de tijd om te lezen hoe toen over Ommen werd geschreven.

1936. De nieuwe weg (Julianastraat) die de Vechtbrug verbindt met de weg naar Balkbrug
Aan de noordkant van de Vecht, ongeveer vijf uren ten Oosten van Zwolle, ligt het stadje Ommen. Het is een der kleine steden van het voormalig kwartier Salland, thans het arrondissement Zwolle. Het plaatsje Ommen is gebouwd op een grotendeels uit geel of rood zand bestaande grond, waarvan de oppervlakte met een vettere, zwartere aarde is bedekt en die zich naar de kant van het Noorden van het Bouweinde langzamerhand verheft tot bij de in omstreeks 1875 aangelegde begraafplaats (thans het oude kerkhof).
Burggraven
De kerk en de pastorie of, zoals deze gebouwen vroeger ten plattelande genoemd werden “De Wheeme”, staan ook iets hoger, dan de naburige gebouwen.
Van de oude stadssingel of grachten was tot voor enige jaren niet veel meer over dan de zogenoemde Burggraven. Op de plaats, waar vroeger het water van deze Burggraven golfde en waar de Ommer kinderen ’s winters hun schaatsen onder bonden, ligt thans de nieuwe weg, die de Vechtbrug verbindt met de weg naar Balkbrug.Boeren en burgers
Het stadje Ommen bestond vroeger uit twee zeer verschillende gedeelten het zgn. Brugeinde met als voornaamste straat de Brugstraat en het zgn. Bouweinde. Het Brugeinde, dat grensde aan de Vecht, werd grotendeels bewoond door winkeliers, herbergiers, ambachtslieden, kortom door gewone burgers, terwijl het Bouweinde bewoond werd door personen die, de naam zegt het al, hun bestaan vonden in de landbouw, dus de boeren. Ook nu kan men dit onderscheid nog enigszins waarnemen, al is de toestand ook hier in de loop der jaren zeer veranderd.
Tuinen rondom de stad
De tuinen van de inwoners lagen behalve aan de Zuidzijde, waar de Vecht stroomt, rondom de stad, het grootste gedeelte evenwel aan de Westzijde naar de kant van de algemene weide. Ten Noorden van de stad vond men grotendeels bouwland en Ommer stuifbelten, waarachter andere landerijen van gemengde aardlagen, onder andere de Strange, de Laarakkers, de Slagenkampen, Alteveer (waar het werkkamp aan de weg naar Balkbrug zijn naam aan ontleent), het Vlier, de Rotbrink en de Dante. Deze landerijen strekken zich uit tot aan de Hessenweg, die de scheiding vormde van het bouwland met de Ommerzandbelten en het veld, dat zich uitstrekt tot aan de Ommerschans. Tot zover deel 1. In deel 2 meer over de historie van Ommen, zoals deze tachtig jaar geleden werd opgeschreven.
Tekst: Harry Woertink – Foto: collectie OudOmmen.nl
Herkenbare punten zijn verdwenen o.a. door naamswijziging van straten.
De straat ACHTER DE GEUREN lag vanaf de Bouwstraat / het Bouweinde oorspronkelijk tot aan de Burggraven. De naam verwijst naar de tuinen (Gaarden / Geuren) die tussen deze straat en de Walstraat waren gesitueerd.
Een deel van de tuinen van Achter de Geuren moest plaats maken voor de aanleg van de Prinses Julianastraat (1936) Omstreeks 1956 werd de naam van het andere deel van Achter de Geuren op verzoek van aanwonenden gewijzigd in Tuinstraat, een historische naam verdween.
De WALSTRAAT is gelegen vanaf de voormalige pastorie aan het Kerkplein tot aan de Bouwstraat t.o. de Karnemelkstraat (-steeg) Een aantal jaren geleden werd de naam van het laatste deel gewijzigd in Tuinstraat alsof het deel is van de vroegere straat Achter de Geuren. Hiermee verdween weer een historisch feit.
LikeLike