Hier in deze meander van de Vecht aan De Stokte meerden heel vroeger schippers aan met hun zomp om hun vracht te lossen.

De Wolfsteeg (langs de huidige De Stokte) in de herfst met de Bentheimer zandsteen en een meanderende Vecht op de achtergrond.
Het wagenpad langs de waterkant was de loswal van Oudleusen. De afstand om in het dorp Oudleusen te komen was maar kort. Vanaf de Dorpssteeg en de Pieriksteeg liep over de es tussen het koren door de Wolfsteeg, die naar de rivier leidde.
Het is moeilijk voor te stellen, maar ooit was de rivier Vecht een belangrijke verkeersader tussen Zwolle, Nordhorn en Twente. Hier voeren schepen af en aan: zompen met weinig diepgang die niet veel water nodig hadden. Naar Zwolle brachten ze bijvoorbeeld Bentheimer zandsteen, waarmee het Koninklijk Paleis in Amsterdam is gebouwd.
Terug bestond de vracht uit specerijen en andere uitheemse waar. In droge tijden was de Vecht nauwelijks bevaarbaar. Maar in natte perioden maakte ze zich letterlijk breed. Haar regelmatig overstroomde oevers bleken vruchtbare weiden. Na verloop van tijd verzandde de rivier. De bochten spoelden uit en drongen steeds verder door in de losbare esgrond. Hieraan kwam een eind toen de rivier werd rechtgetrokken. In de periode 1898-1907 werden tussen Duitse grens en het Zwarte Water bij Zwolle 69 bochten afgesneden. Ook de meander aan de Wolfsteeg onderging dat lot.Herberg De Landskroon
Dichtbij was gelegen herberg “De Landskroon” dat ooit connecties had met de Hessenweg. Deze weg was ooit een handelsroute die zijn naam dankt aan handelaren uit het Duitse Hessen. Langs de Hessenweg lagen op regelmatige afstand herbergen. In Oudleusen was dat de Landskroon of wel De Croene.
De es ten westen van de Landskroon was de Westeres en de hof die daar lag heette de Westerhof (ook wel Hof van Leusen en heel vroeger mogelijk “Raboedengoet” genaamd). De Westerhof in Leusen was een belangrijke hof. De Westerhof was eerst bezit van de bisschop en kwam later in handen van de heren van Rechteren, die het Markerichterschap van de Leusener Marke bezaten. Het hof is begin 1800 afgebroken. De boerderij erachter bleef bestaan en behield de naam “Koddenhuis” afgeleid van de meier (pachter) die voor zijn heer als “Kodderaar” de orde bewaakte. Een kodde is een wapenstok in de vorm van een knots.
Leusen werd door nieuw oud
Het dorp Leusen is in de 13e eeuw na Christus ontstaan. De naam Leusen is waarschijnlijk afgeleid van ‘lo-essen’, houtessen. De naam Leusen komt in de loop der eeuwen ook voor als Lusne (1313), Loesen (1322), Luessen (1485) en Oltleusen (1655). Toen in de zeventiende eeuw de hoogveenmoerassen ten noorden van Leusen door de Luessener Compagnie werden ontgonnen ontstond daar een nieuwe nederzetting, Nieuwleusen. Het oude dorp Leusen kreeg toen de naam Oudleusen.
Het verleden hebben we ‘geërfd’
Scheepjes op de Vecht die vracht vervoeren zijn er niet meer. Er heerst rust. Kunstenares Geralda Hutten maakte in 2009 het volgende verhaal over de omgeving, dat te vinden is op de als kunstwerk bedoelde Bentheimer zandsteen langs De Stokte. “Natuur, veel akkerland, weinig woningen en daar tussendoor stroomt stil de Overijsselse Vecht. In het verleden was het hier niet zo rustig. In de prehistorie en de vroegere middeleeuwen hebben hier mensen gewoond en overleefd. Op het hoger gelegen akkerland, de es, stonden boerderijen. Mens en dier woonden onder één dak.
In de Overijsselse Vecht voeren zompen. Deze schepen vervoerden de Bentheimer zandsteen naar het westen. Op deze plek is in het verleden veel gebeurd, het was een druk ‘verkeer’. Nu zou je dat een ‘woonerf’ noemen. Het verleden hebben we ‘geërfd’. De pictogrammen van de ploegende mensen met dier, woonboerderij en zomp, signaleren het verleden. De rust wordt doorbroken door de beelden uit het verleden”.
Tekst en foto: Harry Woertink
Kaart: Tussen Vilsteren en Dalfsen: Oudleusen en een meanderende Vecht omstreeks 1900 dus vóór de kanalisatie. (bron: Topotijdreis.nl.)
