OMMEN – Het is nog vroeg en de regen stroomt met bakken uit de lucht als Jacob Doornbos met een bus vol Hoogeveners aankomt in de buurtschap Stegeren.

Foto: Erna Ekkelkamp
Van links naar rechts: Marinus de Bruin, Jacob Doornbos en Jan Hekman.

Vanaf de stuw komt een Canadese jeep gereden. Reisleider Doornbos en de chauffeur van het legervoertuig groeten elkaar hartelijk en vervolgen dan stapsvoets achter elkaar aanrijdend de tocht naar het voormalige droppingsveld Stegeren/Junne. De gepensioneerde Groninger Jacob Doornbos was in de oorlog nog maar een jongen, en heeft in die tijd vaak als verzetskoerier gefunctioneerd, zonder dat hij het zelf in de gaten had. Nadat hij jaren geleden tijdens een van zijn vakanties in Ommen in contact kwam met leden van een oud-verzetsgroep uit Beerzerveld, ging het verleden voor hem weer leven.

Hij verdiepte zich in de Groninger oorlogsgeschiedenis en kwam erachter dat het droppingsveld in Ommen een grote rol speelde tijdens het verzet. Omdat het deze maand precies zesenzestig jaar geleden is dat het afwerpterrein in gebruik werd genomen, organiseerde hij voor de zestig leden van de Ouderenbond in zijn woonplaats Hoogeveen een reisje naar Ommen. “Ik heb dit gedaan omdat die mensen die hier op dit gedenkbord staan, honderden mensen hiervandaan naar Engeland hebben helpen vluchten. Ook zijn hier veel goederendroppings gedaan. Wat hier gebeurt is, mag nooit vergeten worden.”

Speciale gast is de kleinzoon van de Beerzerveldse verzetsheld Marinus de Bruin, die tijdens de oorlog een grote rol speelde rond het afwerpterrein. Alles wat De Bruin jr. weet over de oorlog in het algemeen en de rol van zijn grootvader, heeft hij uit de boekjes. Ook buurtbewoner Klaas Hekman is van de partij. Hij was in de oorlog een jaar of zeventien en heeft de ondergrondsen vaak ik de verte zien lopen.

Bron: Ommer Nieuws – 24 augustus 2010