70 jaar Molukkers in Ommen (3)

Dit jaar is het precies 70 jaar geleden dat in Rotterdam de eerste groep Molukkers voet aan wal zette. Er volgden nog elf schepen met zo’n 12.500 Molukkers.

 1959. Met dans en muziek werd gevierd dat op Laarbrug de Zuidoost Molukse Protestantse Kerk officieel was aangenomen als zusterkerk van de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk.
Foto: OudOmmen
Zie voor meer afbeeldingen de albums “Werkkamp – Woonoord Eerde” en “Kamp – Woonoord Laarbrug”.

De opvarenden hadden als militairen in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) gediend. Vanuit de haven van Rotterdam reed men in bussen naar het demobilisatiecentrum in Amersfoort. Daarna vond de verspreiding plaats door heel Nederland. Ook in Ommen werden gezinnen gehuisvest: op kamp Laarbrug en kamp Eerde. Voor 1970 werden de Molukkers met “Ambonezen” aangeduid. Dit is deel 3 over de geschiedenis van de toenmalige kampbewoners.

Laarbrug
Op 12 mei 1951 kreeg de Ommer burgemeester mr. C.P. van Reeuwijk bericht dat binnen enkele dagen de aankomst van het schip de Asturias in de haven van Rotterdam werd verwacht. Intussen was al bedacht dat de (Zuidoost) Molukse passagiers van dit schip onder meer in het voormalige werkverschaffingskamp Laarbrug aan de Vilsterseweg in Ommen ondergebracht moesten worden. Het opvangkamp Laarbrug, later woonoord Laarbrug genoemd, bestond uit houten, tochtige en vochtige barakken. Een jaar later werd ook nog een groep Molukkers in het afgelegen barakkenkamp op landgoed Eerde ondergebracht. Door de slechte staat van de barakken werd Eerde later opgeheven en werd een deel van de bewoners overgebracht naar de Laarbrug. De Zuidoost-Molukse mensen werden bewust op afstand gehouden van de wooncentra; de bedoeling hiervan was de integratie van de mensen in de Nederlandse samenleving te voorkomen. Hierdoor zou de terugkeer naar Indonesië niet al te veel problemen opleveren, was de gedachte, ze zijn hier toch maar voor drie maanden. Ondanks de barre leefomstandigheden in de barakkenkampen hebben zij op eigen kracht hun draai in de Nederlandse samenleving gevonden.

Sanatorium
Naast dat de taal een probleem was voor de Molukse ouderen, waren er ook moeilijke tijden in het kamp geweest. Veel mensen hadden TBC. De mensen uit Ommen hebben kunnen helpen, maar niet alle leed weg kunnen nemen. Gezinnen werden van elkaar gescheiden omdat moeder of vader of beide ouders in het sanatorium in Hellendoorn werden opgenomen. De kinderen werden in tehuizen of bij gezinnen ondergebracht. Een ander geval dat een behoorlijke impact had op de Molukse ouders was dat hun kinderen naar Rolde in Drenthe moesten worden opgenomen omdat zij aan ondervoeding leden.

Op de fiets naar Deventer
Na de lagere school werd technisch onderwijs gevolgd in onder anderen Vroomshoop. Ook waren er die de ULO in Ommen of de huishoudschool bezochten. In het voorjaar van 1953 gingen twaalf jongens uit kamp Laarbrug gekleed in militaire uniformen op de fiets naar Deventer. Ze brachten een bezoek aan Thomassen en Drijver. Ze werden ook gelijk aangenomen. Het waren de eerste Molukse werknemers voor de blikfabriek. In 1962 zouden er bij de blikfabriek 165 Molukkers werken. Met een bus van het bedrijf werden de werknemers opgehaald en weer teruggebracht. Vanaf 1954 werd er op het kamp jaarlijks een voetbalwedstrijd gehouden tussen Kei-Ambon en de Blikboys. Dit werd een jarenlange traditie. De wedstrijd begon telkens met het zingen van het Wilhelmus en na afloop van de sportieve strijd werd op het kamp gezamenlijk Indisch gegeten. De volwassenen vonden geleidelijk hun weg naar de arbeidsmarkt, zoals bijvoorbeeld bij Hevea, een laarzenfabriek in Raalte.

Eten maakt sterk
Bakker Klomp uit Vilsteren kwam iedere morgen brood bezorgen op Laarbrug. De ouderen hoorden hem nog zeggen, jullie moeten eten, anders kunnen jullie niet werken. De mensen hadden niet altijd voldoende geld om het brood te betalen. Bakker Klomp vond dat dit wel kon aan het einde van de week. Eerst maar goed eten, dan werken, dan blijf je sterk. Klomp was een kordate en meelevend man. Ook Philip Dirk baron van Pallandt van Eerde heeft veel bijgedragen voor de Molukse gemeenschap in Eerde en Laarbrug. De jongste kinderen mochten met hem mee naar het Edith-hof aan de Koesteeg, een kleuterschool waar nog geen Molukse kinderen op zaten. Later is er een kleuterschooltje in het kamp gebouwd; de jongste kinderen konden toen daar naar school en hoefden niet met de bus naar Ommen. Bij activiteiten als de padvinderij, sportdag, Sinterklaas en kerstfeest, was Van Pallandt er altijd maar nooit opvallend aanwezig.

Geloof
Het geloof is voor de Molukse mensen een belangrijk onderdeel van het dagelijkse leven. In het kerkelijke leven van Ommen namen ze ook deel aan de oecumenische diensten die een paar keer in het jaar werden gehouden. In 1959 was er feest op Laarbrug toen de Zuidoost Molukse Protestantse Kerk officieel was aangenomen als zusterkerk van de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk met als eerste predikant dominee David Talubun. De kampbewoners waren blij met een kerk. De dag werd er een met kerkelijke en feestelijke plechtigheden ging met honderden genodigden. Gebed, bevestiging, dans en muziek, toespraken en een smakelijke rijsttafel, opgeluisterd door niet alleen de bewoners, maar ook door het gemeentebestuur van Ommen, plaatselijke predikanten en werkgevers. Tijdens de bevestiging las ds. E. Burgstede uit Dedemsvaart het bevestigingsformulier in het Maleis voor. Bij de handoplegging assisteerde ook ds. D. van Heyst uit Ommen. De dienst werd opgeluisterd door zang van het woonoord-koor en dat van St. Pietersberg. Na de kerkelijke plechtigheid brak de feestvreugde bij de Keiezen los. Onder meer werd een aantal inlandse dansen uitgevoerd in originele klederdracht. Ook de traditionele rijsttafel ontbrak niet en werd alle eer aangedaan. Hierdoor werd de grote gastvrijheid van de Keiezen nog eens overduidelijk gedemonstreerd. Tijdens deze maaltijd sprak burgemeester Van Reeuwijk enige toepasselijke woorden en overhandigde namens de protestantse kerken van Ommen, Lemele en Dedemsvaart een envelop met inhoud voor de bekostiging van een toga voor de eerste predikant. De voorzitter van de kerkenraad, de heer J. Rahajaan en de vertegenwoordiger uit Nistelrode, de heer Rahangbubang spraken uitvoerig over de vreugde van deze dag en de goede samenwerking met de Nederlandse Hervormde kerk. Het feest werd ‘s avonds besloten met een opvoering van het spel Esther.

Tweede generatie
De Molukse geschiedenis is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van Nederland, alsook de geschiedenis van de Zuidoost Molukken met Ommen. De tweede generatie Molukkers zijn in Ommen geboren en getogen. Zij waren de bruggenbouwers voor hun ouders naar de gemeenschap van Ommen. Als tolk en als spreekbuis, hebben zij kunnen bijdragen in de samenhang met elkaar. Hierdoor is er veel begrip en respect voor elkaar ontstaan. Onderling werden vriendschappen gesloten; langzaam maar zeker kwam de Ommer jeugd naar het kamp en deelden vaak de muziek met elkaar.

Van kamp naar camping
Tussen 1951 en 1966 verbleven de “repatrianten” uit het voormalige Nederlands-Indië op Laarbrug. Na opheffing vlogen ze uit naar nieuwbouwwijken in onder andere Zwolle en Rijssen. Kamp Laarbrug is later omgetoverd tot de huidige camping Laarbrug. De basalten toegangsweg, de voormalige beheerderswoning annex kraamkliniek, het toiletgebouw, het was lokaaltje en enkele woonbarakken herinneren nog aan de tijd dat op deze locatie Zuidoost-Molukken uit het verre Indië gehuisvest waren.

Dit is het laatste deel in een reeks van 3; zie voor deel 1 70 jaar Molukkers in Ommen (1) en voor deel 2 70 jaar Molukkers in Ommen (2).

Bron: Harry Woertink – 25 mei 2021

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s